Over het vertalen van 30 Nagte in Amsterdam

Etienne van Heerden, 30 Nachten in AmsterdamOnlangs heb ik samen met Etienne van Heerden opgetreden voor masterstudenten in Utrecht, naar aanleiding van zijn boek 30 Nachten in Amsterdam. Etienne van Heerden vertelde bij deze gelegenheid over het schrijven van de roman, over zijn samenwerking met de Engelse vertaler en over zijn ambivalente houding ten opzichte van vertalingen: ‘Het is hetzelfde gevoel als wanneer je dochter met een vriendje thuiskomt. Afblijven, denk je, al weet je in je hart dat het onvermijdelijk is, dat het allemaal goed kan komen en dat het misschien een hele aardige jongen is.’

Daarna mocht ik mijn kant van het verhaal vertellen.

Om te beginnen wil ik benadrukken dat ik het boek samen met Karina van Santen heb vertaald. Als ik het over ‘we’ heb is dat geen pluralis majestatis, dan bedoel ik Karina en mij. We werken nauw samen, al heel lang, en als een vertaling af is weten we meestal niet meer wie verantwoordelijk is voor die prachtige vondst of die stomme blunder. Gelukkig maar, zou ik bijna zeggen.

Engels of Afrikaans?
30 Nachten kregen we aanvankelijk aangeboden als vertaling uit het Engels. Er was geen vertaler Afrikaans beschikbaar en Etienne van Heerden had erin toegestemd dat de vertaling uit de Engelse versie zou worden gemaakt. Hij had die vertaling zelf nagekeken en van uitgebreid commentaar voorzien, dus in principe zou dat geen problemen opleveren. Verder lezen Over het vertalen van 30 Nagte in Amsterdam

Net uit: De forellenopera

Mathew Condon, De forellenoperaDe forellenopera door Matthew Condon, oorspronkelijke titel The Trout Opera, vertaald door Wim Scherpenisse en Gerda Baardman en uitgegeven door Nieuw Amsterdam in samenwerking met Ailantus.

Toen we dit boek voor het eerst opensloegen, werden we meteen gegrepen door het begin. Twee oudere Australische rechters hebben de hele dag met kunstvliegen op forellen gevist, zitten nu op het terras van het enige hotel in de wijde omtrek en zien een bovenmaatse forel over de brug schuifelen. Ze begrijpen dat daar een kind in moet zitten. En dat klopt: het is het jongetje dat de hoofdrol zal spelen in het grote kerstspel van de dorpsschool. De brug waar hij overheen loopt, overspant de grote, kolkende rivier die door het dorp stroomt en waarin forellen zwemmen die als eitjes uit Engeland zijn geïmporteerd. Het jongetje in de bordkartonnen forel is hun koning. Misschien wordt het dorp de nieuwe hoofdstad van Australië, daar zijn de autoriteiten nog niet helemaal uit. We schrijven 1906. Verder lezen Net uit: De forellenopera

Net uit: Hoe denk je als een vleermuis

Hoe denk je als een vleermuisHoe denk je als een vleermuis, 35 echt interessante toepassingen van filosofie door Peter Cave, vertaald door Huub Stegeman en uitgegeven bij WinklerPrins (oorspronkelijke titel: How to think like a bat).

Zoals de titel al doet vermoeden, wordt de filosofie in dit boek op luchtige wijze geïntroduceerd. In vijfendertig hoofdstukken bespreekt Peter Cave, in Groot-Brittannië een soort Maarten van Rossem op het gebied van de filosofie, alle belangrijke thema’s van ruim 2500 jaar westerse filosofische traditie. Verder lezen Net uit: Hoe denk je als een vleermuis

Net uit: Het barbiehuis

Het Barbiehuis, van Ascanio Celestini, vertaald door Charlotte Koopmans en Marjo Stam, uitgegeven door Uitgeverij Athenaeum (oorspronkelijk titel Lotta di Classe).

Deze opdracht – mijn eerste literaire vertaling – kreeg ik in de schoot geworpen, dat gebeurt soms dus echt. Collegavertaalster Charlotte Koopmans, medestudente aan de Vertalersvakschool, was gepolst door Yond Boeke of ze er voor voelde een boek van Ascanio Celestini, schrijver/acteur/performer/filmer uit Rome, te vertalen. Charlotte had tijdens de opleiding een presentatie over Celestini verzorgd. Zij wilde graag een boek van hem vertalen maar liever niet alleen. Zo begon onze samenwerking onder mentoraat van Yond Boeke, en met het vertrouwen dat redacteur Frederike Doppenberg van Uitgeverij Athenaeum ons gaf. Verder lezen Net uit: Het barbiehuis

‘Vertalen is als een bedevaart: drie stappen vooruit, twee stappen achteruit’

De sneeuwslaperAan het woord is Riet de Jong-Goossens, vertaler van Zuid-Afrikaanse literatuur en winnaar van de Martinus Nijhoffprijs 2010. Zij is door de Radbouduniversiteit in Nijmegen uitgenodigd voor een seminar over het thema ‘Vertalen is verraden?’ Startpunt daarvoor is De Sneeuwslaper, het jongste boek van de auteur Marlene van Niekerk, die zelf ook aanwezig is. Na een literair-filosofische inleiding op het boek door Paul van Tongeren, hoogleraar Wijsgerige Ethiek, vertellen de schrijfster en haar vaste vertaler ons iets over hun samenwerking.

Hierbij schetsen zij een situatie waarvan de meeste vertalers alleen maar kunnen dromen. Als Riet op een gegeven moment het vertalen karakteriseert als een dienende bezigheid, begint Marlene tegen te sputteren. Zij ervaart het meer als een ’tweelingschap’. ‘Vaak ontdek ik pas wat ik precies heb geschreven als Riet me vraagt wat ik eigenlijk bedoel. Ik pas regelmatig mijn tekst aan op grond van haar vragen en opmerkingen. Ik gebruik de vertaling om zelf verder te komen.’ Verder lezen ‘Vertalen is als een bedevaart: drie stappen vooruit, twee stappen achteruit’

Niet elke ijskast is een koelkast

ijskastAls je boeken vertaalt, kom je soms voor onverwachte beslissingen te staan. Het afgelopen jaar vertaalde ik (samen met collega’s) twee boeken waar ijskasten in voorkwamen. In het ene hebben we het woord ‘ijskast’ gebruikt en in het andere ‘koelkast’.

Op het eerste gezicht lijkt het merkwaardig dat dit Nederlandse onderscheid een rol zou spelen in een vertaling. Volgens Van Dale zijn ‘ijskast’ en ‘koelkast’ synoniemen, en veel mensen zullen de twee termen dan ook gedachteloos door elkaar gebruiken. Misschien dat sommigen nog weten dat een ‘ijskast’ heel vroeger letterlijk een kast met ijsblokken was waarin levensmiddelen werden gekoeld en dat hetzelfde woord later werd gebruikt voor het elektrische apparaat met de koelcompressor.

Maar er valt meer over te zeggen. Verder lezen Niet elke ijskast is een koelkast

Warm bad voor vertalers: de Intensieve Cursus Literair Vertalen

Van 1 tot en met 5 november 2010 vond in Utrecht de Intensieve Cursus Literair Vertalen (ICLV) plaats, georganiseerd door het Expertisecentrum Literair Vertalen. Drie groepen cursisten, met als brontalen Engels, Italiaans of Noors, hadden het voorrecht aan deze postdocachtige opleiding tot literair vertaler deel te nemen. Wat houdt de intensieve cursus in? Wat passeert er allemaal de revue? En ‘wat heb je er als vertaler aan’? Een reportage van een embedded vertaler.

J-E-Z-U-S geeft me V-R-E-D-E
Ik leef met hart en ziel voor onze G-O-D
Mijn L-E-V-E-N was behoorlijk K-U-T
Nu juich ik want hij heeft mij G-E-R-E-D.

Sweet LibertyAldus de vertaling van een gospelachtige countrysong die de Ierse auteur Joseph O’Connor ooit op de Amerikaanse autoradio hoorde en aanhaalt in zijn (niet in het Nederlands vertaalde) non-fictiewerk Sweet Liberty. De song was onderdeel van een fragment dat door de deelnemers Engels aan de ICLV collectief moest worden vertaald. De bijeenkomst waarop alle drie de collectieve vertalingen werden voorgelezen, vormde het sluitstuk van de cursus en was – zoveel zal duidelijk zijn – bij vlagen hilarisch. Zo leuk kan vertalen zijn, en tot zulke creatieve hoogten kunnen vertalers (in dit geval Kitty Pouwels) stijgen als ze een week worden ondergedompeld in de vertaalsnelkookpan die ICLV heet. Verder lezen Warm bad voor vertalers: de Intensieve Cursus Literair Vertalen

Jasper Jones

Australië, 1965. Charlie Bucktin, een brave, onzekere jongen van dertien jaar, kan op een warme zomernacht niet slapen en ligt te lezen in Pudd’nhead Wilson. Dan wordt er plotseling op zijn slaapkamerraam gebonsd. Het is Jasper Jones, veertien jaar, half Aboriginal, het zwarte schaap van het dorp. Hij heeft iets vreselijks meegemaakt en roept de hulp in van Charlie, die hij eigenlijk niet kent, maar achter wiens slaapkamerraam nog licht brandt.

De eerste zin van het boek luidt: Jasper Jones has come to my window. Simpel zinnetje, toch? ‘Jasper Jones is naar mijn raam gekomen’. Toch klinkt dat om de een of andere reden niet goed, maar waarom niet? Het ritme klopt niet, die zin is te traag. Bovendien gaat het in het Engels vooral om het resultaat, het gaat erom dat Jasper Jones daar nu staat. Misschien: ‘Jasper Jones staat voor mijn raam´. Verder lezen Jasper Jones

Vertaalcomputers en CAT-tools: de zin en onzin ervan voor boekvertalers

Steeds vaker hoor ik ongeruste geluiden over ‘vertaalcomputers’ of ‘computervertalingen’. Omdat ik zelf vanuit het technische vertaalvak goed bekend ben met deze verschijnselen, voel ik me geroepen hier een aantal misverstanden weg te nemen.

Ik zal beginnen met een tweetal korte begripsverhelderingen, die waarschijnlijk al veel vragen zullen beantwoorden. Tegelijkertijd probeer ik een al te technische uitleg te voorkomen. Die is voor boekvertalers niet relevant en hooguit verwarrend. Tot slot wil ik een aantal punten noemen waarop boekvertalers wel degelijk hun voordeel kunnen doen met sommige van dit soort hulpmiddelen.

Babel Fish
Babylonische spraakverwarring: Bablefish vertaalt uit de Geschiedenis van het Christendom

De ‘vertaalcomputer’ bestaat niet, laat ik dat voorop stellen. Grofweg kunnen twee soorten software worden onderscheiden die in principe op een gewone pc of een wat grotere server kunnen draaien. Verder lezen Vertaalcomputers en CAT-tools: de zin en onzin ervan voor boekvertalers

Vertalen op de automatische piloot?

Afgelopen weekend vroeg iemand me naar mijn vertaalactiviteiten. Even voor de duidelijkheid: ik ben geen literair vertaler, heb ook geen speciale opleiding gevolgd, maar heb tot nu toe vier astrologische boeken uit het Engels vertaald en ben druk bezig met het vijfde. Ik vertaal ongeveer een boek per jaar en doe het wat dat betreft dus kalmpjes aan. Ik houd me vooral onledig met het corrigeren en persklaarmaken van drukproeven voor een aantal uitgeverijen. Het vertalen is een welkome (en creatieve) afleiding in periodes dat ik het met die werkzaamheden wat minder druk heb.

Een paar weken geleden had ik zo’n rustige periode en stortte mij dus maar weer eens op mijn vertaalwerk. Wat me dan opvalt is dat ik het lichamelijk bijzonder vermoeiend vind om uren achtereen achter de computer door te brengen, wat ik niet zo ervaar als ik urenlang proeven op papier corrigeer (want zo krijg ik mijn opdrachten altijd aangeleverd). Daarom zou ik denk ik ook niet fulltime vertaler kunnen zijn, want hoe prachtig ik het werk op zichzelf ook vind, ik zou er beslist vierkante ogen van krijgen (en een pijnlijke schouder en kramp in mijn benen). Op zulke momenten vraag ik me weleens af: hoe pakken jullie ‘echte’ vertalers dat nou aan? Verder lezen Vertalen op de automatische piloot?