Vertalers zijn ook maar mensen. Ze weten niet alles. Zo wist ik bijvoorbeeld niet wie of wat een TARDIS was, tot ik dit begrip tegenkwam in het boek dat ik aan het vertalen ben. Na een korte zoektocht op het internet behoorde ik tot de ingewijden, maar daarmee was de vraag of het begrip in de Nederlands vertaling overgenomen moest worden, nog niet beantwoord.
De TARDIS (Time And Relative Dimensions In Space) is een fictieve tijdmachine in de Britse sciencefictionserie Doctor Who. Bij navraag onder collega’s bleek dat sommigen van hen niet alleen bekend zijn met de serie, maar dat je hen bijna kunt bestempelen als aficionado’s. In Groot-Brittannië woonachtige collega’s vertelden er meteen bij dat er bij hen in de buurt zelfs een TARDIS staat. Daarentegen hadden andere collega’s er nog nooit van gehoord.
Ik ben een groot voorstander van behouden van couleur locale in vertalingen, zeker als die iets bijdraagt aan het verhaal, maar als er pardoes een TARDIS uit de lucht komt vallen zonder enig verband met de personen en/of situatie in het boek, zet ik toch wel wat vraagtekens bij het nut van het handhaven van zo’n woord. De TARDIS is voor mijn Britse auteur en haar landgenoten een begrip, maar voor Nederlanders niet per se. Net zo goed als ‘haarlemmerolie’ een Brit niets zal zeggen.
En daarmee zijn we aangekomen bij een van de problemen waar vertalers regelmatig mee worstelen: laten staan of niet? Als de TARDIS in mijn boek geen enkele functie heeft, sterker nog, als het woord zelfs een ‘hikje’ in het verhaal veroorzaakt voor lezers die het begrip niet kennen, mag je het dan ‘wegvertalen’? Of moet je de tekst volkomen trouw blijven, de TARDIS erin zetten, en het aan de lezer overlaten al dan niet op te zoeken wat het is? En natuurlijk alle kenners het genoegen schenken in stilte, of hardop, “EXTERMINATE!” te roepen.