Door Fennie Steenhuis
Holt u nog wel eens?
Ik hol nooit meer, besefte ik toen ik de memoires van Konstantin Paustovskij herlas. Ik ren, ik loop hard, misschien kom ik nog eens aanstuiven of vlieg ik zelfs, maar hollen, nee, dat doe ik nooit meer. Hooguit is het hollen of stilstaan in figuurlijke zin.
Paustovskij-vertaler Wim Hartog echter laat meteen al in het eerste hoofdstuk van het eerste deel, Verre jaren, iemand op een oever hollen: Ineens sprong zij op en holde langs de rivier naar de dam toe. Het gaat om de moeder van Paustovskij.
Hollen! De moeder holde. Wat een geweldig woord! Hollen, is dat geen springeriger activiteit dan rennen? Het laatste komt zo strak en efficiënt op me over.
Verder lezen Hollen