Eerste Grote Jongerenliteratuur Prijs uitgereikt

Op het Crossing Border-festival in Den Haag is vrijdagavond voor de eerste keer de Grote Jongerenliteratuur Prijs uitgereikt. Uit een longlist van bijna honderd in 2009 verschenen boeken waren door de jury, onder voorzitterschap van Hedy d’Ancona, zes boeken genomineerd, drie oorspronkelijk Nederlandse en drie vertaalde. In beide categorieën was een prijs van 5000 euro te winnen, en wat daar heel bijzonder aan was: de buitenlandse auteur moest dat geld delen met zijn vertaler. Bij literaire waarderingen blijft de vertaler maar al te vaak buiten beeld, hoe groot zijn inbreng ook is en ondanks het feit dat het boek zonder die vertaler nooit in die vorm in het Nederlands had kunnen verschijnen. Daarom is het toe te juichen dat auteur en vertaler bij deze prijs als gelijkwaardig worden beschouwd.

De zes nominaties
Oorspronkelijk Nederlandstalig:

  • Trouw is de andere wang van Peter Bekkers (uitgeverij De Geus)
  • Dagen van gras van Philip Huff (uitgeverij De Bezige Bij)
  • Dit is geen dagboek van Erna Sassen (uitgeverij Leopold)

Vertaalde boeken:

  • Zeitoun van Dave Eggers, vertaling Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap (uitgeverij Lebowski)
  • Paper Towns van John Green, vertaling Aleid van Eekelen (uitgeverij Lemniscaat)
  • Muleum van Erlend Loe, vertaling Femmigje Andersen-Sijtsma (uitgeverij De Geus)

Hedy d'Ancona
Juryvoorzitter Hedy d’Ancona
(foto: Maaike Bijnsdorp)

 

De grote avond
Na de ontvangst in restaurant Mi Vida, waar iedereen in ontspannen sfeer met elkaar kennis kon maken, vond in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag de prijsuitreiking plaats. Eerst werden alle auteurs en vertalers op het podium gevraagd voor een kort interview met presentatrice Britt Stubbe. Daarna deed voorzitter Hedy d’Ancona verslag van de jurering en werden de winnaars bekendgemaakt. Peter Bekkers won met Trouw is de andere wang in de categorie oorspronkelijk Nederlandstalig en Erlend Loe en zijn vertaler Femmigje Andersen-Sijtsma wonnen samen met Muleum. De drie winnaars kregen een mooie trofee en voor alle genomineerden waren er een oorkonde en bloemen.

Volgend jaar wordt de GJP uitgebreid met een publieksprijs, waarvoor jongeren zelf een stem kunnen uitbrengen. De campagne hiervoor start voorjaar 2011.

Meer foto’s hier.

Net uit: Kroniek van een executie

Kroniek van een executie door David Dow, vertaald door Janet van der Lee en uitgegeven bij Meulenhoff (oorspronkelijke titel: Biography of an Execution).

Kroniek van een executie is het persoonlijke verhaal van een professor aan de rechtenfaculteit van de universiteit van Houston, Texas, die al meer dan twintig jaar vecht tegen de doodstraf. Sinds 1989 heeft hij meer dan honderd ter dood veroordeelden vertegenwoordigd. Hij werkt tevens als strafrechtadvocaat voor een non-profitorganisatie ten gunste van armlastige verdachten.

De zaak Quaker
Rode draad in het boek is de strafzaak tegen Henry Quaker, die vanwege de moord op zijn vrouw en twee kinderen ter dood is veroordeeld. Dow weet dat zijn cliënten vrijwel altijd schuldig zijn aan wat hun ten laste wordt gelegd, maar in het geval van Quaker is hij overtuigd van diens onschuld, en daar heeft hij een spannend en aangrijpend verhaal over geschreven. Verder lezen Net uit: Kroniek van een executie

Jasper Jones

Australië, 1965. Charlie Bucktin, een brave, onzekere jongen van dertien jaar, kan op een warme zomernacht niet slapen en ligt te lezen in Pudd’nhead Wilson. Dan wordt er plotseling op zijn slaapkamerraam gebonsd. Het is Jasper Jones, veertien jaar, half Aboriginal, het zwarte schaap van het dorp. Hij heeft iets vreselijks meegemaakt en roept de hulp in van Charlie, die hij eigenlijk niet kent, maar achter wiens slaapkamerraam nog licht brandt.

De eerste zin van het boek luidt: Jasper Jones has come to my window. Simpel zinnetje, toch? ‘Jasper Jones is naar mijn raam gekomen’. Toch klinkt dat om de een of andere reden niet goed, maar waarom niet? Het ritme klopt niet, die zin is te traag. Bovendien gaat het in het Engels vooral om het resultaat, het gaat erom dat Jasper Jones daar nu staat. Misschien: ‘Jasper Jones staat voor mijn raam´. Verder lezen Jasper Jones

Het Groot Griffeldiner 2010

GriffeldinerOp 29 september 2010 werden de Zilveren Griffels en de oorkonden die horen bij de Vlag&Wimpels uitgereikt in restaurant Fifteen in Amsterdam. Omdat een door mij vertaald boek in de prijzen was gevallen, mocht ik aanwezig zijn. Dus spoedde ik mij op die dag naar de winderige kade waaraan het restaurant, opgericht door Jamie Oliver, is gevestigd. Gelukkig zag ik algauw de redactie staan van uitgeverij Pimento, en die stelde me voor aan de auteur van De verschrikkelijke verhalen van het Zwarte Schip, Chris Priestley. Een alleraardigste man die me heel on-Engels begroette met twee kussen op de wang. Verder lezen Het Groot Griffeldiner 2010

Een vertaler in de schijnwerpers

In de schijnwerpersVertalers worden niet verwend met veel aandacht. Daarom zijn we al verguld wanneer onze naam bij een recensie wordt vermeld, en als er in de recensie een compliment voor de vertaling af kan, is onze dag helemaal goed. Wie dus een uitnodiging krijgt voor De Wereld Draait Door, zoals een aantal collega’s vorig jaar overkwam, of wordt gebeld door een recensent die geïnteresseerd is in het vertaalproces, moet even omschakelen. Zó veel aandacht in één keer!

Het boek waaraan ik een tijdlang had gewerkt, de verhalenbundel Say you’re one of them van de Nigeriaan Uwem Akpan, was in de weken voor de publicatie nogal voortvarend onder de aandacht gebracht. Zo was er een eigen website voor geopend, www.zegdatjebijhenhoort.nl, en waren er drieduizend promotiekaarten verstuurd naar de boekhandels in den lande. Verder lezen Een vertaler in de schijnwerpers

De nóg duisterder kant van de klimaatverandering

Klimaatoorlogen van Gwynne Dyer, vertaald door Huub Stegeman en uitgegeven bij Het Spectrum (oorspronkelijke titel: Climate Wars).

Klimaatoorlog is een merkwaardig boek, zo op het eerste gezicht. Het eerste wat opvalt is de curieuze mix van fictie and feiten. Elk hoofdstuk begint met een scenario waarin de schrijver een politiek-militaire ramp beschrijft die zou kunnen ontstaan als gevolg van de klimaatverandering. Vervolgens wordt de rest van het hoofdstuk gebruikt om de technische achtergronden van het probleem te bespreken. ‘Grote groepen vluchtelingen. Ineenstortende staten. Vernietigende oorlogen. Gwynne Dyer geeft een angstaanjagende blik op de nabije toekomst, waarin de klimaatverandering de wereldmachten dwingt tot genadeloos harde maatregelen om te overleven,’ aldus de flaptekst, en dat dekt de lading aardig. Verder lezen De nóg duisterder kant van de klimaatverandering

Interviews met vertalers: Julia Lovell

Yang Guang wijdt op de website van het Chinese persbureau Xinhua een uitgebreid artikel aan Julia Lovell, docent Chinese geschiedenis aan de University of London, schrijfster van The Great Wall: China Against the World 1000 BC-AD 2000* (2006) en vertaalster van Lu Xun en Eileen Chang.

James Bond en een verblijf als uitwisselingsstudent aan de universiteit van Nanjing zetten haar op het spoor van de twintigste-eeuwse Chinese literatuur. ‘De twintigste eeuw was een tijdperk waarin de opvattingen over literatuur in China een dramatische verandering ondergingen.’ Ze wilde weten hoe en waarom ideeën over auteurschap waren veranderd, welke rol het westen had gespeeld in die transformatie en welke opvattingen Chinese schrijvers huldigden over westerse literaire waarden.

Later doet ze in Beijing veldwerk voor haar promotie-onderzoek The Politics of Cultural Capital: China’s Quest for a Nobel Prize in Literature en voert ze gesprekken met gevestigde literaire namen als Mo Yan en Yu Hua, en de aanstormende talenten Zhu Wen, Li Feng, Lin Bai en Xu Xiaobing. In haar ogen staat de Nobelprijs voor Literatuur symbool voor de tweestrijd — het ‘Nobelcomplex’, zoals zij het noemt — tussen het ressentiment jegens de kracht van het westen dat bij de culturele elite leeft en het verlangen naar erkenning door datzelfde westen.

Het is soms vermoeiend en frustrerend om op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de Chinese fictie, maar weinig dingen winden ‘lastige lezer’ Julia Lovell zo op als het vinden van een nieuwe stem die nog niet is vertaald en die toch door meer mensen moet worden gehoord. Ze geeft toe dat het moeilijk is vertaalde Chinese literatuur in het westen gepubliceerd te krijgen. Commerciële uitgeverijen zijn vaak pas bereid de rechten te kopen als hun universitaire collega’s hebben bewezen dat een boek ‘werkt’. Het zou een manier kunnen zijn om het grote publiek bekend te maken met het werk van hedendaagse Chinese schrijvers.

*) De Nederlandste vertaling van de hand van Erica van Rijsewijk (TOTA) en André Abeling, Achter de Chinese Muur, Geschiedenis van China’s isolement 1000 v.C.-2000 n.C., verscheen in 2006 bij Het Spectrum.
Bron: the Literary Saloon

Vertaalcomputers en CAT-tools: de zin en onzin ervan voor boekvertalers

Steeds vaker hoor ik ongeruste geluiden over ‘vertaalcomputers’ of ‘computervertalingen’. Omdat ik zelf vanuit het technische vertaalvak goed bekend ben met deze verschijnselen, voel ik me geroepen hier een aantal misverstanden weg te nemen.

Ik zal beginnen met een tweetal korte begripsverhelderingen, die waarschijnlijk al veel vragen zullen beantwoorden. Tegelijkertijd probeer ik een al te technische uitleg te voorkomen. Die is voor boekvertalers niet relevant en hooguit verwarrend. Tot slot wil ik een aantal punten noemen waarop boekvertalers wel degelijk hun voordeel kunnen doen met sommige van dit soort hulpmiddelen.

Babel Fish
Babylonische spraakverwarring: Bablefish vertaalt uit de Geschiedenis van het Christendom

De ‘vertaalcomputer’ bestaat niet, laat ik dat voorop stellen. Grofweg kunnen twee soorten software worden onderscheiden die in principe op een gewone pc of een wat grotere server kunnen draaien. Verder lezen Vertaalcomputers en CAT-tools: de zin en onzin ervan voor boekvertalers

Vertalen in internationaal perspectief: China

Op de website van het officiële Chinese staatspersbureau Xinhua een artikel van Yang Guang, verslaggever van de China Daily, over de moeilijke positie van Chinese literatuur in het buitenland.

Op een symposium over vertaling van Chinese literatuur, bezocht door tientallen sinologen, vertalers en schrijvers, liet schrijver Liu Zhenyun de verzuchting optekenen dat buitenlandse literatuur wel haar weg heeft gevonden naar China, maar dat Chinese schrijvers nog steeds moeite hebben voet aan de grond te krijgen in andere delen van de wereld. Chinese literatuur kleeft nog altijd het etiket ‘propaganda’ aan. Volgens Julia Lovell, vertaalster, docent Chinese geschiedenis aan de University of London en schrijfster van The Politics of Cultural Capital: China’s Quest for a Nobel Prize in Literature (2006), is dit een overblijfsel uit de Koude Oorlog, toen het stereotiepe beeld van Chinese literatuur als ‘politiek correct’ en ‘saai propagandistisch’ werd gevestigd. Haar literaire zusje uit buurland en kersverse westerse bondgenoot Japan kreeg een veel warmer onthaal in (met name) de Engelstalige wereld.

Tie Ning, schrijfster en voorzitster van de Chinese Vereniging van Schrijvers, gaat geen zee te hoog om vertalers te helpen problemen met auteursrecht en beurzen op te lossen: ‘Zonder de wijsheid en toewijding van vertalers blijven lezers als ik blind voor de wereldliteratuur.’

Bron: the Literary Saloon

Vertalen op de automatische piloot?

Afgelopen weekend vroeg iemand me naar mijn vertaalactiviteiten. Even voor de duidelijkheid: ik ben geen literair vertaler, heb ook geen speciale opleiding gevolgd, maar heb tot nu toe vier astrologische boeken uit het Engels vertaald en ben druk bezig met het vijfde. Ik vertaal ongeveer een boek per jaar en doe het wat dat betreft dus kalmpjes aan. Ik houd me vooral onledig met het corrigeren en persklaarmaken van drukproeven voor een aantal uitgeverijen. Het vertalen is een welkome (en creatieve) afleiding in periodes dat ik het met die werkzaamheden wat minder druk heb.

Een paar weken geleden had ik zo’n rustige periode en stortte mij dus maar weer eens op mijn vertaalwerk. Wat me dan opvalt is dat ik het lichamelijk bijzonder vermoeiend vind om uren achtereen achter de computer door te brengen, wat ik niet zo ervaar als ik urenlang proeven op papier corrigeer (want zo krijg ik mijn opdrachten altijd aangeleverd). Daarom zou ik denk ik ook niet fulltime vertaler kunnen zijn, want hoe prachtig ik het werk op zichzelf ook vind, ik zou er beslist vierkante ogen van krijgen (en een pijnlijke schouder en kramp in mijn benen). Op zulke momenten vraag ik me weleens af: hoe pakken jullie ‘echte’ vertalers dat nou aan? Verder lezen Vertalen op de automatische piloot?