Net uit: The Blackhouse, het eiland van de vogeldoders

Cover The BlackhouseThe Blackhouse, het eiland van de vogeldoders van Peter May, vertaald door Stina de Graaf en uitgegeven door Conserve (oorspronkelijke titel: The Blackhouse).

The Blackhouse is het eerste deel van een trilogie en niet zómaar een thriller. De hoofdpersoon is Fin Macleod, die bij de politie in Edinburgh werkt. Aan het begin van het boek is hij al een aantal weken met verlof, omdat zijn achtjarige zoontje bij een verkeersongeval is omgekomen. Maar als op Lewis een moord wordt gepleegd, krijgt Fin de opdracht naar het eiland te gaan om die te onderzoeken. Niet alleen omdat hij het onderzoek leidt naar een moord die eerder dat jaar in de Schotse hoofdstad werd gepleegd en die in elk gruwelijk detail lijkt op die op Lewis, maar ook omdat Fin zelf oorspronkelijk van het eiland komt.

Schering en inslag
De lezer volgt het politieonderzoek, maar ziet via flashbacks ook de jonge Fin opgroeien. Als schering en inslag bij het weven vormen deze flashbacks uiteindelijk een patroon waaruit motief en moordenaar duidelijk worden. Verder lezen Net uit: The Blackhouse, het eiland van de vogeldoders

Net uit: Ira’s bekentenis, of: What’s in a name

Ira’s bekentenis, van Shoshi Breiner, uit het Hebreeuws vertaald door Sylvie Hoyinck en uitgegeven bij Nieuw Amsterdam (oorspronkelijke titel: Sefer Hapridot Hagadol).

Als exotisch vertaler, dat wil zeggen, vertaler van een exotische taal als het Hebreeuws, kom ik geregeld voor het dilemma te staan of ik het boek moet voorzien van een verklarende woordenlijst. Het is immers de kunst van het vertalen om de gelaagdheid over te zetten naar de taal van de lezers.

Maar wat doe je als je een boek onder handen hebt, geschreven in een cultuur waarin namen en hun (symbolische) betekenis belangrijk zijn? Die vraag bekroop me bij het vertalen van Shoshi Breiners roman Ira’s bekentenis.

De namen vertalen heeft geen zin, dat levert nonsens op. Iemand die Ira heet, laat je Ira heten – die naam zal door menig lezer herkend worden als een goed joodse naam. Dit personage in de roman is reeds overleden, dus is het niet toepasselijk dat zijn naam ‘de engel’ betekent? Als dan ook nog blijkt dat deze ‘engel’ op zijn grafsteen een tweede naam wil hebben staan, die ‘de wreker’ betekent, is de toon gezet: in deze roman hebben namen een functie en er is geen fatsoenlijke mogelijkheid om die functie onopvallend in de tekst te verwerken. Dan rest er niets anders dan het toevoegen van een verklarende namenlijst, want die weglaten zou betekenen dat de lezer in Nederland een essentieel aspect van de roman mist. Verder lezen Net uit: Ira’s bekentenis, of: What’s in a name

Net uit: Het weeshuis – interview met Franck Thilliez

Het weeshuis van Franck Thilliez, vertaald door Richard Kwakkel en uitgegeven bij Sijthoff (oorspronkelijke titel: Syndrome [E])

De schrijver
Franck Thilliez, net als collega-thrillerauteurs Jean-Christophe Grangé en Maxime Chatham* wel de ‘Stephen King français’ genoemd, schreef een tweeluik over de bron van het Kwaad. Het weeshuis is het eerste luik. Aan luik twee, Gataca, werk ik als ik geen blogstukjes over luik één schrijf. De twee boeken vormen elk een afgesloten geheel en kunnen los van elkaar worden gelezen: je kunt deel twee lezen zonder deel een te hebben gelezen (maar, eh, tussen jullie en mij gezegd en gezwegen: ik zou ze gewoon allebei lezen, in de goede volgorde).

Iedere thrillerliefhebber moet Thilliez hebben gelezen, al is het maar één keer in zijn leven. Als een renaissancemeester schildert hij landschappen en personages, in al hun psychologische complexiteit. Hij geeft het begrip ‘luguber’ nieuwe, onvermoede dimensies. Angst en spanning mogen de lezer niet loslaten, dat is het doel dat Thilliez bij elke pagina nastreeft. Lees er meer over in het interview dat ik met hem had. Verder lezen Net uit: Het weeshuis – interview met Franck Thilliez

Net uit: Stille wateren

Stille wateren van Anne Berry, vertaald door Els Franci-Ekeler en uitgegeven bij De Kern (oorspronkelijke titel: The Water Children)

Toen The Water Children mij ter vertaling werd aangeboden en ik de eerste alinea las, was ik meteen verkocht:

1961
It is the recipe for a perfect day. The sun beats down from a cloudless blue sky. The air fizzes with heat and salt. The sea glitters and shifts and curls and breaks along the three-mile stretch of pale, gold, Devonshire sand – Saunton Sands. It somersaults over mossy rocks and tangled tresses of tide wrack. It sends the beach into a nervous, excited jitter.

