Jasper Jones

Australië, 1965. Charlie Bucktin, een brave, onzekere jongen van dertien jaar, kan op een warme zomernacht niet slapen en ligt te lezen in Pudd’nhead Wilson. Dan wordt er plotseling op zijn slaapkamerraam gebonsd. Het is Jasper Jones, veertien jaar, half Aboriginal, het zwarte schaap van het dorp. Hij heeft iets vreselijks meegemaakt en roept de hulp in van Charlie, die hij eigenlijk niet kent, maar achter wiens slaapkamerraam nog licht brandt.

De eerste zin van het boek luidt: Jasper Jones has come to my window. Simpel zinnetje, toch? ‘Jasper Jones is naar mijn raam gekomen’. Toch klinkt dat om de een of andere reden niet goed, maar waarom niet? Het ritme klopt niet, die zin is te traag. Bovendien gaat het in het Engels vooral om het resultaat, het gaat erom dat Jasper Jones daar nu staat. Misschien: ‘Jasper Jones staat voor mijn raam´.

Maar is dat weer niet te statisch, te weinig actief? Hoe weet de lezer nu dat Jasper Jones daar zelf naartoe is gegaan en niet als een deus ex machina uit de lucht is komen vallen? Dat hij buiten staat, en niet binnen? Moet er toch niet iets van die actie, van die beweging in?

Een bladzijde verderop staat: Jasper Jones is at my window. Leuk, nu kan ik dus niet nog een keer ‘Jasper Jones staat voor mijn raam’ gebruiken, het moeten twee verschillende zinnen worden. In het boek kom ik de zin of een variatie erop nog een paar keer tegen en hij krijgt iets beklemmends, iets van een bezwering. De zin heeft vaak een schokeffect, zoals je in een griezelfilm opeens ergens een gestalte ziet staan. En bij ‘Jasper Jones is naar mijn raam gekomen’ schrikt de lezer niet. Die denkt hooguit lacherig aan het liedje ‘Joepie Joepie is gekomen (heeft mijn meisje meegenomen)’.

In zijn fantastische artikel over vertalenFound in Translation’ schrijft Michael Cunningham onder meer over zulke bedrieglijk eenvoudige zinnetjes aan de hand van de eerste zin van Moby Dick van Herman Melville: Call me Ishmael. Hij zegt dat die zin in de vertaling net zo krachtig en overtuigend moet worden, maar ook muziek moet hebben, hij moet klinken, niet alleen wat betreft ritme, maar als het kan ook wat betreft klank. Dat is wat elke vertaler zal herkennen en moet proberen te bereiken. Of het mij is gelukt? Koopt en leest!

Craig Silvey: Jasper Jones, uitgeverij Cargo.

Dit artikel is eerder verschenen op de site van Boekhandel Athenaeum.

Gepubliceerd door

Lidwien Biekmann

Lidwien Biekmann studeerde Engelse Taal- en Letterkunde in Groningen en is sinds 1993 literair vertaler. Ze vertaalde werk van o.a. Margaret Atwood, Indra Sinha, Yiyun Li, Frank Cottrell Boyce, Kopano Matlwa, Penny Dolan en Olivia Fane.

5 gedachten over “Jasper Jones”

  1. Hoi Lidwien,

    Mooie beginzin, en een interessante kwestie die je aansnijdt. Typisch een dilemma voor een literair vertaler, lijkt me. Simpel kan zo ingewikkeld zijn.
    Waar ik benieuwd naar ben is wat je zelf van het boek vindt. ‘Koopt en leest’ is alvast een aanbeveling, maar enige aanvulling hierop is welkom, wat mij betreft.

  2. Hoi Anna,

    Ja, dat is natuurlijk wel een gewetensvraag. Ik heb soms het gevoel dat ik de literaire kwaliteit van een boek dat ik heb vertaald niet meer objectief kan beoordelen. Bovendien ken ik jouw smaak natuurlijk niet. Maar in elk geval is het spannend, sfeervol, onderhoudend en af en toe hilarisch. (En ik heb het met veel plezier vertaald.)

  3. Het schoot me opeens te binnen dat de American Book Review ooit een lijst heeft gepubliceerd van de ‘100 Best First Lines from Novels’.
    Ik wilde de link van de website hier kopiëren, maar dat lukt niet. Maar als je bovenstaande invoert in het zoekvenster, komt het vanzelf op je scherm.
    Het is een oude lijst, uit 2006, maar nog steeds interessant.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *