Zo moeder, zo zoon? Deel 2: de zoon

ElmerEerder verscheen op deze site Deel 1: De moeder.

Ik zat al ruim een maand in afgestudeerdenland (dat trouwens blijkt te grenzen aan werklozenland, en die grens is onbewaakt, zodat je zonder het door te hebben opeens in het verkeerde land kunt zitten) toen mijn “mams” opeens opbelde. Of ik wilde meehelpen een boek te vertalen omdat zij in haar eentje de deadline niet zou kunnen halen. Ik zou uiteraard voor het deel dat ik zou vertalen ook het geld opstrijken. Daar had deze jongen natuurlijk wel oren naar! Hier volgt dus het verslag van mijn allereerste opdracht.

Een vertaalopdracht zou geen vertaalopdracht zijn als er niet van alles mis ging of handiger zou kunnen. Zo ook hier. Het eerste wat ik hoorde was dat de tekst per alinea niet langer mocht worden dan het origineel. Sterker nog, het liefst hadden ze dat alles vijf procent korter werd! In het Nederlands! En ik had tijdens mijn opleiding nog geen minuut aan vertalen-op-lengte hoeven besteden! Ik zweette meteen al winterpenen…

Verbeterpuntje 1: geduldiger worden
Daarna hoorde ik dat er geen digitaal bestand van het origineel was. Dat zou later nog gestuurd worden. Dit betekende dus dat elk piiiiieeeeeeeeeep woordje geteld moest worden. Met de hand. En met potlood. Ik was dus telkens eerst een halfuur bezig de woorden te tellen die ik in het volgende uur moest vertalen. En ondertussen maar wachten en wachten op het pdf-je, dat uiteindelijk pas kwam toen ik al bijna klaar was (drie weken nadat we waren begonnen). Blijkbaar moet je daar rekening mee houden als je in de zomerperiode een opdracht aanneemt. Wist ik veel, dus ik werd steeds ongeduldiger.

Verbeterpuntje 2: op tijd weten hoeveel woorden het zijn
Ik had begrepen dat het een tekst van ongeveer 30.000 woorden zou zijn, waarvan ik er 10.000 zou doen. Althans, dat zei de opdrachtgever. Ik weet niet of die het nu verkeerd had doorgekregen of zelf verkeerd had geteld (ik vermoed het eerste), maar het bleken er uiteindelijk anderhalf keer zo veel te zijn. Je vraagt je toch af hoe iemand er zo ver naast kan zitten. Er is tegenwoordig een heel scala (knipoog naar een van mijn ex-docenten, die dat een verschrikkelijk woord vond) aan mogelijkheden om automatisch te tellen, dus het verschil kan toch nooit zo groot zijn? Door die tegenvaller moesten we de voorgenomen tweede en derde ronde samenvoegen tot één gehaaste tweede ronde: een vrijdagavond en een hele zaterdag met z’n tweeën met pijnlijke rug, nek en armen doorwerken tot de klus geklaard was. Uiteindelijk krijg ik er natuurlijk wel meer voor betaald, dus dat is een een flinke laag verkoelende zalf op de wonde, maar het viel me niet mee.

Verbeterpuntje 3: een duidelijke relatie aangeven en je daar ook aan houden
Het samenwerken met mijn moeder was even wennen. Overleggen over vertaalprobleempjes doen we al langer, volgens mij zelfs al voordat ik aan de Vertaalacademie begon. Ik blijk sterk de neiging te hebben me bij bijna elk woord af te vragen hoe het eventueel misschien door sommigen geïnterpreteerd zou kunnen worden en of het de lading wel precies dekt. Ook heb ik tijdens mijn opleiding veel regeltjes geleerd die soms met de vertaalstijl van mijn moeder botsten. Als ik haar vroeg waarom ze iets op een bepaalde manier vertaalde, luidde het antwoord vaak ‘dat vind ik mooier’ of ‘dat doe ik altijd zo’.

Tijdens zo’n discussie ging ik soms zo gedetailleerd beredeneren waarom het juist moest zoals ik het deed, dat ik uiteindelijk aan mezelf begon te twijfelen. Niet handig als je je gelijk wilt krijgen…

Het was weleens lastig een grens te trekken tussen de relatie moeder-kind en de relatie vertaler-vertaler. Als vertalers onder elkaar blijf je (neem ik aan) toch meestal professioneel en rustig en kun je elkaars kritiek goed verduren. Als je echter je hele leven met de collega in kwestie bent opgetrokken en je als puber flink tegen haar hebt afgezet, is die grens, net als de grens tussen afgestudeerdenland en werklozenland, nogal vaag. Voordat je het weet reageer je toch weer als ouder en kind op elkaar en is de professionaliteit ver te zoeken.

Circus
Al met al heb ik aardig wat geleerd van deze opdracht en deze samenwerking. Daarnaast heb ik uit het boek ook nog 101 hondentrucjes geleerd, dus als ik ooit een hond neem, kan ik meteen een circus beginnen. Alleen jammer dat ik een kattenmens ben…

Gepubliceerd door

Elmer Haan

Ik ben in de zomer van 2010 afgestudeerd aan de Vertaalacademie Maastricht en naarstig op zoek naar werk. Het liefst wil ik als ondertitelaar aan de slag, maar zolang ik nog geen vast werk heb wil ik zoveel mogelijk ervaring opdoen met allerlei disciplines.

3 gedachtes over “Zo moeder, zo zoon? Deel 2: de zoon”

  1. Ik krijg het gevoel dat wat je onder punt 3 noemt vooral een kwestie is van groentje-ervaren vertaler, wat dan nog wordt onderstreept door het feit dat jullie zoon en moeder zijn.

    Geweldig om die twee kanten van het verhaal te lezen. En ik hoop dat jullie toen de vertaling eenmaal was ingeleverd samen iets ontspannends zijn gaan doen. 😉

  2. Hier geniet ik even van. Heb zelf ooit geprobeerd om samen met mijn zus een vertaling te… te bewerkstelligen. Een interessante er- en aanvaring die absoluut niet voor herhaling vatbaar is, maar die tegenwoordig stof levert voor onbeheerste lachbuien. Heel veel succes en plezier in werklozenland en vergeet niet onderweg naar werkersland de verrassend mooie plekjes aan te doen of dat je visum voor studentenland een eeuwigdurende geldigheid heeft.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*