Kritiek op vertalingen is een goede zaak. Die stimuleert de discussie erover en draagt er uiteindelijk toe bij dat ze beter worden. Maar aan ongefundeerde kritiek heeft niemand iets. Een voorbeeld van hoe het wel moet en hoe niet, aan de hand van een en hetzelfde boek.
In NRC Handelsblad van 4 november 2008 besprak Wil Rouleaux de door Nelleke van Maaren vertaalde roman De Strudlhoftrappen van Heimito von Doderer, die is verschenen bij Uitgeverij Atlas (oorspronkelijke titel Die Strudlhofstiege oder Melzer und die Tiefe der Jahre, 1951). In zijn recensie schrijft Rouleaux:
‘Doderer heeft een voorkeur voor lange en elegante volzinnen. Nu eens formuleert hij plechtstatig of zelfs ambtelijk (de beroemde Oostenrijkse Kanzleistil), of hij parodieert die stijl, en dan weer is hij ironisch, lyrisch of bijna uitbundig. Woordspel en citaten geven zijn barokke taalgebruik nog eens extra kleur – nuchtere lezers zullen het bij vlagen gemaniëreerd vinden.
Voor een vertaler is dit een uiterst moeilijke klus, ook al door de vele historische toespelingen. Nelleke van Maaren, die zes jaar geleden Doderers roman Ieder mens een moordenaar elegant vertaalde, heeft zich ook nu weer uitstekend van haar taak gekweten. Haar vertaling verschijnt zonder één voetnoot, wat alleen al een prestatie genoemd mag worden. Af en toe verheldert Van Maaren (‘zoals het in de Donaumonarchie gebruikelijk was’), verder is ze secuur en vindingrijk, treft bijna overal de juiste toon. Voor het specifieke Oostenrijkse idioom heeft ze vaak passende equivalenten gevonden en soms, als de betekenis uit de context kan worden afgeleid, blijven sfeervolle woorden als Beisl (eenvoudig restaurant) of Jause (tussenmaaltijd) gewoon onvertaald.
Kortom, een excellente vertaling van een van de grootste Duitse romans uit de tweede helft van de vorige eeuw.’
Een goede recensie, die van Rouleaux, niet zozeer vanwege de positieve conclusie, als wel omdat hij met argumenten onderbouwt waaróm de vertaling volgens hem deugt. Verder lezen Vertaalkritiek