Net uit: De moord op Margaret Thatcher – verhalen

Mantel-Thatcher[omslag]De moord op Margaret Thatcher – verhalen van Hilary Mantel, vertaald door Ine Willems, uitgegeven door Meridiaan Uitgevers (oorspronkelijke titel The Assassination of Margaret Thatcher)

IJzingwekkend doordacht
Mantels Wolf Hall, Het boek Henry en debuut Veiliger oord worden bejubeld om de meeslepende pen en de rijke verhaalinhoud. En ik jubel blijmoedig mee, want ik vind alle lof terecht. Zeker als lezer. Voor mij als vertaler heeft haar werk een extra facet: zo meeslepend als Hilary leest, zo weerbarstig is ze om te vertalen. En deels zit hem dat in wat ze zelf zegt (elders op dit blog). Haar Engels is geen doorsnee-Engels en ze doorspekt haar verhalen met verwijzingen naar andere literaire werken, historisch feitenmateriaal en volslagen cultuureigen gegevens. Gelegenheid te over dus om sporen na te pluizen voor het geval de achtergrondkennis wijst naar ach-nee-niet-dit-maar-dát-en-geen-ander woord in het Nederlands. Maar naast gelegenheid is er de vierkante noodzaak om te pluizen en piekeren: ik ben zelden een auteur tegengekomen die zo wars van clichés, zo goed gedocumenteerd en zo ijzingwekkend doordacht te werk gaat (Byatt? Atwood?) Geen woord is toevallig in haar teksten en haar leestekens zijn zo mogelijk nog betekenisvoller, want ze zet ze vrolijk in als elementen die bijdragen aan het verhaal zelf, terwijl het gros van de wereld ze toch beschouwt als een soort tekstuele sluitpost, een formaliteit: o ja, daar ‘hoort’ een komma/ punt/ aanhalingsteken. (Ik geloof zelfs dat de felste discussies met de Nederlandse redactie daarover zijn gegaan, over de leestekens.)

Vertalen wat er niet staat
Maar goed, nu is er De moord op Margaret Thatcher, een bundel korte verhalen. Wat mij betreft al even boeiend, rijk en ingenieus als haar verhalen rond de Tudors of de Franse revolutie. En oneindig lastiger te vertalen: een kortverhaal bestaat bij de gratie van open plekken, van alles wat je ongezegd laat tussen de paar welgekozen woorden in. Het is een uitnodiging aan de lezer om zelf invulling en betekenis te geven, en dit zijn uitgekiende uitnodigingen. Prachtig natuurlijk, maar als vertaler zie je je toch voor een probleem gesteld: hoe vertaal je in vredesnaam wat er niet staat, hoe houd je de cruciale open plekken intact? Hoe stuur je een lezer niet het woud in van je eigen interpretatie? Het doet me denken aan het slot van Veiliger oord: Robespierre kijkt terug op een moment uit zijn vroege jeugd, waarin hij gegrepen wordt door het kantklossen van zijn moeder en peinst over de betekenis van de open plekken en summiere draden voor het patroon. Geen idee hoe kantklossen in zijn werk gaat, maar echt: kortverhalen vertalen is net alsof je een kanten kleedje in grove trekken hoort beschrijven en aan de hand van de beschrijving precies dat kleedje moet namaken. Opnieuw ben ik onnoemelijk blij met het feit dat Hilary in leven is en met graagte een achtergrondschets biedt voor verhalen en personages. Het patroon van de kleedjes komt niet voor de volle honderd procent overeen, dat komt het – inherent aan vertalen of welke bewerking dan ook – nooit, maar ver uiteen ligt het dankzij haar ook niet.

Mangelen
Een van de verhalen is natuurlijk ‘De moord op Margaret Thatcher’, waarin een welgestelde burgerdame tot medeplichtigheid toe sympathiseert met de missie van een politiek geëngageerde sluipmoordenaar – als we hem geen terrorist willen noemen. Een stel-dat-spel dat al zoveel aandacht heeft gehad van media en politiek dat ik de schijnwerper nu liever richt op het brute verhaal dat op de valreep aan de Nederlandse bundel is toegevoegd: ‘Het Engelse instituut’. In dat verhaal meldt Marcella zich voor haar eerste dag als meid in een rijk Londens huishouden bij het hoofd van de huishouding, butler Desmond. Beiden hebben een immigrantenachtergrond, zij het dat de een afkomstig is uit een (voormalige) Britse kolonie en de ander uit een opkomende emigratie-economie zonder die eerbare oude band. Ze raken verwikkeld in een strijd om wie van beiden het Britst is, een strijd die ze nota bene uitvechten met hun beheersing van de Engelse taal, in een arena van (zelf)censuur. Grammatica wil wel eens bezwijken, idioom raakt verhaspeld en her en der schiet het register uit. Aan de vertaler de schone taak om allereerst, als non-native speaker, de soms subtiele taalmissers van twee andere non-native speakers te spotten en vervolgens, tegen elk instinct en gebruikelijk professioneel streven in, de eigen moedertaal te mangelen. Met dank aan native speakers Barbara Hendriks-Morison (collega-vertaler) en Jeannine van der Linden (juridisch en letterkundig raadsvrouw), die zich onverdroten hebben laten uitvragen.

