Een van de leukste boeken die ik ooit heb vertaald is M.O.U.S.E. van Penny Dolan, een spannende Dickensiaanse jeugdroman voor kinderen vanaf een jaar of tien. Zo’n fijn dik boek waar je stiekem ’s avonds onder de dekens met een zaklantaarn in verder vertaalt. Het verhaal speelt halverwege de negentiende eeuw in Engeland en zit vol romantiek: een klein jongetje, een kasteel, een schatrijke grootvader, ouders die als plantkundigen de wereld afreizen en schipbreuk lijden (en uiteraard worden gered), een gemene, goklustige oom die uit is op het familiekapitaal, twee nog gemenere handlangers, een akelige kostschool, honger, pesterijen, een ontsnapping, een mysterieuze landloper, een poppenspeler, een klokkenmaker, de grote stad Londen (met overal graafwerkzaamheden door de aanleg van de ondergrondse), twee kostuumnaaisters van een groot theater, een Shakespeare-acteur à la Willem Royaards, een Midzomernachtsdroom, spanning en sensatie, en alles loopt goed af, behalve natuurlijk voor de slechteriken. Misschien doet deze korte samenvatting vermoeden dat het boek van clichés aan elkaar hangt, maar dat is beslist niet het geval: het verhaal zit heel goed in elkaar en alle personages spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de hoofdpersoon. Ook de historische achtergrond is erg knap geschetst.
What’s in a name
Omdat de personages bijna allemaal een naam dragen met een betekenis of associatie die de jonge Nederlandse lezers zou kunnen ontgaan, moest ik ook de namen vertalen. Dat was een heel gepuzzel, maar het was erg leuk om te doen, vooral omdat de personages daardoor wat vertrouwder voor me werden – het was alsof ik ze een beetje mee had helpen scheppen door een Nederlandse naam voor ze te verzinnen. Verder lezen M.U.I.S. in Nederland, of: What’s in a name