De vertaler speelt een belangrijke rol. Hij maakt een boek toegankelijk voor een publiek dat liever in de eigen taal leest of de brontaal niet meester is. Dat kost niet alleen moeite en tijd, voor een goede vertaling is ook kennis over het onderwerp nodig en een uitstekende beheersing van bron- en doeltaal.
Toch staat de vertaler meestal niet prominent vermeld. Meestal staat hij alleen in het colofon en soms zelfs helemaal nergens. Een enkeling haalt het titelblad, soms door onderhandeling, vaker omdat het boek wordt uitgebracht bij een uitgever die het belang van de vertaler inziet.
In een artikel op de literatuurwebsite Three Percent schrijft Chad W. Post echter dat bij de titel The Walls of Delhi van Uday Prakash (2012) de vertaler – Jason Grunebaum – nog nadrukkelijker wordt vermeld: op de omslag én op de rug, in even grote letters als de titel en de naam van de auteur zelf.
Terecht werd dit aangemerkt als de nieuwe standaard. Zo niet als realiteit, dan wel als iets om naar te streven.
Vertalers op de kaft lijkt me een belangrijke stap in de goede en professionele richting. Lezers weten vaak niet wat vertalen inhoudt, en dat is geen schande, zelf wist ik tot voor kort ook niet hoe ingewikkeld het verven van een balkon is (met coating), om maar (eens) iets te noemen.
Verscholen in de anonimiteit word je uiteraard makkelijk over het hoofd gezien. Als je naam steeds weer zo wordt vermeld dat lezers hem duidelijk kunnen waarnemen, kun je een vertrouwensrelatie opbouwen en bestaat er een kans dat je als speler in het literaire veld wordt erkend.
Misschien komt iemand op het idee om de vertaler bijvoorbeeld uit te nodigen voor een lezing, met de schrijver, of ook zonder de schrijver, als je een avond op een bepaalde manier vormgeeft.
Vertalers zijn de beste lezers die er zijn en ze hebben iets te vertellen over de boeken waarmee ze maandenlang hebben geleefd.
Auteur Gerbrand Bakker schreef naar aanleiding van de tournee Vertalersgeluk (ook een initiatief om vertalers zichtbaar te maken):
(Zie ook Bakkers eigen website.)
Volgens mij hoort het bij ons vak als literatuurspecialisten dat we ons wat meer moeten laten zien.
En dat is goed te combineren met de eigenschap ‘bescheidenheid’ die veel vertalers siert, maar die er misschien ook toe bijdraagt dat veel mensen ons zien als een soort typistes die de tekst ‘overtikken in een andere taal’ door van een rood woordje een blauw woordje te maken. Ons imago werkt onderwaardering en onderbetaling in de hand.
Lezers kunnen alleen maar begrijpen wat vertalen inhoudt als wij het ze vertellen en laten zien. Onze naam op de kaft is een stap in de goede richting, net als alle andere initiatieven die ons zichtbaar maken.
Dag Maarten,
Dat een vertaler een boek toegankelijk maakt voor een anderstalig publiek, vind ik een understatement, omdat je daarmee eigenlijk suggereert dat de vertaler alleen maar een ander papiertje om het boek heen doet. De reden dat de naam van de vertaler op het omslag moet is volgens mij veel fundamenteler, namelijk dat er sprake is van gedeeld auteurschap: niet alleen de buitenkant van een boek verandert als het wordt vertaald, maar het hele boek. Tenminste, als je aanneemt dat stijl en ritme niet alleen maar buitenkant zijn. (cf. Walter Benjamin: “Dennoch könnte diejenige Übersetzung, welche vermitteln will nichts vermitteln als die Mitteilung – also Unwesentliches. Das ist denn auch ein Erkennungszeichen der schlechten Übersetzungen.“)
Groet,
Martin
Ik vergat nog te melden dat er een aardige collectie boekomslagen met vertalersnaam te vinden is op de website van de CEATL, hier. Het verschijnsel komt ook in Nederland steeds vaker voor, is mijn indruk.