De VvL en de niet-literairen (5): het begin

Wat vooraf ging
In augustus 2009 leggen we de Vereniging van Letterkundigen, een afdeling van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV), de vraag voor of ze behalve de belangen van literair vertalers ook de belangen van niet-literair boekvertalers kan en wil behartigen. We schreven daar op 28 augustus 2009 een stuk over (onder aan die pagina vind je koppelingen naar de overige delen van de reeks). Het voorlopige antwoord luidt dat de belangen van niet-literair boekvertalers te veel afwijken van die van de primaire doelgroepen van VvL en de Freelancers Associatie (FLA), een andere afdeling van de VSenV, om niet-literair boekvertalers op te nemen in de bestaande organisatie. De koepel VSenV en de afdeling VvL zijn echter wel bereid ons de helpende hand toe te steken.

We gaan met bestuursleden van de Werkgroep Vertalers, de VvL en de VSenV rond de tafel zitten om uit te leggen wat we voor niet-literair boekvertalers willen bereiken: respect voor ons werk, dat tot uitdrukking komt in een fatsoenlijk honorarium en behoud van de ons toekomende rechten. We bespreken drie opties: een zelfstandige vereniging, buiten de structuur van de VSenV, een eigen afdeling binnen die structuur, naast de VvL, en ten slotte een aparte werkgroep naast de reeds bestaande VvL-werkgroepen. We krijgen als huiswerk mee aan te tonen de VSenV nodig te hebben om onze belangen te behartigen, en die belangen te vertalen in haalbare doelen.

Enquête en Verzoek tot toetreding
Om de professionele behoeften van boekvertalers in kaart te brengen, houden we een enquête. De conclusies zijn schrijnend: bijna de helft van de respondenten draagt exploitatierechten over, en de boekvertalers die niet het door VvL en Nederlands Uitgeversverbond (NUV) in hun herenakkoord uitgewerkte modelcontract krijgen, en het bijbehorende ‘redelijke en gangbare tarief’, werken voor tarieven die 20 tot soms wel 50 procent lager liggen.

Eind december 2009 dienen we een Verzoek tot toetreding in bij de VvL. We onderbouwen onze doelen met de resultaten van de enquête, geven middelen aan, onderstrepen de noodzaak van deelname aan het politiek overleg over het auteurscontractenrecht en wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van boekvertalers. De conclusie luidt dat niet-literair boekvertalers zich moeten organiseren om verbetering in hun marktpositie te kunnen brengen. Onze voorkeur gaat vanzelfsprekend uit naar aansluiting bij een vereniging die al ruim een eeuw belangen van schrijvers en vertalers behartigt.

VvL-voorstel
Twee maanden later geeft het VvL-bestuur in een voorstel aan onverminderd bereid te zijn met niet-literair boekvertalers in overleg te gaan over een mogelijke vorm van belangenbehartiging. Tijdens een vervolggesprek korte tijd later zetten we gezamenlijk nog een paar puntjes op de i. De VvL wil niet-literair boekvertalers helpen bij pogingen de interne samenhang en onderlinge solidariteit te vergroten en stelt hun vertegenwoordigers in de gelegenheid een jaar lang gebruik te maken van de faciliteiten van de vereniging. Tijdens dat jaar overlegt een afvaardiging van niet-literair boekvertalers met leden van de Werkgroep Vertalers van de VvL intensief over de organisatorische uitwerking van een mogelijke belangenbehartiging.

Hoewel literair en niet-literair vertalers veel gemeenschappelijk hebben, liggen hun belangen op het terrein van arbeidsvoorwaarden te ver uiteen om door de al bestaande werkgroep vertalers te kunnen worden behartigd. De toelatingscriteria zouden naar beneden toe moeten worden bijgesteld, omdat voor veel niet-literair boekvertalers geldt dat er geen ‘literair werk van substantiële omvang onder redelijke voorwaarden is gepubliceerd door een professioneel geleide uitgeverij’, waardoor de verworvenheden van de bestaande leden van de werkgroep op de tocht zouden komen te staan. Onder ‘redelijke voorwaarden’ verstaat de VvL een contract waarmee de vertaler geen exploitatierechten overdraagt, waarin naast een honorarium een royaltyclausule is opgenomen en dat duidelijke beëindigingsmogelijkheden stipuleert.

