Europa doet ertoe, ook voor boekvertalers. Als we willen dat vertalershuizen weer op de Europese kaart komen, dat literair vertalen als vorm van taal- en cultuurvernieuwing een zelfstandige status in het Europese Cultuurprogramma 2014-2021 krijgt (zie ook het stuk van Matthijs Bakker over de Europese conferentie over literaire vertaling en cultuur) en dat onze sociaaleconomische positie wordt verbeterd, moeten we aan de boom blijven schudden. En aan de boom schudden betekent vandaag een stem uitbrengen voor het Europees Parlement. Verder lezen Vergeet niet te stemmen vandaag!
Auteur: Richard Kwakkel
Interviews met vertalers: Tim Wilkinson
Hungarian Literature Online plaatst een interview met Tim Wilkinson, die onder meer Imre Kertész in het Engels vertaalde. Wilkinson vertelt hoe hij in het vak is gerold, wat hem in het vertalen boeit en waarom het belangrijk is boeken in een andere taal te ’transplanteren’. Net als een paar jaar eerder in Eurozine noemt hij Britse schrijvers terminally derivative and boring, hopeloos onoorspronkelijk en saai, en hij vraagt zich dan ook nog steeds af waarom er zo weinig interessante en alom gerespecteerde buitenlandse literatuur voor de Amerikaanse en Britse markt wordt vertaald. Ook steekt hij zijn uitgesproken mening over het werk van enkele van zijn collega’s — ‘bunkum‘, blabla, zoals hij het zelf omschrijft — niet onder stoelen of banken.
Bron: The Literary Saloon.
Interviews met vertalers: Christophe Claro
‘Vertalen doe je voor de lol,’ zegt de vertaler van als onvertaalbaar te boek staande werken van auteurs als Pynchon, Danielewski, Gass, Vollmann en Seth tijdens een chatsessie op de website van de Franse krant Libération. Maar ook: ‘Een vertaler die denkt dat zijn vertaling volmaakt is, verdient het niet zich vertaler te mogen noemen.’
In de boekenbijlage van diezelfde krant gaat Claro in op de moeilijkheden die hij moest overwinnen bij de vertaling van The Golden Gate*, Vikram Seths eersteling, een autobiografische roman in versvorm over een stel yuppies in San Francisco, gebaseerd op Poesjkins Jevgeni Onegin. Hij vond het geweldig in ieder geval één keer in zijn leven de kans te krijgen 594 sonnetten, Oneginstanza’s om precies te zijn, te kunnen vertalen. Hij wist dat hij in het Frans tien tot vijftien procent meer tekst nodig zou hebben en besloot de tetrametrische jamben van de brontekst in te ruilen voor 8.316 alexandrijnen, het Franse vers bij uitstek. Verder lezen Interviews met vertalers: Christophe Claro
Boekvertalen in internationaal perspectief: Korea
Het Koreaanse Literature Translation Institute wil het Koreaanse literaire erfgoed beschikbaar maken voor lezers over de hele wereld en stelt met dat doel beurzen beschikbaar voor zowel vertalers als uitgevers. Het LTI heeft, aldus het Koreaanse dagblad The Chosun Ilbo, kort geleden een lijst uitgegeven van vertaalde Koreaanse literatuur. De lijst wordt aangevoerd door dichter Ko Un, van wie Boudewijn Walraven een aantal gedichten vertaalde voor de bundel De zee, de zee: gedichten uit de hele wereld (Van Gennep, 1998). Ook Yi Mun-yol, Lee Chung-joon, Hwan Sok-young en Choi In-hoon smaken het genoegen in andere talen te kunnen worden gelezen.
Het LTI constateert dat er in het afgelopen decennium 358 Koreaanse boeken in 16 talen zijn vertaald, spreekt de vrees uit dat mensen met belangstelling voor Koreaanse literatuur onvoldoende materiaal kunnen vinden om hun nieuwsgierigheid te bevredigen en hoopt met de hulp van getalenteerde vertalers ooit de Nobelprijs voor Literatuur naar Korea te halen.
Boekvertalen in internationaal perspectief: Malawi
In de Neue Zürcher Zeitung schrijft Axel Timo Purr over de benarde positie van literatuur in het Oost-Afrikaanse Malawi, een van de armste landen ter wereld.