Het was alsof ik terugkeerde in de tijd. Ik kon het warme strand bijna ruiken, voelde het mulle zand onder mijn sandalen, proefde op mijn lippen het zout dat door de zeewind werd aangevoerd:

1961
Alles wijst erop dat het een prachtige dag gaat worden. De zon brandt aan de strakblauwe hemel. De lucht prikkelt van warmte en zout. De glinsterende, rusteloze zee verheft zich tot golven die omslaan op het lange, bleke, gouden strand van Devonshire – Saunton Sands. De branding rolt bruisend over bemoste kiezels en warrig wier en brengt op het strand een nerveuze, opgewonden sfeer teweeg.

Verder lezen Net uit: Stille wateren

Net uit: Het Teken

Het Teken. De lijkwade van Turijn en het mysterie van de opstanding door Thomas de Wesselow, vertaald door Huub Stegeman en uitgegeven bij Unieboek/Het Spectrum (oorspronkelijke titel: The Sign. The Shroud of Turin and the Resurrection).

De zoveelste samenzweringtheorie over de graal, de tempeliers of de lijkwade?
Dat was ook mijn eerste reactie toen ik gevraagd werd dit boek te vertalen. Er werd me echter verzekerd dat het een serieus werk van een serieuze wetenschapper was. En dat is het ook, maar het zal ook omstreden blijken. Thomas de Wesselow is van huis uit kunsthistoricus, en hoewel zijn kunsthistorische expertise een belangrijke rol speelt voor de these van dit boek, waagt hij zich ook aan de forensische wetenschap en aan de exegese van het Oude en het Nieuwe Testament. Helaas geldt ook hier ‘schoenmaker, blijf bij je leest’.

‘Ludicrous tosh’ (belachelijke kletskoek), zo typeerde Diarmaid MacCulloch (de kerkhistoricus van wie ik eerder twee boeken vertaalde) dit boek toen hij het ter bespreking kreeg aangeboden. Waarom is het zo controversieel? Verder lezen Net uit: Het Teken

Net uit: Boomerang, Wake up call voor de westerse wereld

Boomerang, Wake up call voor de westerse wereldBoomerang, Wake up call voor de westerse wereld, door Michael Lewis, vertaald door Annoesjka Oostindiër en Meile Snijders, uitgegeven bij Business Contact (oorspronkelijke titel: Boomerang: Travels in the New Third World).

‘Een Lof der zotheid van de financiële crisis,’ NRC Handelsblad

Een boek over de financiële crisis dat vol geweldige anekdotes staat en leest als een trein? Ja, dat kan. Want hoewel termen als credit default swaps en ocd’s wel vallen, gaat het ook over Arnold Schwarzenegger, die als een idioot door Los Angeles fietst en tijdens die dodenrit terugkijkt op zijn ervaringen als gouverneur van Californië. Wanneer een vrouw op straat die mobiel loopt te bellen, uitroept: ‘Oh my God, Bill Clinton staat hier vlak voor me,’ kan Schwarzenegger daar wel om lachen. ‘Nou, één van die lui met een seksschandaal,’ en vervolgens racet hij er met een noodgang vandoor op zijn brik. Verder lezen Net uit: Boomerang, Wake up call voor de westerse wereld

Over het vertalen van 30 Nagte in Amsterdam

Etienne van Heerden, 30 Nachten in AmsterdamOnlangs heb ik samen met Etienne van Heerden opgetreden voor masterstudenten in Utrecht, naar aanleiding van zijn boek 30 Nachten in Amsterdam. Etienne van Heerden vertelde bij deze gelegenheid over het schrijven van de roman, over zijn samenwerking met de Engelse vertaler en over zijn ambivalente houding ten opzichte van vertalingen: ‘Het is hetzelfde gevoel als wanneer je dochter met een vriendje thuiskomt. Afblijven, denk je, al weet je in je hart dat het onvermijdelijk is, dat het allemaal goed kan komen en dat het misschien een hele aardige jongen is.’

Daarna mocht ik mijn kant van het verhaal vertellen.

Om te beginnen wil ik benadrukken dat ik het boek samen met Karina van Santen heb vertaald. Als ik het over ‘we’ heb is dat geen pluralis majestatis, dan bedoel ik Karina en mij. We werken nauw samen, al heel lang, en als een vertaling af is weten we meestal niet meer wie verantwoordelijk is voor die prachtige vondst of die stomme blunder. Gelukkig maar, zou ik bijna zeggen.

Engels of Afrikaans?
30 Nachten kregen we aanvankelijk aangeboden als vertaling uit het Engels. Er was geen vertaler Afrikaans beschikbaar en Etienne van Heerden had erin toegestemd dat de vertaling uit de Engelse versie zou worden gemaakt. Hij had die vertaling zelf nagekeken en van uitgebreid commentaar voorzien, dus in principe zou dat geen problemen opleveren. Verder lezen Over het vertalen van 30 Nagte in Amsterdam

Twee solisten wagen zich aan een quatre-mains

Fantoomliefde

Er werd Marijke een heel mooi maar heel dik boek ter vertaling aangeboden. Een boek waarvan je maar een paar bladzijden hoeft te lezen of je weet zeker: ja, dit wil ik doen, hier kan ik wel een halfjaar mee leven. Maar het waren zo veel woorden dat ze het – ondanks de ruime deadline – nooit alleen zou redden.

Hoewel ze zelden samenwerkt (te eigenwijs), informeerde ze bij Aleid (ook geen samenwerkster pur sang), of zij er iets voor voelde om samen een boek te vertalen. Ook die wist het meteen toen ze het manuscript las. Gewoonlijk beheert ze haar winkeltje het liefst in haar eentje, maar dit boek: ja! Het was nog even spannend omdat ze op hetzelfde moment een andere aantrekkelijke opdracht binnenkreeg, maar gelukkig lukte het om alles mooi in elkaar te passen.

Zo viel deze keer alles op zijn plaats en hebben wij, Aleid en Marijke, ons in het avontuur van een duovertaling gestort, de vertaling van The Memory of Love, van Aminatta Forna (Nederlandse titel: Fantoomliefde, verschenen bij uitgeverij Nieuw Amsterdam). Samen zijn we op reis gegaan naar een land in Afrika, dat ongenoemd blijft maar waarin Sierra Leone te herkennen is. Verder lezen Twee solisten wagen zich aan een quatre-mains

Gedichten en gewichten: Over de vertaling van Chad Harbachs The Art of Fielding

De kunst van het veldspelFamilie
Het is een aparte tak van sport, boeken vertalen. Af en toe heb ik het gevoel dat ik er een tweede kind aan heb. Een kind dat vol overgave in de puberteit is gedoken. En – verrassing, verrassing – er blijkt nog een hele sliert familieleden aan vast te zitten, het ene sympathiek, het andere wat minder; het ene schurkt gezellig tegen je aan, het andere blijft op afstand.

Dag in, dag uit ben je met zo’n boek – roman of non-fictie – bezig, weken lang. Nu eens loopt het allemaal als een zonnetje, dan weer krijg je de wind pal tegen in de vorm van een taalgrap die zich lastig laat omzetten naar het Nederlands, een mistige verwijzing naar iets of iemand, vakjargon waar in eerste instantie geen touw aan vast te knopen valt. Meestal zijn dat nog de leukere uitdagingen, net als de pubergril: hoe red ik me zo soepel mogelijk uit de situatie zonder het origineel geweld aan te doen? Zonder de Nederlandse of Vlaamse lezer op te zadelen met vragen die hem dwingen zijn toevlucht te nemen tot lexicons en websites? En kijk, het is weer gelukt: iedereen blij (hoop je). Een poos wat rustiger, zilver fonkelend vaarwater, een plotselinge hekgolf, even hozen en weer door.

Verder lezen Gedichten en gewichten: Over de vertaling van Chad Harbachs The Art of Fielding

Net uit: Kind van de leeuwin

Katherine Scholes, Kind van de leeuwinKind van de leeuwin, door Katherine Scholes, vertaald door Els Franci-Ekeler, uitgegeven bij De Kern (oorspronkelijke titel: Lioness).

Katherine Scholes is geboren in Tanzania en heeft daar tot haar tiende gewoond. Haar vader was arts en missionaris, haar moeder kunstenares. Het gezin trok geregeld naar afgelegen delen van het land, waar haar vader dan vanuit een veldhospitaal werkte. Van die jeugdherinneringen heeft ze gebruikgemaakt voor de roman Kind van de leeuwin.

Kind van de leeuwin is een boek over de relatie tussen moeders en dochters, maar ook over de relatie tussen mens en leeuw. Niet voor niets heeft ze het opgedragen aan George Adamson, de ‘Father of Lions’, die in Kenia een reservaat had opgericht waar hij en zijn vrouw verweesde en gewonde leeuwen verzorgden tot die naar de wildernis konden terugkeren. Verder lezen Net uit: Kind van de leeuwin