Toch kan de VvL veel voor algemeen boekvertalers betekenen. Zo is de VvL in samenwerking met de VSenV als geheel en het Platform Makers nauw betrokken bij de ontwikkelingen op het gebied van het auteursrecht, heeft ze regelmatig overleg met uitgevers, biedt ze leden een plek om samen te komen, verstrekt ze informatie op het gebied van belastingen, verzekeringen, pensioenen en juridische zaken, en faciliteert en organiseert ze bijeenkomsten.

De Werkgroep Algemeen Boekvertalers i.o.
De afvaardiging van niet-literair boekvertalers tooit zich met de naam Werkgroep Algemeen Boekvertalers (in oprichting). ‘Werkgroep’ omdat gaande het overleg blijkt dat een werkgroep de meest voor de hand liggende bestuurlijke vorm is om de belangenbehartiging voor niet-literairen in te gieten, ‘algemeen’ om aan te geven dat vertalers van alle genres — spannende boeken, romantische fictie, strips, non-fictie, noem maar op… — welkom zijn, en ‘boekvertalers’ omdat het initiatief tot het project op de gelijknamige Yahoo-mailinglist is geboren en om aan te geven dat de werkgroep alleen de belangen van vertalers van boeken wil behartigen. De Werkgroep Vertalers, die de belangen behartigt van literair vertalers, wordt omgedoopt tot Werkgroep Literair Vertalers.

Janne Rijkers, juridisch vraagbaak van de VSenV en coördinatrice van de VvL, werkt het verzoek tot toetreding verder uit. In februari gaan de leden van de Werkgroep Vertalers akkoord met het verzoek, in maart het VvL-bestuur en op 28 mei geeft uiteindelijk ook de Algemene Ledenvergadering van de VvL aan ‘geen bezwaar’ te hebben: ‘een bijzonder evenwichtige uitkomst die alleen maar lof verdient’, aldus belangenbehartiger van het eerste uur Rien Verhoef.

De Werkgroep Algemeen Boekvertalers
De Vereniging van Letterkundigen telt sinds 28 mei 2011 naast de bestaande werkgroepen Kinder- en Jeugdboeken, Theater, Poëzie, Proza en Literair Vertalers dus ook een Werkgroep Algemeen Boekvertalers. De nieuwe werkgroep hanteert andere lidmaatschapsvoorwaarden dan de Werkgroep Literair Vertalers. Belangrijk is dat op het vertaalde werk in beginsel auteursrecht rust. In dat beginsel schuilt het verschil: moet de literair vertaler om lid te kunnen worden van de Werkgroep Literair Vertalers een contract met ‘redelijke voorwaarden bij een professionele uitgeverij’ overleggen, mag de ‘algemeen boekvertaler’ ook een contract overleggen voor een vertaling waarop in beginsel het auteursrecht rust, maar waarmee het exploitatierecht wordt overgedragen (in plaats van in licentie gegeven).

We zetten de lidmaatschapsvoorwaarden even op een rij:

  1. op het vertaalde werk rust in beginsel auteursrecht;
  2. twee contracten bij een professionele uitgeverij — als leidraad kan de ledenlijst van de Groep Algemene Uitgevers van de NUV dienen;
  3. een contributie van € 164 per jaar (die in de meeste gevallen fiscaal aftrekbaar is).

We roepen alle algemeen boekvertalers die aan die voorwaarden voldoen dan ook van harte op om lid te worden van de nieuwe werkgroep. Met het aanmeldingsformulier geef je je op als lid van de VSenV. Geef op het formulier aan van welke afdeling en werkgroep je lid wilt worden. Je kunt voor het contributiebedrag van € 164 lid worden van meerdere afdelingen en werkgroepen. Vertaal je niet alleen strips, maar schrijf je ook filmscenario’s, kun je je dus opgeven voor zowel de VvL als het Netwerk Scenarioschrijvers. Vertaal je behalve chicklit ook literatuur tegen de voorwaarden van het modelcontract, zoals voor veel boekvertalers geldt, kun je je binnen de VvL opgeven voor zowel de Werkgroep Literair Vertalers als de Werkgroep Algemeen Boekvertalers.
boekvertalers.nl

4 gedachten over “De VvL en de niet-literairen (5): het begin”

  1. Geweldig dat de vakvereniging nu plaats biedt aan al haar beroepsbeoefenaars. Dat dit bericht de verste uithoeken maar moge bereiken en dat boekvertalers zich maar en masse mogen verenigen!

    Gefeliciteerd, beste werkgroep,
    Ine

  2. Interessant nieuws!

    Wat betekent het juist dat een vertaler zijn exploitatierechten niet mag overdragen? Een uitgever kan het boek toch niet uitgeven als hij geen exploitatierechten heeft? En een auteur draagt zijn exploitatierechten – om die reden- toch ook over? Waar zit het verschil tussen auteur en vertaler dan? Of wat wordt er met die exploitatierechten bedoeld?
    Dank je wel!

  3. @Aline. Dat klopt. Het auteursrecht op een vertaling berust in beginsel bij de vertaler, net als het auteursrecht op een roman bij de schrijver ervan berust. Of zoals de Belgische auteurswet het in artikel 1 beschrijft: ‘Alleen de auteur van een werk van letterkunde of kunst heeft het recht om het op welke wijze of in welke vorm ook te reproduceren of te laten reproduceren.’ Ook een vertaler geldt als auteur of maker. De Berner Conventie stipuleert in artikel 2, lid 3 bijvoorbeeld dat een vertaling als een oorspronkelijk werk moet worden beschouwd. Zowel België als Nederland hebben het verdrag geratificeerd, België meteen in 1887, Nederland op aandringen van de Vereeniging van Letterkundigen in 1912, omdat eerst de nieuwe Auteurswet 1912 in werking moest zijn getreden.

    Je kunt als vertaler een uitgever toestemming geven de vertaling uit te geven, te exploiteren. Dat exploitatierecht kun je overdragen, maar dan ben je het ‘kwijt’. Je kunt het ook omkleed met voorwaarden over bijvoorbeeld honorarium, royalty’s, woordprijs, termijnen en presentexemplaren — denk aan de voorwaarden van het Modelcontract* dat VvL en NUV in een herenakkoord overeen zijn gekomen — in licentie geven aan de uitgever.
    Overigens heeft de Vlaamse Auteursvereniging met de (Nederlandse) Groep Algemene Uitgevers en de Vlaamse Uitgevers Vereniging eind 2010 een ‘sectoroverenkomst’ gesloten. Aan een gelijksoortig modelcontract voor vertalingen wordt gewerkt.

    Het auteursrecht bestaat uit twee componenten: het exploitatierecht en de zogenaamde persoonlijkheidsrechten. Vaak zie je dat de termen auteursrecht en exploitatierecht als synoniem worden gebruikt. Het exploitatierecht kun je in licentie geven of overdragen, de persoonlijkheidsrechten zijn onvervreemdbaar. Tot die laatste behoren bijvoorbeeld het recht op vermelding van je naam en het recht bezwaar aan te tekenen tegen ongevraagde (en onredelijke) wijzigingen in je werk. Ook als je het exploitatierecht overdraagt, behoud je je persoonlijkheidsrechten. Hier (kader) gaan we daar iets uitgebreider op in. Als je meer wilt weten over het auteursrecht, kan ik je de website van de Stichting Auteursrechtbelangen en die van het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam aanbevelen.

    Er bestaat weliswaar verschil tussen de Nederlandse auteurswet en de Belgische, maar er zijn ook veel overeenkomsten. De Belgische auteurswet noemt in Hoofdstuk II, afdeling 2, artikel 34 bijvoorbeeld het ‘onvervreemdbaar moreel recht’ van de uitvoerend kunstenaar op zijn prestatie.

    *) Zieo ok de Toelichting bij het Modelcontract.

  4. Een verschil dus tussen exploitatierechten overdragen en in licentie geven …

    Bedankt voor je uitvoerige antwoord, Richard!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *