De geheugenkunstenaars door Jeffrey Moore, vertaald door Gert Jan de Vries, oorspronkelijke titel The Memory Artists, verschenen bij uitgeverij Prometheus.
Wanneer iemand dr. dr. drs. litt. voor zijn naam heeft staan en de drie regels eronder nodig heeft voor het omschrijven van zijn functies, dan weet je dat je met een briljante geest te maken hebt. Of met een oplichter. In het geval van de neuroloog Émile Vorta geldt dat laatste en dat blijkt wel uit het internetadres dat vier regels onder zijn naam staat: writeaprisoner.com.
Émile Vorta is een verteller zoals Droogstoppel in Max Havelaar. Hij is onbetrouwbaar en machtig, maar hij is vooral nodig om het verhaal aan te zwengelen. Als hoofd van een neurologische kliniek in Montreal is hij dan ook degene die de hoofdpersonen bijeen brengt van The Memory Artists, de tweede briljante roman van Jeffrey Moore.
Kleurrijk
Die personages zijn stuk voor stuk even kleurrijk als de ondeugdelijke dokter. Noel Burun is om Louis Paul Boon maar eens te citeren ‘geniaal, maar met te korte beentjes.’ Hij heeft een absoluut geheugen en – om het vriendelijk te zeggen – een sterk associatieve geest. In de praktijk blijkt dat een schier onoverkomelijke handicap: bij alles wat er gebeurt, bij alles wat hij hoort of ziet, gaan bij Noel Burun alle registers open. Noemt iemand het woord ‘amarant’, dan verdrinkt Noel in een associatieve stroom die via Aesopus en Don Quichot naar Pinokkio en Duizend-en-een-nacht voert – allemaal vindplaatsen van dat ene woord in de onuitputtelijke bibliotheek in zijn hoofd.
Noel lijkt als twee druppels water op zijn beste vriend Norval Xavier Blaquiere. Maar waar Noel afgetobd en door het leven geslagen lijkt, is Norval een en al levenslust, succes en aanzien. Norval is acteur, schrijver, academicus, womanizer, stijlicoon en drugsgebruiker. Norval is Noels evenbeeld en tegelijk zijn tegenvoeter, want waar Noel zichzelf wil overwinnen om een heldendaad te verrichten, tracht Norval zich juist te verliezen in elke denkbare roes.
Het kwartet vrienden wordt gecompleteerd met JJ Yelle, een kinderlijke nerd die zijn eigen ‘rookwaren’ verbouwt, en Samira Darwish, een oosterse schone die lijdt aan een extreem kort geheugen.
De geheugenkunstenaars is een wonder van vertelkunst, stijlmiddelen, eruditie en humor. Het is een omgevallen boeken- en platenkast, gecombineerd met slapstick, tragiek en levenswijsheid. Als via malle voorvallen, dagboeken, medische verslagen en nieuwsberichten uiteindelijk alle draden gesponnen zijn en alle personages geïntroduceerd, voert Noel zijn vrienden mee in een queeste om zijn moeder te genezen van Alzheimer. Al hun gekte en alle neurologische en niet-neurologische middelen die ze kunnen vinden en bedenken zetten ze in om deze Stella haar geheugen terug te bezorgen.
Intellectuele splinterbom
De geheugenkunstenaars is een zeldzaam complexe postmoderne roman. Enerzijds een sprookje, anderzijds een intellectuele splinterbom. Toen ik het boek zes, zeven jaar geleden vertaalde was de Canadese schrijver – zo niet de hele Canadese literatuur – mij onbekend. Mijn eigen moeder gleed in die tijd weg in de duistere poel die Alzheimer heet – en met haar mijn jeugd, mijn bron van herkomst. Het vertalen van Jeffrey Moores roman vergde al mijn kennis en vaardigheden. Het was een hell of a job om te doen. Die totale aanspraak op al mijn faculteiten heeft me geïnspireerd, maar het geschenk dat dit boek wat mij betreft in zich draagt is de vooralsnog valse hoop dat Alzheimer bestreden kan worden.
‘Beter dan Hersenschimmen’, concludeerde Ilja Leonard Pfeijffer. ‘Boek van het jaar,’ vond David Mitchell.