Zo moeder, zo zoon? Deel 2: de zoon

ElmerEerder verscheen op deze site Deel 1: De moeder.

Ik zat al ruim een maand in afgestudeerdenland (dat trouwens blijkt te grenzen aan werklozenland, en die grens is onbewaakt, zodat je zonder het door te hebben opeens in het verkeerde land kunt zitten) toen mijn “mams” opeens opbelde. Of ik wilde meehelpen een boek te vertalen omdat zij in haar eentje de deadline niet zou kunnen halen. Ik zou uiteraard voor het deel dat ik zou vertalen ook het geld opstrijken. Daar had deze jongen natuurlijk wel oren naar! Hier volgt dus het verslag van mijn allereerste opdracht. Verder lezen Zo moeder, zo zoon? Deel 2: de zoon

Taalwasser, een nieuw beroep?

Vorig jaar was ik aanwezig bij de jaarlijkse bijeenkomst van de Noorse vertalersvereniging NFFO waar een lezing werd gegeven door Tove Bakke en Anne Elligers, over de vertaling van La consultante van de Franse schrijfster Anna Gavalda. Geen vertalersduo in dit geval, maar een vertaler en een språkvasker, oftewel een taalwasser.

Een persklaarmaker, dacht ik in eerste instantie, maar uit de lezing bleek dat de bemoeienis van Anne Elligers met het vertaalproject veel intensiever was geweest dan wat de gemiddelde persklaarmaker in de Nederlandse praktijk doet, en dat zij ook veel eerder bij het vertaalproces betrokken werd dan helemaal aan het eind, zoals bij ons gebruikelijk is. Verder lezen Taalwasser, een nieuw beroep?

Zo moeder, zo zoon? Deel 1: de moeder

HennieSamen met een andere vertaler een boek vertalen – dat is iets wat ik eigenlijk nooit doe. Wel gebeurt het vaak dat ik een deel van een boek vertaal waarmee ook andere vertalers op hetzelfde moment bezig zijn, maar dan krijg ik een lijst met aandachtspunten en vaste uitdrukkingen waar iedere vertaler zich aan houdt. Ik stuur mijn deel in en daarmee is de kous af, want iemand anders maakt er één geheel van, dat ik pas weer zie als ik een presentexemplaar krijg.

Het boek dat ik een aantal weken geleden aangeboden kreeg, was een haastklus. Ik wist dat ik de deadline alleen niet zou halen, maar het ging wel om een nieuwe opdrachtgever – en een nieuwe opdrachtgever is natuurlijk altijd heel welkom!

Druk rekenen, onderhandelen, vragen stellen… en intussen schoot het door me heen: ik heb natuurlijk wel een zoon die deze zomer is afgestudeerd aan de vertaalacademie en die de praktijk in moet. Snel gebeld of hij ook een deel wilde doen en de potentiële opdrachtgever gevraagd of we het boek samen mochten doen. En we kregen een kans. Een flinke proefvertaling volgde, die al snel werd goedgekeurd. En toen begon het echte werk. Verder lezen Zo moeder, zo zoon? Deel 1: de moeder

De individuele auteur heeft steun in de rug nodig

Voorwoord van de blogredactie
In Boekblad Magazine van 6 augustus 2010 schreef Kamiel Koelman, advocaat gespecialiseerd in intellectuele eigendom bij Van Diepen en Van der Kroef, onder de titel Geen overdracht van rechten, maar een licentie voor vijf jaar een artikel over het auteurscontractenrecht. Janne Rijkers, coördinator van de Vereniging van Letterkundigen en hoofd Juridische Zaken van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, verwoordde in een reactie in Boekblad van 25 augustus 2010 het standpunt van makers, Raoul Eljon, adjunct-secretaris van het Nederlands Uitgeversverbond, dat van de uitgevers: Het voorontwerp auteurscontractenrecht schiet zijn doel voorbij. Samen vormen de drie artikelen een interessant drieluik van het conceptwetsvoorstel auteurscontractenrecht dat minister Hirsch Ballin van Justitie op 1 juni 2010 ter consultatie aanbood (zie het bovenste kader). Het stuk van Janne Rijkers nemen we hieronder met haar toestemming over.

Herstel level playing field
Over het algemeen zijn makers, waaronder schrijvers en vertalers, te spreken over het wetsontwerp. Het getuigt van een gezonde kijk op het auteursrecht: een auteursrecht waarin de maker centraal staat.

Het wetsontwerp auteurscontractenrecht beoogt de onderhandelingspositie van auteurs ten opzichte van de exploitanten van hun werk te verbeteren. Helaas is dat hard nodig. Er zijn buitengewoon veel contracten in omloop die een overheidsingrijpen rechtvaardigen. Het gaat hier niet om een bescherming gelijk aan die voor werknemers, zoals Kamiel Koelman in zijn artikel betoogt. Het gaat om een poging tot herstel van een level playing field, het betreft immers ondernemers onderling. Zo’n level playing field ontbreekt in de praktijk en daar is dit wetsontwerp op geschreven. De individuele auteur heeft steun in de rug nodig als hij tegenover zijn steeds groter groeiende exploitant zit. Verder lezen De individuele auteur heeft steun in de rug nodig

Interviews met vertalers: Fuad Rifka

De Libanese dichter en vertaler Fuad Rifka heeft voor zijn vertalingen van Duitse poëzie in het Arabisch de Goethe-Medaille van het Goethe Institut gekregen. De prijs, ingesteld in 1954 en sinds 1975 door de Bondsrepubliek Duitsland als officiële onderscheiding erkend, wordt toegekend aan niet-Duitsers die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de Duitse taal en internationale culturele betrekkingen. Eerder werden onder anderen de socioloog Pierre Bourdieu, de componist Pierre Boulez, de filosoof Karl Popper, de cineast Billy Wilder, de historicus Herman von der Dunk en schrijfster Elisabeth Augustin met de prijs onderscheiden. Dit jaar vielen nog meer vertalers in de prijzen: Sverre Dahl (Noorwegen), Victor Marian Scoradet (Roemenië), John Woods (VS) en Deszö Tandori (Hongarije). Verder lezen Interviews met vertalers: Fuad Rifka

Literair vertalen, een gesubsidieerde hobby?

In 2009 zijn er in Nederland weer 4.179 nieuwe boekvertalingen verschenen*. Gaan we gemakshalve uit van een gemiddelde verkoopprijs van 15 euro en een gemiddelde verkoop van 2.500 exemplaren, dan hebben die boekvertalingen een totale omzet van bijna 157 miljoen euro opgeleverd. Als we even aannemen dat voor al die vertalingen ongeveer 1.000 vertalers verantwoordelijk zijn (gemiddeld vier vertalingen per jaar per persoon), dan genereert een gemiddelde vertaler met zijn werk dus een uiteindelijke jaaromzet van bijna 157.000 euro – waarvan hijzelf gemiddeld iets meer dan tien procent mag toucheren, de rest gaat naar buitenlandse auteur, uitgever, persklaarmaker, corrector, vormgever, zetter, drukker, binder, boekhandel.

Valt het vertalen van boeken daarmee onder de categorie die beoogd premier Rutte aanduidt als ‘gesubsidieerde hobby’s’? Of is het een serieuze economische activiteit die helaas de marktwerking tegen heeft? Voor dat laatste pleit in elk geval één argument: het publiek is niet bereid voor vertaalde boeken meer te betalen dan voor Nederlandse boeken, en een billijke vergoeding voor de vertaler zou de prijs van het boek omhoog jagen. Vandaar een vergoeding op hobbyniveau, waardoor vertalers hun werk noodgedwongen vaak moeten afjakkeren. En vandaar dat er zoiets bestaat als het Nederlands Letterfonds, dat werkbeurzen verleent voor vertalingen van boeken waarvan ook de welbelezen heer Rutte ongetwijfeld vindt dat ze een belangrijke bijdrage aan onze cultuur leveren.

*) Bron: A-lijst Koninklijke Bibliotheek. Dit artikel verscheen ook op het weblog van Rokus Hofstede en Martin de Haan.

De zee waar het storkelt en hevelt

Photo Holger Ellgaard CC AT-SAOoit heb ik met een groepje vertalers Zweeds-Nederlands een hele middag gewerkt aan de beginregels van Spegeln (De spiegel), een kort verhaal van Gunilla Linn Persson. Dit begon met de woorden ‘Laat me een verhaal vertellen…’ en het was speciaal geschreven om voor de radio te worden voorgelezen. Het verhaal speelt zich af in het jaar 1907 en het gaat over twee eenzame eilandbewoners, een man en een vrouw, in een ruig kustlandschap waar het flink kan spoken. De vertelling heeft wel iets weg van een mondeling overgeleverde, klassieke legende over de zee. Verder lezen De zee waar het storkelt en hevelt

In de ramsj

RamsjstapelsHet is altijd een beetje triest als je ziet dat een door jou vertaald boek in de ramsj wordt aangeboden. Je hebt toch enkele maanden met zo’n boek geleefd en hoopt natuurlijk op een goede ontvangst. Vaak verdwijnt een boek na verschijning echter in een zwart gat of blijft het hooguit bij een signalering dat het er is. Na een jaar of twee volgt dan een mededeling van de uitgeverij dat het in prijs is opgeheven, wordt verramsjt. Verder lezen In de ramsj

De VvL en de niet-literairen (4): het VvL-voorstel

Eind augustus 2009 schreven we op dit blog dat vertalers van niet-literaire boeken en de Vereniging van Letterkundigen (VvL) om tafel gingen zitten om te praten over belangenbehartiging. Op 11 september vond het eerste gesprek plaats van wat uiteindelijk een serie gesprekken zou worden. We spraken over de vorm waarin een eventuele samenwerking kon worden gegoten — een zelfstandige afdeling onder de koepel van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV) naast de VvL, of een werkgroep binnen de afdeling VvL — en de voorwaarden waaraan de groep nieuwe leden zou moeten voldoen. De niet-literairen zouden in een verzoek tot toetreding aannemelijk maken dat ze de VSenV nodig hadden om hun belangen te behartigen. Om inzicht te krijgen in de marktpositie van boekvertalers besloten we een enquête te houden. Met de feiten die het onderzoek opleverde, onderbouwden we het Verzoek tot toetreding, dat we eind december bij het bureau van de VvL indienden. Verder lezen De VvL en de niet-literairen (4): het VvL-voorstel

In memoriam Annemarie Smit (1958-2010)

Op 20 juli 2010 overleed in haar woonplaats Den Haag Annemarie Smit aan de gevolgen van borstkanker. Hoewel ze al jarenlang ziek was, kwam haar overlijden toch vrij onverwacht.

Annemarie studeerde Noors in Groningen en werkte als reisleider, algemeen vertaler en docent Noors aan de Volksuniversiteit. Ondertussen ging ze als vertaler van literatuur aan de slag. Als vertaler werd ze een autoriteit op het gebied van de Noorse misdaadliteratuur, een genre dat eind jaren tachtig nog nauwelijks populair was in Nederland. Noorse schrijvers als Gunnar Staalesen, Anne Holt, Kurt Aust en Karin Fossum vonden in Nederland dankzij Annemaries deskundige en vlot leesbare vertalingen een groot lezerspubliek. Daarnaast vertaalde ze nog tientallen andere boeken, waaronder jeugdromans, literaire romans en non-fictie uit het Noors. Ze was lid van de e-mailgroep Boekvertalers en hield regelmatig lezingen over het vertalen van boeken en meer specifiek over het vertalen van misdaadliteratuur. De afgelopen jaren organiseerde ze ook lezingen voor de literaire sectie van het Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers, voor het laatst in april 2010, toen ze sprak over jeugdliteratuur.

Annemarie was een prettige, betrokken en opgewekte collega, die ondanks haar ziekte gewoon bleef doorwerken en de moed niet liet zakken. Ze laat als vertaler een indrukwekkend oeuvre achter. We zullen haar enorm missen.