Ter illustratie

‘It is not a mere0 room,’ Mr Maddox said, ‘but a facility. Follow1 and I will show you.’ But he turned back. ‘If you were making a joke, I heartily discourage2 you. I myself benefitted from the care of English nursery teacher3. I am joking4 like a native speaker. But in such exclusive postcodes as St John’s Wood, or in any leafy part of this great metropolis5, it is easy to give offence.’

0 a mere
Formeel, tikje ouderwets. Just a room of merely a room zou spreektaliger en eigentijdser zijn. Deze aantekening komt op 0, omdat a mere room pas echt in het oog springt bij wat ik onder 5 noem.

1 Follow me
Follow is niet per se fout, maar me wil er als vanzelf achter.

2 heartily discourage
Heartily past bij feliciteren, aanbevelen, alles wat positief is – tenzij je ironie bedrijft, wat dit personage niet doet.

3 the care of English nursery teacher
The care of AN English nursery teacher, of meervoud teachers.

4 I am joking like a native speaker
Voor gewoonten, vaardigheden, natuurwetten, alles wat duurzaamheid ademt, de present simple, geen present continuous.

5 such exclusive postcodes as, leafy, great metropolis (en it is easy to give offence eigenlijk ook)
Het bombást, die makelaarstermen… zie punt 0.

In het bovenstaande fragment is de butler, meneer Desmond Maddox, in zijn wiek geschoten door een in zijn ogen bijdehante maar in werkelijkheid volmaakt oprechte vraag van Marcella, van wie de verbeelding op hol slaat wanneer ze voor het eerst geconfronteerd wordt met het begrip panic room.

Het is hier nog vrij eenvoudig om te zien wat er wringt en rammelt. Wat eraan af te lezen valt: meneer Maddox is géén native speaker, al kan hij zich uitstekend redden in het Engels. Maar zijn taalgebruik is niet afgestemd op de (sociale) context: hij bezigt ofwel (peper)dure ofwel te populaire bewoordingen, al naargelang zijn stemming en gespreksagenda. Marcella is anders. Ze komt nieuwsgierig en leergierig over, proeft nieuwe woorden en probeert ze uit, kan in de ban raken van uitdrukkingen en is geïntrigeerd door raadselachtige beroepsbenamingen als ‘schrijnwerker’. Haar taal rammelt ook, maar ze gebruikt die onbevangen en ambitieus. Onder emotionele druk laat hun beider grammatica het afweten.

Hilary Mantel over dat fragment:

So Desmond and Marcella are locked in a conflict as to who is the more ‘English’, and their English is elaborate, slightly ‘off’, as you say, and pretentious. It’s also old-fashioned, faded, literary, over-refined. […] Marcella, probably not from a former British colony, but one of those people for whom English is a necessary skill if they are to export themselves. I was quite surprised myself when she said ‘I am not Filipina.’ I think it’s better if we don’t know where she’s from.

Daardoor vielen voor mij al te voor de hand liggende fouten af. Als je taal mangelt, wordt het al heel snel kluchtig, en daar deed ik Marcella en Desmond geen recht mee. De lidwoorden bleven grotendeels overeind, en ik heb het haperen wat verderop gezocht: in kleine zondes tegen idioom en grammatica. De grotere heb ik bewaard voor als een personage met de rug tegen de muur stond.

Dit is de vertaling geworden:

‘Het is niet enkel een kamer,’ zei meneer Maddox, ‘het is een faciliteit. Volg, dan laat ik het u zien.’ Maar hij hield in en draaide zich om. ‘Als u een grapje maakte, dan raad ik u dat van harte af. Ikzelf heb baat gehad bij de zorgen van een Engelse kinderjuf. Ik grap alsof ik een Brit van geboorte ben. Maar in zulke exclusieve postcodegebieden als St John’s Wood, of in welk lommerrijk deel van deze grote metropool dan ook, geeft men gemakkelijk aanstoot.’

Gepubliceerd door

Ine Willems

Ine Willems (1971): (fictie)vertaler vanuit literatuurwetenschap en een even onverzadigbare als omnivore letterlust.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *