7 februari: Spui25 The State of Translation: Wegen naar Vertalië

Hoe is het gesteld met de kwaliteit van literaire vertalingen in Nederland? Naar aanleiding van deze vraag stelt vertaler Peter Bergsma SPUI25 een fundamentele kwestie aan de orde in de vierde The State of Translation-lezing: hoe word je vertaler?

Aanmelden kan via Spui25

Verwacht: de vertaling in het Albanees van ‘Aan de rand van de wereld: Michel Houellebecq’

Aan de rand van de wereld: Michel Houellebecq, geschreven door Martin de Haan en vertaald door Aleksander Beciri (komt uit bij Skanderbeg Books, Albanië).

HaanMd[RandvdWereld-omslag]Persoonlijk ben ik niet zo’n fan van de hedendaagse Nederlandse literatuur. Ik weet niet waarom; misschien is het naar mijn smaak te stroperig of juist te waterig? Van de Albanese uitgever Skanderbeg books kreeg ik het verzoek om een boek uit het Nederlands in het Albanees te vertalen, Aan de rand van de wereld: Michel Houellebecq van Martin de Haan. What the… was mijn eerste reactie. Een vertaler die zijn auteur ophemelt. Tja, iedereen moet zijn brood verdienen. Kortom, ik zag er tegenop. Van de schrijvende Fransman Michel Houellebecq had ik niet zo’n hoge dunk. Een miezerig klein mannetje, naar mijn (voor)oordeel, dat pijn als handelsmerk gebruikt. Naarmate ik met het lezen/vertalen van het boek vorderde, werd de geportretteerde schrijver steeds minder miezerig. Nee, nog gekker, ik begon langzaam maar zeker te houden van Martins hoofdpersoon. Verder lezen Verwacht: de vertaling in het Albanees van ‘Aan de rand van de wereld: Michel Houellebecq’

De eerste zin van Wereldschaduw (Nir Baram) en het belang van de Wirkungsäquivalenz

BaramN[Wereldschaduw-omslag]Onlangs verscheen het tweede boek van Nir Baram dat in het Nederlands is vertaald: Wereldschaduw. Het is een boek met meerdere verhaallijnen, elk met zijn eigen register. Het vertalen van meerdere registers is nooit eenvoudig, maar o, wat heb ik een bewondering voor een auteur die het voor elkaar krijgt die verschillende stemmen feilloos neer te zetten, zoals Baram dat kan. Verder lezen De eerste zin van Wereldschaduw (Nir Baram) en het belang van de Wirkungsäquivalenz

Net uit: De huisgenoten

De huisgenoten, van Sarah Waters, vertaald door Nico Groen, Sjaak de Jong en Marijke Versluys en uitgegeven Nijgh & Van Ditmar (oorspronkelijke titel The Paying Guests).

Omslag De huisgenoten Sarah WatersVijf jaar geleden verscheen op dit weblog een artikel over de vertaling van Sarah Waters’ vijfde roman, De kleine vreemdeling. Daarin gingen de drie vertalers uitgebreid in op de door hen gevolgde vertaalaanpak. Ook de nieuwste, zesde roman van Waters, De huisgenoten, is intussen vertaald. De vertaalwederwaardigheden rond dat boek, waarover deze blogbijdrage gaat, waren niet minder boeiend en hersenpijnigend dan die van Waters’ voorlaatste. Verder lezen Net uit: De huisgenoten

Het neusje van de hond

Dit weekend heb ik De hond van Rabelais gelezen, een boek over vertalen van Hans van Pinxteren. Het is een bundeling van eerder verschenen stukken over Van Pinxterens eigen vertalingen (van o.a. Flaubert, Stendhal, Flaubert, Montaigne), begin dit jaar verschenen bij VertaalVerhaal, de nieuwe boekenreeks van de VertalersVakschool. En ik kan het iedereen aanraden, ik vond het een fascinerend boek.

Ik had al eerder beschouwingen van Van Pinxteren over vertalen gelezen die ik interessant vond, met name het nawoord bij zijn vertaling van Balzacs Nicht Bette, waarin hij overtuigend uitlegt waarom dat boek niet louter heeft vertaald, maar hier en daar ook ingekort en stilistisch opgepoetst. Dit boek biedt naast een herziene versie van dat nawoord nog meer van zulke essays, in een kraakheldere stijl, met veel sprekende voorbeelden van boeiende vertaalproblemen. Samen vormen ze een aanstekelijk pleidooi voor creatieve vrijheid bij het vertalen, van een vertaler wiens toewijding en bevlogenheid bewondering afdwingen. Als betoog over vertaalstrategieën is het misschien niet zo systematisch en veelomvattend als Arthur Langevelds Vertalen wat er staat , maar het lijkt me evengoed onmisbare lectuur voor iedereen die in literair vertalen is geïnteresseerd. Verder lezen Het neusje van de hond

Vertaalatelier Brabant: recept voor een leerzame, inspirerende middag

Ingrediënten:

  • een landlady met een groot hart, die voorziet in een vrolijke, lichte ruimte met een reusachtige tafel en barkrukken eromheen, bij voorkeur met tuin en terras
  • een enthousiaste organisator en aangever
  • 8 of 9 leergierige boekvertalers
  • bronteksten naar keuze, van Literair met een hoofdletter tot Bouquetreeks (ook met een hoofdletter) of een werkvertaling van een van voornoemde boekvertalers
  • meerdere grote potten thee en koffie
  • zelfgebakken bananenbrood, muffins, appelcakejes en hazelnootcake, worstenbroodjes, chocola of andere lekkernijen
  • een snufje lef om met de billen bloot te gaan
  • mespunt peper (geen zout)
  • een kritische blik
  • een boog met pijlen om mee te schieten
  • eventueel een gastdocent.

Het Vertaalatelier

Voorbereiding
Prik per jaar drie of vier data en stuur de gekozen bronteksten of werkvertaling per e-mail naar alle deelnemende boekvertalers met een duidelijke opdracht. Verder lezen Vertaalatelier Brabant: recept voor een leerzame, inspirerende middag

In Writers’ Words: Hilary Mantel on translation

Hilary Mantel writes on translation and her relationship with that quibbling class of people called translators. Klik hier voor de Nederlandse vertaling / For Dutch translation, click here

Bring Up The BodiesLike many Britons of my generation, I am virtually a monoglot. I was taught French at school but taught so badly that I had no confidence either in speaking or reading the language; essentially, it was taught to me as an extinct language, like Latin, and no acknowledgement was made of the fact that, within visible distance of our shoreline, millions of happy Frenchmen and women were chatting away.

Again like many of my compatriots, I feel guilty for being so bad at languages, and guilty that I cannot help my translators more. Though usually, they have not asked. Queries have been restricted to a few difficult phrases, idiomatic or obscure. And I have often wondered what is the effect of my work in translation, since often there is no feedback after publication. I know I am a quirky writer, and make use of non-standard English and of different registers and tone; also, my writing is interrupted, or inflected — however you like to put it—by nods and winks to other writers, by quotations not marked by quotation marks, by allusions that probably only a few readers will grasp. I am not a difficult or obscure writer (I hope) but I am ferociously intertextual. Mostly, the sense of the passage remains intact for the reader, whether or not the teasing echoes are picked up. But I suppose some of my translators must think I am a very strange woman. Verder lezen In Writers’ Words: Hilary Mantel on translation

Notes of a translator

Het boek HenryFor the past year I have had the good fortune to legitimately engross myself in what is to me the most compelling of novels, translating Hilary Mantel’s Bring up the Bodies, the sequel to 2009 Booker Prize Winner Wolf Hall. The most compelling novels do have a habit of providing ample scope for research, leading you on winding paths outside the pages of the book in order to know what exactly an author is alluding at and how to best convey it in the target language. And though a great deal can be found on the Internet, some particularities will remain obscure: No virtual tour will give you a clear view of roof constructions, palace kitchens, gates or stabling facilities. Which hardly ever presents problems; descriptions usually allow for general wordings. Bring up the Bodies, or rather its protagonist Cromwell, does not. By the time I started grumbling about the ‘preposterous lack of information on the Internet’, I thought it best to go over and have a look myself, and if possible, to discuss everything that still puzzled me about the text with Ms Mantel. So I (timidly but hopefully) applied to the Dutch Foundation of Literature for a travel grant, which met with generous approval. Verder lezen Notes of a translator

