Gelukkig komt het niet vaak voor, maar soms wordt een vertaler benaderd met het verzoek een boek te vertalen waarvan hij de strekking bedenkelijk vindt. Bedenkelijkheid bestaat echter in soorten en maten. Wat voor de een beslist niet door de beugel kan, vindt de ander hoogstens onschadelijke onzin. Wat in de ogen van de een onbewijsbare en zelfs gevaarlijke kletskoek is, vertegenwoordigt voor de ander zijn diepste levensovertuiging. Er zijn natuurlijk extreme gevallen. Er zullen bijvoorbeeld niet veel vertalers zijn die zonder een spier te vertrekken aan een hervertaling van Mein Kampf zouden beginnen, gesteld dat die in Nederland op de markt mocht worden gebracht. Dat is duidelijk genoeg, al zou men kunnen aanvoeren dat het publiek ook van dat boek moet kunnen kennisnemen om zelf te kunnen oordelen waarom het verwerpelijk is, en bovendien is er via internet vast wel aan te komen. Verder lezen De vertaler en zijn geweten
Categorie: De verbazing
Al wat in postieve of negatieve zin bij boekvertalers opzien, verwondering, verbazing, verbijstering, sprakeloosheid, bevreemding, perplexiteit, onthutsing zelfs, of andere vormen van ongeloof wekt.
Net uit: Dagboek van een halve indiaan
Hieronder vertelt Aleid van Eekelen, de vertaalster van Dagboek van een halve indiaan van Sherman Alexie, zojuist verschenen bij uitgeverij Lemniscaat (oorspronkelijke titel: The Absolutely True Diary of a Part-Time Indian), over het boek.
Toen ik The Absolutely True Diary of a Part-Time Indian begon te lezen, trok ik wel even mijn wenkbrauwen op. Een kind van arme indiaanse ouders wordt geboren met een waterhoofd, ondergaat als baby van zes maanden een hersenoperatie die het waarschijnlijk niet zal overleven, houdt zijn hele jeugd last van toevallen en een hele lijst andere lichamelijke eigenaardigheden en weet zich vervolgens als puber aan zijn achtergrond te ontworstelen en een bekend schrijver te worden? Kom nou. Dat was wel erg ongeloofwaardig. Tot ik Sherman Alexies website bezocht en erachter kwam dat dit verhaal geen verzinsel maar autobiografie was. Verder lezen Net uit: Dagboek van een halve indiaan
Franse regering wil Googlewaals
De Franse minister van Cultuur en Communicatie, Christine Albanel, wil van de websites van haar departement vertalingen in acht talen aanbieden. Automátische vertalingen, in real time, ongecorrigeerd .
De Franse beroepsverenigingen ATLF (Association des traducteurs littéraires de France) en SFT (Syndicat national des traducteurs professionnels) hebben zich in een brief aan de minister verbaasd over die ‘meertaligheid op een koopje’ (‘multilinguisme au rabais’). Volgens hen is automatisch vertalen volstrekt ongeschikt voor het doel dat de minister voor ogen staat. Om hun argument kracht bij te zetten, hebben de organisaties hun brief door een professioneel vertaler van vlees en bloed in het Engels laten vertalen en die versie vervolgens door Google in het Frans laten terugvertalen. Het resultaat staat op de website van het Franse zusje van de Vereniging van Letterkundigen, ATLF, en biedt een fraai inkijkje in de stand van de automatische vertaaltechniek.
Vertalië, een lagelonenland
Ook al vóór de NMa-kwestie van vorig jaar was het met de betaling in Vertalië merkwaardig gesteld. Je had het ‘literaire tarief’, waarover de Vereniging van Letterkundigen (VvL) periodiek met de organisaties van literaire en algemene uitgevers onderhandelde. Dat tarief hoorde bij het modelcontract, dat op zijn beurt bij de literaire vertaling hoorde. En daar begonnen de problemen al. Want wat is literatuur en wat niet, wie is literair vertaler en wie niet? Verder lezen Vertalië, een lagelonenland
Genderoverschrijdend vertalen
In Spanje is ophef ontstaan over de vertaling in het Galicisch van Mark Haddons The Curious Incident of the Dog in the Night-Time*, een roman over een vijftienjarige, autistische jongen met een wiskundeknobbel. Uitgever Rinoceronte Editora weigert vertaalster María Reimóndez te betalen omdat ze, in de woorden van haar redacteur Moisés Barcia (die het boek vervolgens zelf vertaalde), ‘de brontekst had aangepast […] en systematisch alle sekseneutrale Engelse vormen door vrouwelijke verving’. Ze had daarmee geen getrouwe weergave van het origineel geproduceerd en contractbreuk gepleegd. Mannetjesrat Toby was een vrouwtje geworden — maar het Galicische woord voor rat, la rata, is vrouwelijk — en andere mannelijke termen waren ‘geneutraliseerd’. Als voorbeeld noemt Barcia de vertaling van het Engelse meervoud men in xente (mensen), maar dat is in sommige contexten de enig juiste vertaling, zoals in wise men learn from others’ mistakes. El Paìs en The Daily Telegraph berichtten er uitgebreid over.
Uit het artikel in El Paìs blijkt overigens dat de vertaalster werkt aan een promotieonderzoek naar de wisselwerking tussen ideologie en vertaling, wat nieuwsgierig maakt naar haar versie van de gebeurtenissen.
*De Nederlandse vertaling, Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht, van de hand van Harry Pallemans, verscheen in 2004 bij Uitgeverij Contact
Het beste buitenlandse boek
Deze week heb ik weer naar de inmiddels jaarlijkse Avond van het boek gekeken. Naar de quiz, gespeeld door drie teams van schrijvers en een team van lezers, naar de boeiende fragmenten uit oude literaire tv-programma’s en met tussen de bedrijven door de uitslag van de verkiezing van ‘het beste buitenlandse boek aller tijden’. Heel Nederland had zijn stem mogen uitbrengen, de tien meest gekozen boeken waren bekend, maar de volgorde waarin ze waren geëindigd werd in de uitzending onthuld. Verder lezen Het beste buitenlandse boek
Er was eens… een gulle uitgever
Een tijd geleden heb ik een merkwaardig boek van de Zweedse schrijver Håkan Nesser gelezen. Håkan Nesser schrijft meestal psychologische thrillers over nogal ongewone onderwerpen. Ze zijn goed geschreven en lekker spannend. Veel van zijn boeken spelen zich af in een niet nader aangeduid West-Europees land, een soort mengeling van Scandinavië, Duitsland, Nederland, België en een Baltisch land. Het verhaal dat ik las – het eerste in de verhalenbundel Barins Triangel – leek zich in eerste instantie af te spelen in Nederland. De hoofdpersoon reist naar een grote stad, A. In de stad liggen straten met namen als Kalverstraat, Ferdinand Bolstraat en Van Baerlestraat. Er is een Vondelpark, een Concertgebouw, een Leidseplein. De Nederlandse lezer zou zich er meteeen thuis moeten voelen. Toch bekroop mij bij lezing geleidelijk aan een gevoel van vervreemding. Bestaat er in de stad A. wel een plein met de naam Prohaskaplein? En de Greijpstraa-buurt – waar zou die liggen? Het tweede concertgebouw in de stad, De Nieuwe Halle… wie heeft daar ooit van gehoord? Verder lezen Er was eens… een gulle uitgever
Een lekker warm jasje
Onlangs verscheen er op 8weekly een prikkelend artikel van Matthijs Bakker over de bij uitgeverij Cossee verschenen vertaling van Diary of a Bad Year van J.M. Coetzee, door Peter Bergsma vertaald als Dagboek van een slecht jaar. In het genoemde artikel wordt vooral uitgebreid ingegaan óp, en worden vraagtekens geplaatst bíj, het feit dat de Nederlandse vertaling eerder verschijnt dan het origineel. Verder lezen Een lekker warm jasje
Op de Manuscripta
Op maandag 3 september 2007 was ik op de Manuscripta in de Westergasfabriek in Amsterdam. De Manuscripta is het nieuwe boekenfestival waarmee het literaire seizoen officieel wordt geopend.
Bestaat er dan zoiets als een literair seizoen? Dat idee moet ontsproten zijn aan het brein van iemand die zelf nog nooit één fatsoenlijke zin op papier heeft gezet. Iedereen die schrijft, weet immers dat de inspiratie zich stoort aan tijd, God noch gebod. Ze kan ’s zomers en ’s winters komen, ’s nachts of overdag, en steekt bij voorkeur op de vreemdste en ongelegenste momenten haar verleidelijke kopje op. Het idee dat inspiratie zomervakantie zou houden, is absurd en hilarisch. Wie schrijft, leeft in een eeuwigdurend, altijd geopend literair seizoen. Wie vertaalt ook, trouwens. Bijna alle literair vertalers werken de hele vakantie gewoon door, veelal uit bittere financiële noodzaak. Inspiratie verplicht. En de meeste lezers lezen ook gewoon het hele jaar door. Verder lezen Op de Manuscripta
Kan ik het wel?
Een paar dagen geleden kreeg ik, na vooraankondiging, een klus aangeboden: 3500 woorden, een handleiding van een medisch apparaatje, een week later in te leveren. Een voor mij nieuw type apparaat waar ik noch vertaalkundig, noch persoonlijk ervaring mee had, dus vrij bewerkelijk, maar een leuke uitdaging. Ik accepteerde.
Welgemoed toog ik aan het werk. Ik maakte gebruik van gaatjes in de agenda van mijn spreekuur – patiënten gaan voor – , werkte na vijven extra lang door, en zocht toen ik vastzat de website van de fabrikant op. Met de daar gevonden plaatjes snapte ik wel hoe het allemaal werkte.
Toen de eerste ruwe versie klaar was (iedere zin in principe vertaald, maar nog wel met haken en ogen, op te lossen in een of meer correctiedoorlopen) kreeg ik opeens een mailtje van het vertaalbureau: stop maar, ik heb de opdracht per ongeluk aan twee vertalers gegeven, sorry, sorry, we zullen je natuurlijk betalen voor reeds verricht werk. Einde bericht.