Schroder van Amity Gaige, vertaald door Mieke Trouw en Wim Scherpenisse en uitgegeven bij Agathon.
Jonathan Franzen wees er in zijn bespreking van de Amerikaanse uitgave van Schroder op dat dit boek je laat geloven in situaties die niet geloofwaardig zouden moeten zijn en je laat houden van een hoofdpersoon die onsympathiek zou moeten zijn, en zo is het precies. Amity Gaige is erin geslaagd om van een uiterst onwaarschijnlijk gegeven een spannende en bij vlagen diep ontroerende roman te maken.
Met de merkwaardige titel zitten we eigenlijk al midden in de thematiek van het verhaal. Het is de achternaam van de hoofdpersoon, die voluit Erik Schroder heet. ‘Schroder’? Wat is dat voor een naam, hoe spreek je dat uit? Moet het niet ‘Schröder’ zijn? Ja en nee. Erik komt oorspronkelijk uit de DDR, maar is in de jaren zeventig op jonge leeftijd met zijn vader naar West-Berlijn gevlucht en vandaar naar Amerika geëmigreerd. Als blijk van bereidheid om zich aan het nieuwe thuisland aan te passen liet zijn vader de umlaut van hun familienaam schrappen.
Noodlottige actie
Met deze simpele handeling van zijn vader wordt bij Erik de kiem gelegd voor een latere noodlottige actie van hemzelf. Hij wordt op school gepest met zijn accent en zijn buitenlandse afkomst en neemt al snel het besluit zich zo goed aan te passen dat hij Amerikaanser zal zijn dan de Amerikanen zelf. Als hij op de middelbare school zit, schrijft hij zich stiekem onder de naam Eric Kennedy in voor een zomerkamp. Hij wordt toegelaten en gaat nog een paar jaar onder dezelfde valse naam naar het kamp zonder dat zijn vader iets van het bedrog merkt.
Als hij na school gaat studeren, is hij zo gehecht geraakt aan zijn verzonnen Amerikaanse identiteit dat hij daar geen afstand meer van wil doen, en hij besluit verder door het leven te gaan als Eric Kennedy. Als hij later verliefd wordt en er sprake is van trouwen, kan hij eigenlijk niet meer terug en moet hij het bedrog wel voortzetten. Hiermee is al de basis gelegd voor het latere drama, dat het hoofdonderwerp van het boek is.
Na zeven jaar loopt zijn huwelijk stuk, en als zijn bedrog alsnog lijkt uit te komen en er tussen hem en zijn ex een bittere strijd ontstaat over hun enige kind, blijkt maar weer eens dat een kat in het nauw rare sprongen maakt. Erik neemt een ondoordacht besluit, dat zijn leven een totaal andere wending zal geven.
De vertaling
Het vertalen van deze roman was een mooie, maar bepaald geen eenvoudige klus, omdat het een erg literaire tekst is met een zeer specifiek en vaak van het normale afwijkend taalgebruik. Bovendien moesten we voortdurend van register wisselen, want het boek bevat veel gesprekken tussen Erik en zijn zesjarige dochter Meadow. Zo zaten we het ene moment te worstelen met ingewikkelde formuleringen die Eriks geestelijke kwellingen welsprekend verwoordden, terwijl we het volgende ogenblik equivalenten moesten zien te vinden voor melige basisschoolmopjes van het kaliber ‘Het is groen en het rolt – Kermit de knikker’. Ook bevat het boek een flink aantal voetnoten, die soms weer voor geheel eigen problemen zorgden.
Silentiologie
En dan was er ook nog een geheel fictief wetenschappelijk vakgebied waarvoor we de Nederlandse terminologie moesten verzinnen. Erik houdt er namelijk een complete theorie op na over korte en lange stiltes. In het Engels heet het vakgebied dat zich hiermee bezighoudt pausology, afgeleid van pause, dat onder andere ‘stilte’ kan betekenen. Het Nederlandse ‘pauze’ kwam niet in aanmerking als vertaling, want de primaire betekenis daarvan is ‘onderbreking van een (gewoonlijk georganiseerde) bezigheid’, zonder dat dat automatisch gepaard gaat met stilte. Het kan tijdens een Nederlandse pauze best een herrie van jewelste zijn, zoals iedereen kan beamen die in de buurt van een schoolplein woont.
‘Pauze’ viel dus af, en daarmee ook een letterlijke vertaling van pausology. Maar wat dan wel? Na lang dubben hebben we gekozen voor ‘silentiologie’, direct afgeleid van het Latijnse silentium (‘stilte, stilzwijgen’). Zo werd Erik bij ons dus een silentioloog.
Aangrijpend
Mogelijk wekt het bovenstaande de indruk dat Schroder een cerebrale roman is die de lezer niet emotioneel raakt, maar niets is minder waar. Met een vlijmscherpe zelfanalyse, wrange humor en prachtige bespiegelingen over zijn jeugd, zijn huwelijk en zijn relatie tot Meadow verovert Erik gaandeweg onherroepelijk onze sympathie. De strijd die hij voert om de voogdij over zijn dochter te behouden is bijzonder aangrijpend, en zijn pogingen om ergens echt bij te horen en een geloofwaardige identiteit voor zichzelf te scheppen zijn in al hun onbeholpenheid en vergeefsheid zeer herkenbaar en ontroerend.
Mooi gevonden, Silentiologie. Jullie verslag maakt me erg nieuwsgierig naar het boek.