Vertalers in het spotlicht

‘We moeten Pessoa kunnen lezen zonder Portugees te kennen, Tsvetaea zonder Russisch geleerd te hebben of Auden zonder Engelstalig te zijn, en toch het gevoel krijgen dat we hun stem horen, via de taal waar we het meest vertrouwd mee zijn.’ Een uitspraak van de voorzitter van het Europees Platform voor de Literaire Vertaling (PETRA), Jacques de Decker.

Blijkens de ervaring van vertalers zijn veel lezers zich daar helemaal niet van bewust. Zij lezen hun buitenlandse auteurs vaak zonder in de gaten te hebben dat ze een vertaling lezen. Zo kan het gebeuren dat vertalers op boekenbeurzen, manifestaties en boekpresentaties bezoekers tegenkomen die desgevraagd verbaasd reageren: ‘Vertalen, hoezo? Moet dat dan? Hoe gaat dat? Zo moeilijk is dat toch niet!’

Jeroensdag: Ineke LentingIneke Lenting vertaalt live in Amsterdam

Fuik van vertalers
Wie afgelopen zondag de Centrale Bibliotheek van Amsterdam bezocht, liep onmiddellijk in een fuik van vertalers (zie het videoverslag); om lezers kennis te laten maken met het verschijnsel vertaler organiseerde de Werkgroep Algemeen Boekvertalers van de Vereniging van Letterkundigen op die dertigste september, de dag van hun patroonheilige Sint-Hiëronymus, in de hal van Amsterdams Centrale Bibliotheek een vertaaldemonstratie. Gewapend met laptop, microfoon, beamer en projectiescherm liet een zevental vertalers van uiteenlopende genres buitenlandse literatuur het binnenkomende publiek zien voor welke problemen zij zich bij hun werk geplaatst zien. Verder lezen Vertalers in het spotlicht

Iedereen kan vertalen?

door de Taskforce Jeroensdag

‘Wij schrijvers bedenken zinnen vanuit het niets, maar mijn vertalers moeten dat “gegeven”, dat subtiel van aard is of assonantie kent, culturele verwijzingen bevat of woordspelig is, in zijn delen ontleden en in een volstrekt andere taal weer in elkaar zetten, waarbij zo weinig mogelijk van het beoogde verloren mag gaan.’ (David Mitchell in Vrij Nederland, 24/07/’10, vert. Harm Damsma en Nick Miedema.)

Veel lezers, misschien wel de meeste, hebben daar geen idee van. Wij, vertalers, komen ze tegen op boekenbeurzen, manifestaties als Manuscripta, boekpresentaties, enz. Vertalen, hoezo? Moet dat? Hoe gaat dat? Dat is toch niet zo moeilijk! Daar heb je Google voor of andere vertaalprogramma’s. Toen CEATL (Europese Raad van Verenigingen van Vertalers) in het voorjaar voorstelde de feestdag van de patroon van de vertalers, St. Jeroen op 30 september, aan te grijpen om het vertalersvak onder de aandacht van het publiek te brengen, ontstond bij vertalers van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) het idee om bezoekers van boekhandels of bibliotheken op die dag even mee te nemen op het kronkelige, vaak moeilijk begaanbare pad van de boekvertaling. Hoe slaagt de vertaler erin niet alleen de letter maar vooral de geest van de schrijver en zijn kunstwerk te begrijpen en in de doeltaal om te zetten? Hoe zorgt hij ervoor dat de lezer ook in de
vertaalde versie gegrepen wordt door het literaire talent van de auteur en niet hoeft te struikelen over hotsebotsend taalgebruik?

Jeroensdag

Verder lezen Iedereen kan vertalen?