Verlaat de literatuurkritiek haar traditionele onderkomen in kranten en tijdschriften om haar intrek te nemen in de blogosfeer? Motoko Rich signaleert die ontwikkeling in The New York Times van 2 mei. Los Angeles Times, San Francisco Chronicle en Atlanta Journal hebben hun boekenbijlage al verkleind of in een ander katern ondergebracht. Uitgevers zullen hun auteurs in de nabije toekomst vaker moeten vertellen: ‘Sorry, je komt niet in Cicero, maar op boekenneus punt nl,’ om redactrice Trish Todd van Simon & Schuster te parafraseren.
Morsdood of springlevend?
Wat de een als de laatse nagel aan de doodkist van de literatuur beschouwt, wordt door anderen juichend als de democratisering van de literaire cultuur binnengehaald. Feit is dat teruglopende advertentie-inkomsten en abonneevlucht kranten en tijdschriften dwingen ongemakkelijke keuzes te maken. Maar Pulitzeriaan Richard Ford – die overigens onmiddellijk toegeeft nog nooit een boekenblog te hebben bezocht – waarschuwt voor de eenzijdige aandacht voor bedrijfseconomische argumenten en zegt de professionele kritiek node te zullen missen. In zijn ogen is die even onmisbaar als de literatuur zelf. Het kritisch oordeelsvermogen van de ervaren recensent is onmisbaar om de stortvloed aan meningen waarmee de boekenwereld wordt overspoeld te kanaliseren en te doseren.
Literatuurbloggers wijzen er echter fijntjes op dat hun boekennieuws, vraaggesprekken, recensies en discussies een reactie zijn op de niet zelden veilige keuzes, de vaak formele stijl en niet geheel van pretentie ontblote toon van de traditionele kritiek. De boekblogger kan zich een frisheid van lever permitteren waarvan de gerenommeerde recensent alleen kan dromen. Schrijvers en uitgevers hebben misschien meer belang bij levendige discussies in de blogosfeer dan bij doorwrocht recensentenproza.
Samen sterk
Toch is de reactie van blogger, schrijver en voormalig hoofdredacteur van het maandblad Lire Pierre Assouline in ‘Literatuurkritiek tussen blog en aambeeld’ op deze nieuwe ontwikkeling terughoudend, om niet te zeggen kritisch. Literatuurkritiek is een ambacht, een vak apart dat veel kennis en ervaring vereist, en ‘Désolé mais non’, niet iedereen is nu eenmaal criticus. Assouline stelt vast dat kranten en tijdschriften ook op het oude continent zwichten voor de tirannie van de markt en de literatuurkritiek offeren op het altaar van de winstgevendheid. Daarom brandt hij, met Ford, een kaarsje voor de traditionele literatuurkritiek, voor het afgewogen oordeel van een betrouwbare redactie en een geloofwaardig journalist, waarop de lezer immer en altoos blind kan varen.
Assouline geeft met zijn volledig aan literatuur gewijde blog op de website van Le Monde invulling aan zijn stelling dat pers en blogosfeer elkaar moeten aanvullen, opdat het gegons van mondreclame nooit verstomt…