In Vlaanderens velden

Het eerste slachtoffer van een oorlog is vaak de waarheid. Maar in het geval van de Eerste Wereldoorlog blijkt de waarheid soms ook honderd jaar na dato nog te sneuvelen. Met steun van internet.

In Trouw staat dit jaar iedere woensdag een achtergrondartikel over de Eerste Wereldoorlog. Op 5 november was dat een stuk van Arjen van der Horst over John McCrae’s gedicht ‘In Flanders Fields’, waarin wordt uitgelegd hoe door dit gedicht de klaproos in Engeland is uitgegroeid tot hét symbool voor de gevallenen. Het stuk werd afgesloten met de volledige tekst van het gedicht en een Nederlandse vertaling. Met als bronvermelding: vertaling Bert Decorte, 1968.

Kon dat wel kloppen? Het bevreemdde mij een beetje. ‘In Flanders Fields’ is een tamelijk traditioneel gedicht, met conventioneel rijm en metrum. Maar de bij het artikel opgenomen vertaling rijmde niet en klopte metrisch van geen kanten. Ter illustratie hier de eerste strofe van ‘In Flanders Fields’:

In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.

De aan Bert Decorte toegeschreven vertaling luidde:

In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen
Tussen de kruisen, rij aan rij
die onze plek aangeven; en in de lucht
vliegen leeuweriken, nog steeds dapper zingend
zelden gehoord te midden van het kanongebulder
aan de grond.

Verder lezen In Vlaanderens velden

Barbara vertalen

BarbaraLiedjes vertalen om zelf te spelen en te zingen – dat had ik alweer een hele tijd niet gedaan. Totdat er onlangs op een vrijdagavond op Facebook een kanonnade aan oudere Franse chansons langskwam, waaronder Il venait d’avoit dix-huit ans van Dalida en Le bel âge van Barbara. Twee inmiddels overleden zangeressen die optraden onder een verzonnen voornaam zonder achternaam. Twee liedjes waarin de ik-figuur met weemoed en een zekere vervreemding een cougar-ervaring evalueert, al heette dat toen nog niet zo en al was er in die tijd meer moed voor nodig om zoiets te zingen dan nu.

Vooral voor Barbara heb ik nog steeds een zwak, al is de vroegere puberale adoratie verdwenen en herken ik tegenwoordig ook haar tekstuele beperkingen. Maar door de melancholieke melodie en de sfeer die het lied bij me opriep kreeg ik ineens de geest: ik moest en zou meteen een pianobegeleiding in elkaar sleutelen en een vertaling maken die op de melodie paste. Tot diep in de nacht was ik fanatiek in de weer en de volgende dag heeft Wim Scherpenisse het resultaat opgenomen en van stichtelijke illustratiën voorzien. Verder lezen Barbara vertalen

Witteman recenseert… of: de kwelling van de recensent

Een tweet van Sylvia Witteman deed in Vertalië wat stof opwaaien. Toegegeven: noch Sylvia Witteman, noch het medium Twitter leent zich voor veel nuances. Zelfs mét die kanttekening is er wel het een en ander dat ons, vertalers en lezers, in het verkeerde keelgat kan schieten.

De gewraakte tweet van Sylvia Witteman

Allereerst de discussie op Twitter in samenvatting.

Sylvia Witteman @sylviawitteman
Kut. De Nederlandse vertaling van de nieuwe King binnengekomen ipv het origineel. Net zo erg als neuken met cond… douchen met kleren aan. Verder lezen Witteman recenseert… of: de kwelling van de recensent

Dankzij een vertaalfout

Op 30 september viert de vertaalgemeenschap ‘Sint Jeroensdag’. Die datum is namelijk de naamdag van de beschermheilige van de vertalers, Sint Hiëronymus, uit de vierde eeuw na Christus. Hij is ‘onze’ beschermheilige geworden omdat hij onder meer de bekendste Latijnse Bijbelvertaling heeft gemaakt, de Vulgaat. Naast Hiëronymus is er echter nog een heilige die met vertalen in verband gebracht kan worden: Sinte Cecilia. Zij werd aan het einde van de vijftiende eeuw de beschermheilige van muziek en musici, en dat was het gevolg van een vertaalfout. Verder lezen Dankzij een vertaalfout

