Hollen

Door Fennie Steenhuis

Holt u nog wel eens?

Ik hol nooit meer, besefte ik toen ik de memoires van Konstantin Paustovskij herlas. Ik ren, ik loop hard, misschien kom ik nog eens aanstuiven of vlieg ik zelfs, maar hollen, nee, dat doe ik nooit meer. Hooguit is het hollen of stilstaan in figuurlijke zin.

Paustovskij-vertaler Wim Hartog echter laat meteen al in het eerste hoofdstuk van het eerste deel, Verre jaren, iemand op een oever hollen: Ineens sprong zij op en holde langs de rivier naar de dam toe. Het gaat om de moeder van Paustovskij.

Hollen! De moeder holde. Wat een geweldig woord! Hollen, is dat geen springeriger activiteit dan rennen? Het laatste komt zo strak en efficiënt op me over.
Verder lezen Hollen

Boekvertaler: to be or not to be?

Wat wil je later worden als je groot bent? Op die vraag antwoordde ik als kind steevast ‘kok’. Later bedacht ik dat ik niet zelf kok wilde worden, maar wilde trouwen met een man die voor kok kon doorgaan. Een soort Ware Jakok dus.

Inmiddels ben ik volwassen en heb ik van vertalen mijn beroep gemaakt. Ik heb er zelfs voor gestudeerd! Typisch genoeg riep ik wel in mijn derde studiejaar dat ik van mijn levensdagen geen vertaler wilde worden, dus zeg inderdaad maar nooit ‘nooit’. Eigenlijk vond mijn huidige beroep mij, want ik was op zoek naar een werkgever die maar niet gevonden wilde worden, dus besloot ik bij gebrek daaraan mijn eigen baas te worden. En zo geschiedde. Verder lezen Boekvertaler: to be or not to be?

Een heerlijk vrij beroep

‘Wat heb jij toch een heerlijk vrij beroep,’ krijg ik regelmatig te horen als ik vertel dat ik vertaler ben. En inderdaad: ik heb een heerlijk vrij beroep. Vandaar dat ik afgelopen maandag kon ingaan op de uitnodiging van mijn studerende vrienden om te gaan zwemmen in het Tikibad, terwijl de negen-tot-vijf-banenvrienden verstek moesten laten gaan.

Het Tikibad barst van de snelle glijbanen, dus ik vloog op een band door de Moonlight, suisde door de trechtervormige Cycloon en schoot met vijftig kilometer per uur door de Flits.

En toen was daar de Family Slide. De Family slide. De supersaaie Family Slide, waar je met een slakkengangetje doorheen kruipt. Maar ik niet, want ik ging op mijn knieën.

Nu zit ik hier achter mijn computertje. Te vertalen met een lichte hersenschudding. Want ik heb een heerlijk vrij beroep en er moet toch gewerkt worden.