Net uit: Telegraph Avenue

Telegraph AvenueTelegraph Avenue van Michael Chabon, vertaald door Wim Scherpenisse, Gerda Baardman en Tjadine Stheeman, uitgegeven bij Anthos (oorspronkelijke titel eveneens Telegraph Avenue).

Waar het vorige boek van Michael Chabon, De Jiddische politiebond, de lezer meevoerde naar een fictieve joodse gemeenschap in ijzig Alaska, is de schrijver uit Berkeley in zijn nieuwste roman dicht bij huis gebleven: in Oakland. In deze onder economische malaise zuchtende stad, gelegen tussen het bruisende San Francisco en het welvarende Berkeley, drijven twee vrienden, Archy en Nat, een platenwinkel. Ze verkopen geen cd’s, maar vintage vinyl: zeldzame opnamen van vooral jazz. De winkel wordt gefrequenteerd door een bont gezelschap buurtgenoten, van de louche begrafenisondernemer Chandler Flowers en de gewiekste kleine ritselaar Mirchandani tot de oude jazzlegende Cochise Jones, de laatste steevast vergezeld door zijn papegaai Achtenvijftig. Verder lezen Net uit: Telegraph Avenue

Letteren &cetera: Thomas Rosenboom en de Amerikaanse literatuur

Letteren &cetera is een maandelijkse literaire talkshow waarin Pieter Steinz, directeur van het Nederlands Letterenfonds, drie schrijvers en/of vertalers interviewt over hun recent verschenen boeken.
Tijd: 17.00-18.30.
Locatie: Spui25 in Amsterdam.

Op vrijdag 2 november zijn Thomas Rosenboom, Graa Boomsma en Guido Golüke te gast.

Guido Golüke
Met literair vertaler Guido Golüke gaat Pieter Steinz in gesprek over de Amerikaanse auteur John Cheever (1912-1982). Golüke (1949) werkt momenteel als Translator-in-residence op het NIAS in Wassenaar aan de vertaling van The Wapshot Chronicle; eerder dit jaar verscheen bij Van Gennep zijn herziene vertaling van Cheevers Bullet Park. In deze wrangkomische roman over een modelbestaan in een voorstad van New York fileert Cheever genadeloos de ideeën over fatsoen en moraal, en laat hij zien wat er onder de oppervlakte van de Amerikaanse droom borrelt.

Graa Boomsma
Graa Boomsma (1953) publiceerde verhalen, essays en romans, waaronder recent Achttien en Uit de school, een pleidooi voor beter onderwijs. In zijn nieuwe boek De Multatuli’s van Amerika. Democratisch denken in The Great American Novel (Nieuw Amsterdam) zoomt Boomsma in op de maatschappijkritiek in de romans van groten uit de moderne Amerikaanse literatuur, van Henry Thoreau en Herman Melville tot Susan Sontag, Jonathan Franzen en Dave Eggers. Een gesprek over het engagement van schrijvers versus de literatuur als reservaat.

Thomas Rosenboom
Thomas Rosenboom (1956) won tweemaal de Libris Literatuurprijs, in beide gevallen met een historische roman: in 1995 voor Gewassen vlees en in 2000 voor Publieke werken. Zijn nieuwe roman De rode loper, die daags voor het interview bij Querido verschijnt, haakt aan bij het heden. Hoofdpersoon Lou Baljon begint na een leven als roadie en opnametechnicus in een gekraakte garage een bioscoop. Opnieuw dreigt de tijd hem in te halen, maar dan krijgt hij een lumineus idee dat volmaakt past bij de moderne tijd: hij geeft het publiek de hoofdrol. Steinz praat met Rosenboom over de liefde voor het verleden en de hang naar het heden.

Letteren &cetera is gratis toegankelijk. Reserveren via de website van Spui25 is echter verplicht.

Vertaalatelier Brabant: recept voor een leerzame, inspirerende middag

Ingrediënten:

  • een landlady met een groot hart, die voorziet in een vrolijke, lichte ruimte met een reusachtige tafel en barkrukken eromheen, bij voorkeur met tuin en terras
  • een enthousiaste organisator en aangever
  • 8 of 9 leergierige boekvertalers
  • bronteksten naar keuze, van Literair met een hoofdletter tot Bouquetreeks (ook met een hoofdletter) of een werkvertaling van een van voornoemde boekvertalers
  • meerdere grote potten thee en koffie
  • zelfgebakken bananenbrood, muffins, appelcakejes en hazelnootcake, worstenbroodjes, chocola of andere lekkernijen
  • een snufje lef om met de billen bloot te gaan
  • mespunt peper (geen zout)
  • een kritische blik
  • een boog met pijlen om mee te schieten
  • eventueel een gastdocent.

