De nederzetting van Assaf Gavron, vertaald door Sylvie Hoyinck, verschenen bij Nieuw-Amsterdam.
Eerste zinnen zijn lastig. En intimiderend, want je bent nog niet helemaal thuis in de taal van de auteur en het boek. Je komt er altijd nog een paar keer op terug, om te checken of dat wat je verderop tegenkomt, ook al in die eerste zin verpakt zit. En als dat zo is, hoe je dat dan het beste in de vertaling kunt laten terugkomen. Bij Gavron is het niet anders.
Zo gewóón
In deze roman wordt het verhaal geschetst in korte scènes. Op subtiele wijze laat Gavron de ideeën en perspectieven van de verschillende personages doorschemeren in de taal. Het boek heeft een proloog, getiteld De velden. Deze proloog begint met een nogal korte zin:
.ראשונים היו השדות
Een ogenschijnlijk eenvoudig zinnetje, risjoniem hajoe hasadot, dat op meerdere manieren vertaald kan worden: ‘De velden waren er ’t eerst’, was mijn eerste keus. Als vertaling is er niks op aan te merken, maar later blijkt dat dit het toch net niet is. Dit klinkt alsof die velden er al waren en door Otniël Asís in gebruik genomen worden. Dat is niet het geval: hij is degene die bovenop een heuveltop een paar groenteveldjes aanlegt. Deze vertaling werd dus in tweede instantie aan de kant geschoven.
‘Het begon met de velden’ kan ook, maar is zo gewóón. De woordkeus van de auteur is opvallend. Als hij het gewóón had willen zeggen, zou hij een ander woord gekozen hebben dan risjoniem. Door risjoniem te gebruiken, klinkt het begin van Genesis mee. Ligt het aan mij dat ik dat mee hoor klinken (beroepsdeformatie)? Moet het terugkomen in de vertaling? Een paar zinnen later blijkt dat het niet aan mij ligt en dat het ook echt nodig is dat het meeklinkt. ‘Het begon met de velden’ mist het effect van het Hebreeuws: de taal moet je direct meenemen naar een ietwat bijbels register. Weer een optie afgekeurd.
Bijbelse woordkeus
De tweede zin heeft al net zo’n bijbelse woordkeus: in die dagen. Ook daar zou de auteur een andere, minder bijbelse, formulering hebben kunnen kiezen. Dat heeft hij echter niet gedaan en het voert ons verder mee in het gezalfde perspectief van Otniël Asís. Want Otniël, die bijna per ongeluk de stichter is van de nederzetting waarom het in dit boek draait, is een gelovig mens met de diepe overtuiging dat hij als Jood de plicht heeft om eraan mee te werken om heel het historische Israël door joden te laten bewonen. Ja, Jood mét hoofdletter, want het is een aanduiding die in zijn kringen met trots gebruikt wordt en dient ter onderscheid van anderen.
Otniëls visie op de wereld wordt helemaal beklonken door de vierde zin van de proloog die onmiskenbaar verwijst naar Genesis: niet God, maar Otniël zag dat het goed was. Dus het bijbelse moet ook in die eerste zin verwerkt worden.
Heel even heb ik de neiging gehad om de eerste zin eenvoudigweg te vertalen met ‘In den beginne.’ Maar dat is niet wat er staat. En bovenal doet het helemaal geen recht aan de subtiliteit van de auteur. Dus werd het ‘Eerst waren er de velden’, een zin waarin het bijbelse ‘de aarde was’ meeklinkt, zonder een direct citaat uit Genesis te zijn. Een zin die recht doet aan Gavrons subtiliteit. De manier waarop hij in een paar zinnen mensen en hun wereldbeeld haarscherp neerzet en ze daarbij in hun eigen waarde laat, is fenomenaal. Het maakte het vertalen van dit boek tot een waar genot.
Assaf Gavron wordt tijdens het Crossing Border Festival op zaterdag 15 november 2014 tussen 21.00 en 21.30 uur geïnterviewd door Arjan Visser.
* Athenaeum Boekhandel plaatste dit artikel op 29 juli van dit jaar op de website. Wij nemen het nu met hun toestemming over.
Heel interessant, dank je wel!
Prachtige vertaling van deze beginzin!