Iedereen kan vertalen?

door de Taskforce Jeroensdag

‘Wij schrijvers bedenken zinnen vanuit het niets, maar mijn vertalers moeten dat “gegeven”, dat subtiel van aard is of assonantie kent, culturele verwijzingen bevat of woordspelig is, in zijn delen ontleden en in een volstrekt andere taal weer in elkaar zetten, waarbij zo weinig mogelijk van het beoogde verloren mag gaan.’ (David Mitchell in Vrij Nederland, 24/07/’10, vert. Harm Damsma en Nick Miedema.)

Veel lezers, misschien wel de meeste, hebben daar geen idee van. Wij, vertalers, komen ze tegen op boekenbeurzen, manifestaties als Manuscripta, boekpresentaties, enz. Vertalen, hoezo? Moet dat? Hoe gaat dat? Dat is toch niet zo moeilijk! Daar heb je Google voor of andere vertaalprogramma’s. Toen CEATL (Europese Raad van Verenigingen van Vertalers) in het voorjaar voorstelde de feestdag van de patroon van de vertalers, St. Jeroen op 30 september, aan te grijpen om het vertalersvak onder de aandacht van het publiek te brengen, ontstond bij vertalers van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) het idee om bezoekers van boekhandels of bibliotheken op die dag even mee te nemen op het kronkelige, vaak moeilijk begaanbare pad van de boekvertaling. Hoe slaagt de vertaler erin niet alleen de letter maar vooral de geest van de schrijver en zijn kunstwerk te begrijpen en in de doeltaal om te zetten? Hoe zorgt hij ervoor dat de lezer ook in de
vertaalde versie gegrepen wordt door het literaire talent van de auteur en niet hoeft te struikelen over hotsebotsend taalgebruik?

Jeroensdag

In een artikel in het Duitse culturele tijdschrift Titel-Magazin schreef Michael Kleeberg in 2006 over de frustratie die Thomas Mann had overgehouden aan de kritiek waarmee de vertalingen van zijn boeken, vooral vanwege ontoereikende vertalingen, in de VS waren ontvangen:

Thomas Mann … hat jahrelang darunter gelitten, daß seine Romane bei der amerikanischen Kritik als „pompous“ und „ponderous“ verschrieen waren und nie bemerkt, daß seine so sympathische und treue Übersetzerin einfach zwei Drittel seiner Sprache nicht verstanden hatte und deshalb falsch übersetzte. So entstehen Legenden, so entsteht der internationale Ruf eines Autors, und Sie werden noch heute außerhalb Deutschlands wenige Menschen finden, die Thomas Mann als einen brillanten Ironiker und humoristischen Autoren bezeichnen würden.

Zoals David Mitchell in het begincitaat van dit blog getuigt, zijn auteurs zich er (meer dan veel uitgevers) meestal zeer van bewust dat een goede vertaler onmisbaar is om in het buitenland bekendheid te verwerven. Ook al worden digitale vertaalprogramma’s steeds beter, meer dan een eerste aanzet tot een vertaling kunnen ze toch niet produceren. Wat moet een lezer bijvoorbeeld met de Googlevertaling van de volgende loftuiting die Umberto Eco – in een citaat van de Frans-Iraanse journalist en auteur Lila Azam Zanganeh – de goede vertaler toezwaait:

Techniquement, traduire signifie alors “comprendre le système intérieur d’une langue et la structure d’un texte donné dans cette langue, et construire un double du système textuel qui, sous une certaine description, puisse produire des effets analogues chez le lecteur”. (Umberto Eco in ‘Dire presque la même chose, traduire sans trahir’, Lila Azam Zanganeh, Le Monde 14/09/’07.)

Google komt met de volgende krompraat, waarvoor zowel Eco als Azam Zaganeh zich dood zou schamen:

Technisch zou, wanneer vertaald betekent “om het systeem te begrijpen binnen een taal en structuur van een tekst in die taal, en het opbouwen van een duplicaat van de tekstuele systeem dat, onder een bepaalde beschrijving, kunnen soortgelijke effecten te produceren in de lezer”. (Umberto Eco in ‘Aan bijna hetzelfde zeggen, zonder verraad te plegen vertalen’, Lila Azam Zanganeh, De Wereld 14/09/’07.)

Pardon?

Reden genoeg om de lezer een beetje inzicht te geven in het vertaalproces. Dus zullen we met een aantal vertalers op zondagmiddag 30 september in de hal van de Centrale Openbare Bibliotheek in Amsterdam, gewapend met een computer, een beamer en een projectiescherm, de bezoekers van 13.00 tot 17.00 uur laten zien dat vertalen knap lastig kan zijn, dat er vaak meerdere vertalingen mogelijk zijn en dat iedere taal zijn woordspelingen, grappen en uitdrukkingen kent, die zich niet zomaar in een andere taal laten vatten. Terwijl de vertalers beurtelings op een computer aan het werk zijn worden de resultaten op een groot scherm geprojecteerd. Aanwezige bezoekers kunnen behulpzaam zijn bij het zoeken naar vertaaloplossingen en zo aan den lijve ervaren wat dat is, vertalen.

De volgende professionele vertalers hebben hun medewerking toegezegd:

  • Kitty Pouwels, een dialoog uit Help van Alix Ohlin
  • Ineke Lenting, een fragment uit de thriller Criminal (Genadeloos), van Karin Slaughter
  • Annelies Jorna, uit het prentenboek Red & Yellow’s Noisy Night (Een nacht vol herrie), van Josh Selig
  • Renée Zwijssen, een fragment uit het romantische The Greek Tycoon’s Achilles Heel (Kussen in Athene), Lucy Gordon
  • Gerda Baardman, het gedicht If van Rudyard Kipling
  • Karina van Santen, uit de literaire thriller: 13 Uur, Deon Meyer
  • Maarten van der Werf, non-fictie: Thinking Small. The Long Strange Trip of the Volkswagen Beetle (Het kleine wonder. Hoe de Volkswagen Kever de wereld veroverde), Andrea Hiott, en
  • Renée Vink, de vertaalster van de fantasyreeks van George Martins A Song of Ice and Fire, licht een tipje van de sluier op van het nog niet verschenen deel 6 van deze serie: The Winds of Winter.

Met financiële steun van PETRA (Europees Platform voor Literaire Vertaling) wordt het ongetwijfeld een gedenkwaardig evenement.

Een gedachte over “Iedereen kan vertalen?”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *