Gelukkig komt het niet vaak voor, maar soms wordt een vertaler benaderd met het verzoek een boek te vertalen waarvan hij de strekking bedenkelijk vindt. Bedenkelijkheid bestaat echter in soorten en maten. Wat voor de een beslist niet door de beugel kan, vindt de ander hoogstens onschadelijke onzin. Wat in de ogen van de een onbewijsbare en zelfs gevaarlijke kletskoek is, vertegenwoordigt voor de ander zijn diepste levensovertuiging. Er zijn natuurlijk extreme gevallen. Er zullen bijvoorbeeld niet veel vertalers zijn die zonder een spier te vertrekken aan een hervertaling van Mein Kampf zouden beginnen, gesteld dat die in Nederland op de markt mocht worden gebracht. Dat is duidelijk genoeg, al zou men kunnen aanvoeren dat het publiek ook van dat boek moet kunnen kennisnemen om zelf te kunnen oordelen waarom het verwerpelijk is, en bovendien is er via internet vast wel aan te komen. Het zal de meeste vertalers echter te ver gaan om die tekst in modern Nederlands toegankelijk te maken, al was het alleen maar omdat ze zich er dan maandenlang intensief in zouden moeten verdiepen.
Schemergebieden
Maar zo zwart-wit ligt het doorgaans niet. Een feministisch georiënteerde vertaler zal een seksistisch getinte tekst eerder afkeurenswaardig vinden dan een macho. Een aanhanger van de Vereniging tegen de kwakzalverij zal verontwaardigd het hoofd schudden als hij een boek over bepaalde alternatieve geneeswijzen aangeboden krijgt waar een ander, die bereid is aan te nemen dat er ‘misschien wel iets in zit’, minder moeite mee heeft. Agnostici en atheïsten zullen zich meestal verre houden van godsdienstige lectuur, terwijl toch hele volksstammen hun leven daarnaar richten en er houvast en troost in vinden. Menigeen wendt zich snuivend af als het woord ‘astrologie’ valt, anderen vinden dat de astrologie, mits zorgvuldig gehanteerd, haar nut kan hebben of althans weinig kwaad kan. Hetzelfde geldt voor boeken van auteurs die zich afficheren als ‘helderziend’ en aanverwant, de zogenaamde zweefsector. In die hoek treft men zowel schrijvers aan die het oprecht goed met de mensheid voorhebben als oplichters die er slechts op uit zijn andermans behoefte aan ander-wereldse vergezichten schaamteloos commercieel uit te buiten. Vooral die laatsten mogen zich vaak in een grote populariteit verheugen. Ze zijn bekend van de televisie en bepaalde bladen, en zelfs als ze in talloze andere tv-programma’s en publicaties zijn ontmaskerd, als hun werkwijze tot in de kleinste details is onthuld, hebben ze nog steeds een enthousiaste aanhang. Mundus vult decipi. Het is van alle tijden.
Zijn die boeken schadelijk? Waarschijnlijk beschouwt het merendeel van degenen die ze kopen en naar de televisieprogramma’s in kwestie kijken, ze vooral als amusement. Er zijn echter ook mensen die er troost in vinden en zich in de ogen van niet-gelovigen om welke reden dan ook graag laten beetnemen. Is dat erg? Dat hangt ervan af. Wel als ze een ernstig psychisch probleem of een ziekte hebben en zich daar niet voor laten behandelen omdat hun idool dat ook zonder arts of psycholoog wel af zou kunnen. Maar als ze zojuist een dierbare hebben verloren en zielsgraag even willen geloven dat die gelukkig is en vaak aan hen denkt… ach.
Andere overwegingen
Verder zal de beslissing van een vertaler om een bepaald boek wel of niet aan te nemen ook veel te maken hebben met persoonlijke omstandigheden: zijn er meerdere projecten waaruit hij kan kiezen? Komt de bodem van de schatkist in zicht? Is het boek vertaaltechnisch interessant? Gaat het om een uitgeverij die verder een interessant fonds heeft, dat dankzij zo’n bestseller in stand kan worden gehouden? Zoiets kan de doorslag geven. Natuurlijk zijn er voor iedereen boeken waar hij zonder meer nee tegen zegt, al liggen de muizen doodgehongerd in de provisiekast. Maar er zijn ook boeken die je zelf nooit zou uitkiezen, maar die je onder bepaalde omstandigheden wel aanneemt: rolbevestigende romannetjes, baarlijke maar onschuldige onzin, overbodige schrijfsels die nergens over gaan maar die veel mensen kennelijk nu eenmaal graag lezen.
Kortom: om een boek goed te vertalen hoef je het niet met de auteur eens te zijn.
Ook een mogelijkheid als het niet om iets schadelijks of gevaarlijks gaat, maar je niet geheel achter de inhoud staat: verzoeken of de uitgeverij je naam er voor een keer niet in wil zetten.
Heb ik tot nu toe één keer gedaan.
Groetjes,
Maya
Zoals een cameraman geen morele verantwoordelijkheid draagt voor de woorden van degenen die hij in beeld brengt, zo zou een vertaler die niet moeten dragen voor de woorden van een auteur.
Dat het vertalen van Char en van rolbevestigende romannetjes je als vertaler een ander imago kan bezorgen dan het vertalen van Joyce, is duidelijk, maar dat zou dan toch vooral het imago op vaktechnisch gebied moeten betreffen.
Dat de titels die een vertaler op zijn naam heeft staan, ook iets over de ethische maatstaven, het al dan niet aanwezig zijn van een geweten of de financiële nood van de vertaler zelf zouden zeggen, blijft voor mij een merkwaardige suggestie.
En mochten die titels toch relevant zijn voor een moreel oordeel over mijn persoon, dan heb ik zweefteef Char toch zeker wel goedgemaakt met de alom gerespecteerde weldoener Richard Branson, nietwaar?
Michael McCann schrijft op ProZ ook over de redenen die vertalers kunnen hebben een opdracht te weigeren. Het uit de medische wereld geleende adagium primum non nocere zou vertalers er volgens hem van kunnen weerhouden handleidingen voor doe-het-zelfgranaten te vertalen. Hoe mooi en prijzenswaardig zo’n ‘ethiek van het niet-vertalen’ ook kan zijn, er valt nog wel iets op af te dingen. Ook, of juist vanuit ethisch oogpunt.
Tussen het vertalen van onverdachte fabels en pleidooien voor de wereldvrede enerzijds en handleidingen voor zelfgemaakte bommen en Mein Kampf anderzijds gaat een wereld van nuances schuil waarin een deontologie, hoe weldoordacht ook, al snel tekortschiet. Moet ik weigeren een thriller te vertalen van een auteur die tot in de pijnlijkste details een verkrachting beschrijft? Moet ik weigeren het boek te vertalen van een geofysicus die kritische kanttekeningen bij het broeikaseffect plaatst? Moet ik weigeren ondertitels te vertalen van een filmisch manifest van een one-issue-politicus?
Ook een boek dat meningen uiteenzet die de vertaler verdacht, lachwekkend, onfris of zelfs onverteerbaar voorkomen, kan vertaaltechnisch interessant zijn. De keuze om een werk te vertalen, hoeft niet per se door financiële nood te zijn ingegeven, maar kan evengoed ideologisch zijn gemotiveerd.