In september 2008 zette ik mijn handtekening onder het vertaalcontract voor André Brinks autobiografie, A Fork in the Road: naast mijn eigen handtekening stond de schaduwhandtekening van ongeveer honderd andere vertalers, die middels een korte verklaring hadden laten weten dat de vertaling aan mij moest worden gegund en niet aan een ander. Over deze kwestie verscheen in oktober 2009 een artikel op de site van de Boekvertalers. Door het vertalen van A Fork in the Road heeft mijn leven een wending gekregen die indirect heeft geleid tot een droomopdracht, en daar wil ik graag iets over vertellen.
In ‘Violent villages’, het eerste hoofdstuk van A Fork in the Road, beschrijft Brink het ogenschijnlijk knusse leventje in de blanke dorpen en stadjes van het Zuid-Afrikaanse platteland uit zijn jeugd. Onder al die gemoedelijkheid en gezapigheid gingen meerdere lagen van geweld schuil: geweld tegen andersgekleurden, geweld tegen vrouwen en kinderen. Brink beschrijft het allemaal heel meeslepend, met als gevolg dat ik langzaam werd bekropen door de drang om op onderzoek te gaan en antwoord te vinden op de vraag hoe het mogelijk is dat deze situatie is ontstaan en dat ze zo lang heeft standgehouden. Ik kon me niet voorstellen dat de Afrikaners een slechter en perfider volk waren geweest dan andere volkeren. Ik besloot mijn onderzoek uit te voeren door te rade te gaan in de Afrikaanse literatuur en daarom voortaan alleen nog maar Afrikaanse romans of verhalen te lezen. Verder lezen Een droomopdracht