Het Vertaalatelier

Voorbereiding
Prik per jaar drie of vier data en stuur de gekozen bronteksten of werkvertaling per e-mail naar alle deelnemende boekvertalers met een duidelijke opdracht. Verder lezen Vertaalatelier Brabant: recept voor een leerzame, inspirerende middag

In Writers’ Words: Hilary Mantel on translation

Hilary Mantel writes on translation and her relationship with that quibbling class of people called translators. Klik hier voor de Nederlandse vertaling / For Dutch translation, click here

Bring Up The BodiesLike many Britons of my generation, I am virtually a monoglot. I was taught French at school but taught so badly that I had no confidence either in speaking or reading the language; essentially, it was taught to me as an extinct language, like Latin, and no acknowledgement was made of the fact that, within visible distance of our shoreline, millions of happy Frenchmen and women were chatting away.

Again like many of my compatriots, I feel guilty for being so bad at languages, and guilty that I cannot help my translators more. Though usually, they have not asked. Queries have been restricted to a few difficult phrases, idiomatic or obscure. And I have often wondered what is the effect of my work in translation, since often there is no feedback after publication. I know I am a quirky writer, and make use of non-standard English and of different registers and tone; also, my writing is interrupted, or inflected — however you like to put it—by nods and winks to other writers, by quotations not marked by quotation marks, by allusions that probably only a few readers will grasp. I am not a difficult or obscure writer (I hope) but I am ferociously intertextual. Mostly, the sense of the passage remains intact for the reader, whether or not the teasing echoes are picked up. But I suppose some of my translators must think I am a very strange woman. Verder lezen In Writers’ Words: Hilary Mantel on translation

Notes of a translator

Het boek HenryFor the past year I have had the good fortune to legitimately engross myself in what is to me the most compelling of novels, translating Hilary Mantel’s Bring up the Bodies, the sequel to 2009 Booker Prize Winner Wolf Hall. The most compelling novels do have a habit of providing ample scope for research, leading you on winding paths outside the pages of the book in order to know what exactly an author is alluding at and how to best convey it in the target language. And though a great deal can be found on the Internet, some particularities will remain obscure: No virtual tour will give you a clear view of roof constructions, palace kitchens, gates or stabling facilities. Which hardly ever presents problems; descriptions usually allow for general wordings. Bring up the Bodies, or rather its protagonist Cromwell, does not. By the time I started grumbling about the ‘preposterous lack of information on the Internet’, I thought it best to go over and have a look myself, and if possible, to discuss everything that still puzzled me about the text with Ms Mantel. So I (timidly but hopefully) applied to the Dutch Foundation of Literature for a travel grant, which met with generous approval. Verder lezen Notes of a translator

Vertalers in het spotlicht

‘We moeten Pessoa kunnen lezen zonder Portugees te kennen, Tsvetaea zonder Russisch geleerd te hebben of Auden zonder Engelstalig te zijn, en toch het gevoel krijgen dat we hun stem horen, via de taal waar we het meest vertrouwd mee zijn.’ Een uitspraak van de voorzitter van het Europees Platform voor de Literaire Vertaling (PETRA), Jacques de Decker.

Blijkens de ervaring van vertalers zijn veel lezers zich daar helemaal niet van bewust. Zij lezen hun buitenlandse auteurs vaak zonder in de gaten te hebben dat ze een vertaling lezen. Zo kan het gebeuren dat vertalers op boekenbeurzen, manifestaties en boekpresentaties bezoekers tegenkomen die desgevraagd verbaasd reageren: ‘Vertalen, hoezo? Moet dat dan? Hoe gaat dat? Zo moeilijk is dat toch niet!’

Jeroensdag: Ineke LentingIneke Lenting vertaalt live in Amsterdam

Fuik van vertalers
Wie afgelopen zondag de Centrale Bibliotheek van Amsterdam bezocht, liep onmiddellijk in een fuik van vertalers (zie het videoverslag); om lezers kennis te laten maken met het verschijnsel vertaler organiseerde de Werkgroep Algemeen Boekvertalers van de Vereniging van Letterkundigen op die dertigste september, de dag van hun patroonheilige Sint-Hiëronymus, in de hal van Amsterdams Centrale Bibliotheek een vertaaldemonstratie. Gewapend met laptop, microfoon, beamer en projectiescherm liet een zevental vertalers van uiteenlopende genres buitenlandse literatuur het binnenkomende publiek zien voor welke problemen zij zich bij hun werk geplaatst zien. Verder lezen Vertalers in het spotlicht

Iedereen kan vertalen?

door de Taskforce Jeroensdag

‘Wij schrijvers bedenken zinnen vanuit het niets, maar mijn vertalers moeten dat “gegeven”, dat subtiel van aard is of assonantie kent, culturele verwijzingen bevat of woordspelig is, in zijn delen ontleden en in een volstrekt andere taal weer in elkaar zetten, waarbij zo weinig mogelijk van het beoogde verloren mag gaan.’ (David Mitchell in Vrij Nederland, 24/07/’10, vert. Harm Damsma en Nick Miedema.)

Veel lezers, misschien wel de meeste, hebben daar geen idee van. Wij, vertalers, komen ze tegen op boekenbeurzen, manifestaties als Manuscripta, boekpresentaties, enz. Vertalen, hoezo? Moet dat? Hoe gaat dat? Dat is toch niet zo moeilijk! Daar heb je Google voor of andere vertaalprogramma’s. Toen CEATL (Europese Raad van Verenigingen van Vertalers) in het voorjaar voorstelde de feestdag van de patroon van de vertalers, St. Jeroen op 30 september, aan te grijpen om het vertalersvak onder de aandacht van het publiek te brengen, ontstond bij vertalers van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) het idee om bezoekers van boekhandels of bibliotheken op die dag even mee te nemen op het kronkelige, vaak moeilijk begaanbare pad van de boekvertaling. Hoe slaagt de vertaler erin niet alleen de letter maar vooral de geest van de schrijver en zijn kunstwerk te begrijpen en in de doeltaal om te zetten? Hoe zorgt hij ervoor dat de lezer ook in de
vertaalde versie gegrepen wordt door het literaire talent van de auteur en niet hoeft te struikelen over hotsebotsend taalgebruik?

Jeroensdag

Verder lezen Iedereen kan vertalen?

Net uit: De oude wegen

De oude wegen: een voetreis van Robert Macfarlane, vertaald door Nico Groen en Marijke Versluys, uitgegeven bij De Bezige Bij (oorspronkelijke titel: The Old Ways: A Journey on Foot).

Er wordt ons gevraagd of we een boek over paden willen vertalen… Ja, inderdaad, paden. Een saaier onderwerp lijkt op het eerste gezicht nauwelijks denkbaar. Maar gelukkig is de auteur Robert Macfarlane. Van hem vertaalde een van ons eerder twee boeken, ook over schijnbaar niet erg sexy onderwerpen, te weten Hoogtekoorts (over de vraag waarom mensen bergen beklimmen) en De laatste wildernis (over de vraag waar in Groot-Brittannië nog ongerepte natuur te vinden is). Nog los van de fraaie manier waarop Macfarlane met die onderwerpen omspringt waren beide boeken een ware vertaaluitdaging en daardoor allesbehalve saai. Dus kom maar op met dat boek. Verder lezen Net uit: De oude wegen

Dankzij een vertaalfout

Op 30 september viert de vertaalgemeenschap ‘Sint Jeroensdag’. Die datum is namelijk de naamdag van de beschermheilige van de vertalers, Sint Hiëronymus, uit de vierde eeuw na Christus. Hij is ‘onze’ beschermheilige geworden omdat hij onder meer de bekendste Latijnse Bijbelvertaling heeft gemaakt, de Vulgaat. Naast Hiëronymus is er echter nog een heilige die met vertalen in verband gebracht kan worden: Sinte Cecilia. Zij werd aan het einde van de vijftiende eeuw de beschermheilige van muziek en musici, en dat was het gevolg van een vertaalfout. Verder lezen Dankzij een vertaalfout

Manuscripta 2012 of Het lijden van Katrien

Op zaterdag 2 en zondag 3 september werd in Amsterdam het nieuwe boekenseizoen feestelijk geopend met de jaarlijkse Manuscripta. De Boekvertalers waren ook aanwezig. De Taskforce Manuscripta verzorgde onderstaand verslag, Maaike Bijnsdorp en Jeroen Aarssen maakten er een filmverslag van.

KatrienHet kan verkeren. Was Katrien een half jaar geleden nog eregaste op een tienjarig jubileumfeest en stond ze als Favorita volop in de belangstelling van uitgevers, redacteuren en vertalers, nu zit ze als dom blondje met een paarse haarspoeling op Manuscripta mensen te lokken om naar de stand van de Boekvertalers te komen.

Gewoon overtikken
Het idee is dat het publiek een spel gaat spelen om erachter te komen hoe zwaar het leven van een boekvertaler is. Het eerste uur loopt het niet storm. Katrien zit er dan ook wat verloren bij. Ze dagdroomt over haar toekomstige levenspartner, bij voorkeur iemand met een goed inkomen. En nu ze toch bij de Boekvertalersstand zit, mijmert ze over het luizenleventje dat een vertaler leidt. Lekker thuis werken, in je eigen tijd en omgeving en de ene bestseller na de andere vertalen. Kende ik maar een vertaler, denkt ze. Zo’n stinkend rijke vertaler van bestsellers is een hoogst aantrekkelijke partij. En dat vertalen, daar hoef je toch geen moeite voor te doen? Het is gewoon overtikken in een andere taal. Hoe moeilijk kan het zijn? Verder lezen Manuscripta 2012 of Het lijden van Katrien