Sinds de Malawische regering, in een poging de economie van het land te stimuleren, besloot de meubelindustrie ter wille te zijn met een grootschalige uitgifte van kapconcessies, hebben papierfabrieken de poorten moeten sluiten en is de papierprijs explosief gestegen. Bovendien valt het voor moderne auteurs niet mee boeken aan de man te brengen in een land waar een derde van de bevolking niet kan lezen of schrijven. Verder lezen Boekvertalen in internationaal perspectief: Malawi
Boekvertalen in internationaal perspectief: Finland
Ook in Finland is het voor boekvertalers armoe troef, zo blijkt uit een artikel in de (Engelstalige onlineversie van de) Finse krant Helsingin Sanomat. De Finse vereniging voor tolken en vertalers SKTL deed onderzoek naar de inkomenspositie van aangesloten leden, variërend van literair en technisch vertalers tot tolken en vertaalwetenschappers, en concludeerde dat het inkomen van vertalers tot voor kort de consumentenprijsindex volgde, maar daar het afgelopen jaar duidelijk bij achterbleef. Vertaalster Tarja Roinila legt op basis van het recent gepubliceerde CEATL-onderzoek uit dat een Finse vertaler die fulltime boeken vertaalt moeite heeft duizend euro per maand te verdienen. Ze schrijft (in het Fins) bovendien dat een inkomen dat recht doet aan de eisen die aan de gemiddelde boekvertaler worden gesteld twee tot drie keer zo hoog zou moeten zijn. SKTL-voorzitster Kaijimari Siviil wijst er dan ook op dat ervaren en gerenommeerde vertalers gefrustreerd op zoek gaan naar andere manieren om in hun levensonderhoud te voorzien. Verder lezen Boekvertalen in internationaal perspectief: Finland
Interviews met vertalers: Juliet Winters Carpenter
In de Daily Yumiori Online een portret van vertaalster Japans Juliet Winters Carpenter: van Abe tot Zen. Abe is toneelschrijver, essayist, fotograaf en uitvinder Kobo Abe, van wie ze onder andere Suna no onna vertaalde (De vrouw in het zand, voor Meulenhoff vertaald door Thérèse Cornips), zen een boek van de hand van Kaoru Nonomura over het jaar dat hij doorbracht in de bijna 800 jaar oude soto-zentempel Eihei-ji. Ze werkt nu samen met collega’s van het Doshisha Women’s College of Liberal Arts in Kyoto aan Sakanoue-no kumo, Wolk boven de heuvel, een 8-delig werk over de Russisch-Japanse oorlog geschreven door Teiichi Fukuda, beter bekend onder zijn nom de plume Ryotaro Shiba, van wie ze eerder The Last Shogun vertaalde.
Bron: The Literary Saloon.
Acquirerend boekvertaler
Veel aspirant-boekvertalers kennen het fenomeen: je probeert een voet tussen de deur te krijgen bij het uitgeversgilde door redacteuren en uitgevers warm te maken voor een boek waarvan je al een heel leven vindt dat het moet worden uitgegeven. De lezer schreeuwt er gewoon om. Je schrijft een warm pleidooi in de vorm van een leesrapport, vertaalt een eerste hoofdstuk, laat dat voor de zekerheid door drie verschillende persklaarmakers en vier ervaren collega’s nalezen, overhandigt het resultaat persoonlijk aan de uitgever van het fonds waar jouw boek een hiaat opvult en hoopt er vervolgens maar het beste van.
Er zijn uitgevers die het taaie corvee van boekennieuws lezen, beurzen bezoeken, schrijvers inpalmen, agenten paaien, scouts uithoren en vertalingen uitzetten graag overlaten aan zo’n onbezoldigd acquirerend boekvertaler. De Association des traducteurs littéraires de France ATLF, de Franse evenknie van de Vereniging van Letterkundigen, tikte kort geleden de Parijse uitgever Autrement op de vingers, nadat die kennelijk het ledenbestand van de vereniging had geraadpleegd om boekvertalers een glossy folder te sturen met de vraag ‘hun ontdekkingen met hen te delen’.
In dezelfde folder beval Autrement zestien boeken in de aandacht van de lezer aan, compleet met een foto van het omslag, de titel, de schrijver, de prijs, de uitgever, ja, zelfs het ISBN. Alleen de namen van de vertalers schitterden door afwezigheid…
Bron: Pierre Assouline op zijn blog République des livres.
Boekvertalen in internationaal perspectief: Indonesië
Matheos Viktor Messakh schrijft in The Jakarta Post over de benarde positie van literair vertalers in de Gordel van Smaragd en de kans die Indonesische schrijvers maken in vertaling te worden uitgegeven als ze niet Pramoedya Ananta Toer heten.
Bron: The Literary Saloon.
Interviews met vertalers
‘American in Paris’ Lauren Elkin interviewt op haar blog Charlotte Mandell, die Les bienveillantes van Jonathan Littell* in het Engels vertaalde en nu werkt aan Zone van Mathias Énard. Over dat laatste werk schrijft François Busnel in L’Express: ‘Een van de beste boeken van het jaar. Ambitieuzer en veeleisender dan alle andere. Een absolute must.’ Het werd eind 2008 bekroond met de Prix décembre, de laatste in een jaarlijkse reeks literaire prijzen die begint met de prestigieuze Goncourt en die door de gewaagde keuzes van de jury ook wel liefkozend de anti-Goncourt wordt genoemd. Verder lezen Interviews met vertalers