Computers en waarom ik daarom vrijgezel ben

‘Huh?’ zult u denken. ‘Wat hebben computers nou met het vrijgezellenbestaan te maken?’ Alles en helemaal niets. Of eigenlijk wel alles, dus daarom dit epistel.

Zonder computer ben ik totaal onthand, want op mijn computer:

  • doe ik mijn (twee- of drie-) wekelijkse boodschappen, omdat ik even zelf niets mag sjouwen — dus zonder computer, geen eten of drinken in huis;
  • regel ik ook al mijn bankzaken — dus zonder computer ook geen dak boven mijn hoofd;
  • communiceer ik met mijn klanten — dus zonder computer, geen werk en de rest laat zich raden;
  • communiceer ik met mijn collega’s — dus zonder computer zou ik een eenzaam beroepsleven hebben;
  • communiceer ik met familie en vrienden in binnen- en buitenland — dus zonder computer zouden mensen op den duur kunnen gaan denken dat ik niet meer besta;
  • zoek ik allerlei informatie die ik nodig heb ik in m’n persoonlijke leven, maar vooral ook in m’n professionele leven — dus zonder computer zou ik mijn werk niet goed kunnen doen;
  • maak ik zelfs nieuwe vrienden, want juist als ik het heel erg druk heb, vind ik het lekker om tussen de bedrijven door met wildvreemde mensen te babbelen — dus zonder computer zou ik me weleens een asociaal mens kunnen gaan voelen.

Er is dus eigenlijk maar één ding waarvoor ik een man nodig heb, maar zelfs daar is een mouw aan te passen. Nou ja, mouw…

Blue screen of death

U begrijpt het wel: ook al word ik horendol van blauwe schermen, spontane herstarts, tikkende geluiden uit de computerkast, werk dat onverhoopt verloren gaat — ik kan niet zonder: er gaat niets boven een goede computer. Oké, totdat er een man in m’n leven verschijnt die me het tegendeel kan bewijzen uiteraard. Welkom in de eenenwintigste eeuw!

Gepubliceerd door

Mart Ahuluheluw

Mart Ahuluheluw (1971) is Molukse van origine en in Nederland geboren en getogen. Na voltooiing van de Vertalersopleiding (Spaans, Engels, medisch vakgebied) in Maastricht in 1996, heeft ze een verkorte doctoraal Internationale Bedrijfscommunicatie Spaans aan de huidige Radboud Universiteit Nijmegen afgerond (1999). In 2001 begon ze als freelancevertaler van Engelse, voornamelijk medisch getinte teksten. Sinds 2004 ook ondertitelaar van films en tv-series voor op dvd. In 2005 kwam haar eerste boekvertaling uit.

7 gedachten over “Computers en waarom ik daarom vrijgezel ben”

  1. Haha – ja, dit stukje schreef ik een paar dagen geleden uit pure frustratie, want de nieuwe crashte ook! De processor bleek tot twee keer toe niet goed, maar als ’t goed is, werkt ie nu weer – ik ga ‘m zo ophalen. Volgens mij voelen meer mensen zich tegenwoordig onthand zonder! ;o)
    Mart

  2. Helemaal van uw idee! Ik ben ook een happy single en breng meer uren door aan de computer dan gezond is, maar zou het voor geen goud willen missen. Na het werk (8u PC) breng ik vaak nog eens 6u aan mijn home PC door en het enige dat me daarin kan storen is dat het soms nog net iets te traag gaat. Of dat iemand mij opbelt als ik net een spelletje speel (om de dag af te sluiten) en ik net een hoge score aan ’t halen was. Ik heb zelfs een schelpvormig schaaltje gekocht om koekjes aan de PC te kunnen knabbelen zonder kruimels op mijn bureau of keyboard te krijgen. Verslaving noemt men dat, maar wie doe ik daar zeer mee?!
    Lieve groet aan alle woordspelers die dit lezen, liefs, Lilith

  3. Doet iets “zeer” of doet iets “pijn”? Worden vertalers niet geacht goed en mooi Nederlands te kunnen schrijven?

  4. Beste Yvonne,
    Vertalers worden geacht om een tekst uit de ene taal om te zetten naar een andere zonder al te veel afbreuk te doen aan de toon waarin de brontekst is geschreven. Soms dus ook echte GIGO – garbage in, garbage out.
    Correct en leesbaar Nederlands is inderdaad een must maar ‘mooi’ niet, simpelweg omdat ‘mooi’ een subjectief begrip is.
    En er moet me nog wat van ’t hart: ik vind die tweede vraag nogal onheus. Ik ben dol op mijn beroep, maar dat laat onverlet dat ik naast vertaler ook nog gewoon mens ben met alle gevolgen van dien. Zolang ik aan mijn klanten goed werk lever – en aangezien ze al jaren terug blijven komen, mag ik ervan uitgaan dat ik m’n werk goed doe – maakt ’t geen donder uit of ik er buiten mijn vertaalopdrachten een Nederlands potje van maak – en lees voor “ik” maar “mijn collega-vertalers en ik”. Een soort “bij de loodgieter thuis lekt er altijd wel een kraan”-verhaal dus.
    Vrolijk Pasen!
    Mart

  5. @Yvonne:
    Vlaamse vertalers zijn van die eis vrijgesteld ;-). ‘Goed’ en ‘mooi’ zijn niet alleen subjectief, maar ook relatief.

    @Wim en Mart: groot gelijk, allebei.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *