Christian Rudder, Wie we zijn wanneer we denken dat niemand kijkt, vertaald door Annoesjka Oostindiër en uitgegeven bij Uitgeverij Atlas Contact (oorspronkelijk titel: Dataclysm: Who We Are (When We Think No One’s Looking).
Wiskunde, maar ook weer niet…
Big Data. Ja, zo zou je het boek kunnen marketen. Het siert Atlas Contact dat ze daar niet voor kiezen, en ik ga dat dus evenmin doen. Maar toch een paar disclaimers. Ja, er komen getallen in voor. Ja, er staan aardig wat grafieken en tabellen in. En ja, het is geschreven door een wiskundige (van Harvard nog wel) die later de datingsite OkCupid oprichtte, maar misschien is dat voor andere mensen juist een extra aanbeveling voor dit boek. Denk bij grafieken bijvoorbeeld aan kenmerkende woorden die blanke Amerikaanse vrouwen op een datingsite gebruiken om zichzelf te beschrijven (blauwe ogen, vierwielaandrijving, country girl, wat best goed past bij de klaarblijkelijke voorliefde voor houthakken van blanke mannen), wat de automatische aanvulfunctie van Google ons kan vertellen (volgens Rudder in ieder geval dat het homohuwelijk over een aantal jaar breder geaccepteerd zal zijn) en of homo’s en hetero’s op een datingsite eigenlijk naar dezelfde dingen op zoek zijn — en zo ja, welke dingen: een jong ding, een rijke vent of een onenightstand? Rudder doet er niet geheimzinnig over dat hij experimenten heeft uitgevoerd op OkCupid, waaronder een ‘Liefde is blind’-dag. Wat bleek? Je zou denken dat iemands foto het allerbelangrijkst is, maar misschien zijn mensen wel eerder op zoek naar ‘een agnostische, linkse, niet-rokende hondenliefhebber zonder kinderen, die uiteraard ook goed is in bed’, los van hoe diegene eruitziet.
Digitale voetafdruk
Maar goed, Big Data dan toch nog even. Het begrip ‘data’ komt volgens het register overigens 49 keer voor, ‘Big Data’ maar drie keer. Het is een begrip dat je overal hoort (ik in ieder geval wel, maar dat kan natuurlijk aan de vertaling liggen1) en meestal in een negatieve context. Bedrijven verdienen er een hoop geld mee (Facebook, Google maar ook ING, die daar een proefballonnetje over opliet) en sommige marketingmensen noemen het zelfs een heilige graal2.
Christian Rudder kijkt anders naar de wereld om zich heen en dat levert een informatief en leuk boek op. Nou ja, leuk… Als alleenstaande vrouw van dertig plus is het misschien even schrikken dat veel mannen toch vooral naar een meisje (jonger dan 21) op zoek zijn (op pagina 41 staat een tamelijk schokkende grafiek). En als niet-blanke vrouw heb je bovendien ook nog eens minder kans op een baan. Dat Amerikanen, toen Obama werd gekozen, opeens op ‘Ku Klux Klan’ gingen googelen zet aan tot denken, maar één verkeerde tweet en je bent niet alleen je baan maar ook bijna je leven kwijt (Justine Sacco: ‘Op weg naar Afrika. Nu maar hopen dat ik geen aids krijg. Grapje! Ik ben blank.’ Ik had die rel zelf niet opgepikt, mijn nichtjes van twaalf wel.) Eigenlijk zou ik over dit boek moeten gaan twitteren om het aan de man te brengen, maar na Rudders voorbeelden en iets wat een vriendin vorig jaar heeft meegemaakt, voelt het medium voor mij eerder als de moderne variant van een steniging aan.
Het is Christian Rudder niet te doen om flauwe borrelpraat en om uit te leggen of de NSA nou echt via je webcam in je huiskamer kan kijken. Nee, Rudder houdt ons een spiegel voor, al is dat een spiegel die soms een wat onaangenaam beeld oplevert, namelijk dat van een racistisch, vrouwonvriendelijk en homofoob persoon. Rudder wil ons laten zien dat onze digitale voetafdruk en de data die bedrijven als Google en ja, misschien zélfs Facebook, verzamelen deels wel degelijk nuttig kunnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan GoogleFlu, maar ook aan geschiedenisboeken die in de toekomst een veel vollediger tijdsbeeld kunnen schetsen; stel je de Tweede Wereldoorlog maar eens mét Twitter en Instagram voor.
Vertaalkwesties
Ten slotte wil ik nog wijzen op twee specifieke vertaalkwesties. Ik heb voor het eerst in een boek een aantal ‘noten van de vertaler’ laten opnemen. Als een van die onzichtbare vertalers doe ik dat liever niet, maar bij dit boek moest ik me eerlijk gezegd inhouden om bepaalde zaken uit te leggen die hier misschien niet, maar in Amerika wél bekend verondersteld mogen worden, omdat ik het jammer vond als Rudders vaak grappige inzichten aan de Nederlandse lezer voorbij zouden gaan.
En ik ga toch afsluiten met de oproep: koop dit boek! Want als er een tweede druk komt kan ik Dr. Phil misschien alsnog een ‘charlatan’ noemen. Twee collega’s en de persklaarmaker struikelden erover, terwijl de uitgever me min of meer carte blanche gaf. Stiekem heb ik er nog steeds spijt van dat ik het niet heb gedaan…
1 Oproep aan de lezers van dit blog: er bestaat vast een woord voor dat fenomeen, alleen kan ik er even niet opkomen. Dat je dus net hebt moeten vertalen dat er zoiets als een ‘Klout-score’ bestaat (de mijne zal vermoed ik 2 zijn) en die term vervolgens overal tegenkomt.
2 Zoals op BNR, tijdens de Boardroomsessie Big Data. Deze bron zet ik er expres met een knipoog bij, omdat Rudder in zijn noten opvallend vaak naar Wikipedia verwijst. Alsof een wiskundige van Harvard die site nodig heeft om grafentheorie uit te leggen aan een leek…
In antwoord op noot 1: dat heet in goed Nederlands priming: http://nl.wikipedia.org/wiki/Priming_(geheugen)
Dank je wel, Wim. Priming?! Ik dacht dat ik het woord zou herkennen zodra iemand met het verlossende antwoord kwam, maar nee dus. Ik hoop maar dat ik dat ‘Nederlandse’ woord in mijn volgende vertaling niet ga tegenkomen.