Deuren

Wij vertalers vallen vaak niet zo op. In stilte en bescheidenheid doen we ons werk, en we vinden dat vanzelfsprekend, want onze taak is een dienende: wij maken het werk van anderen toegankelijk in onze taal. Sommige lezers zien ons, andere zien ons niet. En van sommige auteurs krijg je medewerking en van andere niet. Maar er zijn auteurs die ons dankbaar zijn en die dat ook uit durven spreken. De Amerikaanse schrijfster Nina Sankovitch* is een van hen:

We owe thanks to the literary translators. Huge thanks. Through meticulous and exacting work, carried out in obscurity and often in utter anonymity, these magicians of language open the door to whole new book stacks of wonder; they gift us with new ways of experiencing an expanded world, and new avenues of sharing the human experience. Literary translators dismantle barriers of ignorance and allow us to enter at will into environments that are new in setting, landscape, and atmosphere, and yet familiar in the explored experiences of love, loyalty, duty, humor, deceit, betrayal, fear, despair, and resilience.

Dat is iets om trots op te zijn. Verder lezen Deuren

Iraanse vertaler opgepakt

‘Een vertaler is een alchemist die cadans, stem, betekenis en symboliek moet overbrengen van jouw taal in de mijne, van jouw cultuur in de mijne. Hij verbreidt ideeën, brengt mensen dichter bij elkaar, laat grenzen vervagen,’ schrijft de Iraans-Amerikaanse schrijfster Firoozeh Dumas in de Los Angeles Times. Aanleiding voor het stuk is de verdwijning van haar ‘alchemist’, de Iraanse vertaler Mohammed Soleimani Nia, die twee weken geleden door de Iraanse autoriteiten is opgepakt. In november 2011 was hij door de geheime dienst ondervraagd en in januari van dit jaar moest hij voor het Revolutionaire Hof verschijnen. Er vond huiszoeking plaats, waarbij documenten en elektronische apparatuur in beslag werden genomen. Verder lezen Iraanse vertaler opgepakt

Vertalen op de automatische piloot?

Afgelopen weekend vroeg iemand me naar mijn vertaalactiviteiten. Even voor de duidelijkheid: ik ben geen literair vertaler, heb ook geen speciale opleiding gevolgd, maar heb tot nu toe vier astrologische boeken uit het Engels vertaald en ben druk bezig met het vijfde. Ik vertaal ongeveer een boek per jaar en doe het wat dat betreft dus kalmpjes aan. Ik houd me vooral onledig met het corrigeren en persklaarmaken van drukproeven voor een aantal uitgeverijen. Het vertalen is een welkome (en creatieve) afleiding in periodes dat ik het met die werkzaamheden wat minder druk heb.

Een paar weken geleden had ik zo’n rustige periode en stortte mij dus maar weer eens op mijn vertaalwerk. Wat me dan opvalt is dat ik het lichamelijk bijzonder vermoeiend vind om uren achtereen achter de computer door te brengen, wat ik niet zo ervaar als ik urenlang proeven op papier corrigeer (want zo krijg ik mijn opdrachten altijd aangeleverd). Daarom zou ik denk ik ook niet fulltime vertaler kunnen zijn, want hoe prachtig ik het werk op zichzelf ook vind, ik zou er beslist vierkante ogen van krijgen (en een pijnlijke schouder en kramp in mijn benen). Op zulke momenten vraag ik me weleens af: hoe pakken jullie ‘echte’ vertalers dat nou aan? Verder lezen Vertalen op de automatische piloot?

Overpeinzingen van een ketter

Ben ik wel alert genoeg?
De vraag dringt zich aan me op als mijn jongste vanuit zijn stoeltje op de achterbank mijn aandacht vestigt op een heeel grooot vliegtuig, terwijl de automobilist voor me om onduidelijke redenen zijn gaspedaal loslaat, ik na een bliksemblik in de achteruitkijkspiegel – nee, er kleeft niemand aan mijn bumper – het rempedaal fiks intrap om een botsing te vermijden, mijn oudste naast me aangeeft dat hij vandaag niet om vijf over vier, maar om tien voor halfvijf op de muziekschool wordt verwacht én zich de even onverwachte als illegitieme mogelijkheid voordoet om eerdergenoemde automobilist in te halen op een voorsorteerstrook bij het stoplicht dat net op groen springt. Ik stel prioriteiten, en dus roep ik ‘Ja, wat een enorm vliegtuig!’ (Mijn jongste ziet namelijk zijn bestaan bevestigd door antwoord op de onbenulligste mededelingen en dringt doorgaans met alle geheiligde en ongeheiligde middelen aan op die bevestiging; het is daarom in het belang van íéders gemoedsrust om zsm, om niet te zeggen à la minute, een respons te vocaliseren.) Intussen benut ik de even onverwachtse als illegitieme kans rechtsom en knik ik mijn oudste toe ten teken dat ik ook hem heb gehoord. Voor de zekerheid vraag ik mijn middelste of híj nog iets te melden heeft binnen nu en vijf minuten. Dat is niet zo. Verder lezen Overpeinzingen van een ketter

De vertalende recensent, of: het verschil tussen overzetten en vertalen

leestreinUtrecht CS. De trein heeft vertraging. Nee, dat zeg ik verkeerd: dat woord komt in het vocabulaire van NS niet meer voor. Tegenwoordig wordt dat verschijnsel als volgt omgeroepen: ‘De trein van 10.05 van A naar B vertrekt vandaag om 10.20.’ Elk nadeel heeft zijn voordeel, want door dit oponthoud heb ik nog tijd om een tijdschriftenhal binnen te lopen. Een interessante vondst: in De Groene Amsterdammer van deze week staat een paginagrote recensie van een vertaling van me!

Het artikel heet ‘Onder de huid van geliefden’, met de vermelding: ‘Anne Enright, Taking Pictures (volgt uitgever enzovoort). In het Nederlands verschenen als Het weer van gisteren (volgt keurig de vertaler, de uitgever enzovoort).’ Verder lezen De vertalende recensent, of: het verschil tussen overzetten en vertalen

Vertaalkritiek

Kritiek op vertalingen is een goede zaak. Die stimuleert de discussie erover en draagt er uiteindelijk toe bij dat ze beter worden. Maar aan ongefundeerde kritiek heeft niemand iets. Een voorbeeld van hoe het wel moet en hoe niet, aan de hand van een en hetzelfde boek.

In NRC Handelsblad van 4 november 2008 besprak Wil Rouleaux de door Nelleke van Maaren vertaalde roman De Strudlhoftrappen van Heimito von Doderer, die is verschenen bij Uitgeverij Atlas (oorspronkelijke titel Die Strudlhofstiege oder Melzer und die Tiefe der Jahre, 1951). In zijn recensie schrijft Rouleaux:

‘Doderer heeft een voorkeur voor lange en elegante volzinnen. Nu eens formuleert hij plechtstatig of zelfs ambtelijk (de beroemde Oostenrijkse Kanzleistil), of hij parodieert die stijl, en dan weer is hij ironisch, lyrisch of bijna uitbundig. Woordspel en citaten geven zijn barokke taalgebruik nog eens extra kleur – nuchtere lezers zullen het bij vlagen gemaniëreerd vinden.

Voor een vertaler is dit een uiterst moeilijke klus, ook al door de vele historische toespelingen. Nelleke van Maaren, die zes jaar geleden Doderers roman Ieder mens een moordenaar elegant vertaalde, heeft zich ook nu weer uitstekend van haar taak gekweten. Haar vertaling verschijnt zonder één voetnoot, wat alleen al een prestatie genoemd mag worden. Af en toe verheldert Van Maaren (‘zoals het in de Donaumonarchie gebruikelijk was’), verder is ze secuur en vindingrijk, treft bijna overal de juiste toon. Voor het specifieke Oostenrijkse idioom heeft ze vaak passende equivalenten gevonden en soms, als de betekenis uit de context kan worden afgeleid, blijven sfeervolle woorden als Beisl (eenvoudig restaurant) of Jause (tussenmaaltijd) gewoon onvertaald.

Kortom, een excellente vertaling van een van de grootste Duitse romans uit de tweede helft van de vorige eeuw.’

Een goede recensie, die van Rouleaux, niet zozeer vanwege de positieve conclusie, als wel omdat hij met argumenten onderbouwt waaróm de vertaling volgens hem deugt. Verder lezen Vertaalkritiek