Taalwasser, een nieuw beroep?

Vorig jaar was ik aanwezig bij de jaarlijkse bijeenkomst van de Noorse vertalersvereniging NFFO waar een lezing werd gegeven door Tove Bakke en Anne Elligers, over de vertaling van La consultante van de Franse schrijfster Anna Gavalda. Geen vertalersduo in dit geval, maar een vertaler en een språkvasker, oftewel een taalwasser.

Een persklaarmaker, dacht ik in eerste instantie, maar uit de lezing bleek dat de bemoeienis van Anne Elligers met het vertaalproject veel intensiever was geweest dan wat de gemiddelde persklaarmaker in de Nederlandse praktijk doet, en dat zij ook veel eerder bij het vertaalproces betrokken werd dan helemaal aan het eind, zoals bij ons gebruikelijk is.

Luid geprezen
Het was een boeiende lezing. Tove Bakke, die in de Noorse pers luid geprezen werd voor haar vertaling van Gavalda’ s boek, begon met duidelijk te maken dat zij een belabberde tekst zou hebben afgeleverd als Anne Elligers haar niet behoed zou hebben voor talloze blunders en haar ongelukkige formuleringen niet zou hebben bijgeschaafd. Anne Elligers verklaarde op haar beurt dat haar rol maar marginaal was geweest en dat Bakkes prachtige vertaling en originele vondsten er ook wel op eigen kracht hadden kunnen komen. Ze had niet meer gedaan dan wat een zorgvuldige schooljuffrouw zou doen. Vervolgens vertelden beiden om de beurt, elkaar af en toe plagerig in de rede vallend of elkaar aanvullend, hoe de samenwerking bij dit vertaalproject was geweest. Het was een manier van werken die wij in Nederland eigenlijk alleen kennen bij co-vertalingen: Tove Bakke stuurde Anne Elligers met enige regelmaat een stuk vertaalde tekst toe, dat Elligers vervolgens nauwgezet met de Franse tekst vergeleek en van uitvoerig commentaar voorzag, waarna Bakke dat verwerkte en een volgend stuk stuurde. Het grote verschil met een Nederlandse co-vertaling was dat Elligers zelf geen vertaling maakte die door Bakke werd nagekeken. Opvallend was ook dat Elligers vooral op de vertaling lette en niet op het Noors, de doeltaal. Dat had overigens een praktische reden: het Noors kent twee taalvarianten, het bokmål en het nynorsk, en Elligers beheerste het nynorsk niet voldoende om het taalgebruik van nynorskspreker Bakke te corrigeren. Ook dat is opmerkelijk: in Nederland wordt door persklaarmakers vooral op de doeltaal gelet, het Nederlands.

Een språkvasker is met andere woorden iemand die wat taken betreft tussen een persklaarmaker en een co-vertaler in zit. Voor zover ik weet, werkt in Nederland alleen een groep Scandinavische vertalers (met name uit het Noors, in mindere mate uit het Deens en Zweeds) op deze manier. Zij laten hun vertaling op brontaal nakijken door een collega alvorens ze de vertaling naar de uitgeverij sturen, waarna een persklaarmaker de laatste oneffenheden wegpoetst. En ze betalen die collega voor dat corrigeren (uit eigen zak en niet door de uitgeverij, zoals bij Bakke en Elligers het geval was). Bij de Boekvertalers is het fenomeen ‘meelezer’ bekend, een collega die een vertaling van een ander leest voordat die naar de uitgever wordt gestuurd, maar dat gaat voor zover ik weet met gesloten portemonnee, en het meelezen is dan ook lang niet zo intensief als het werk dat de Scandinavische taalwassers doen.

Neutrale blik
Is dat nu allemaal nodig, zo’n extra correctieronde? Het kost uiteindelijk wel meer tijd en geld. Vanuit de Noorse optiek is het niet alleen nodig, maar zelfs essentieel. Bakke vertelde dat zij, toen ze door de uitgeverij benaderd werd om dit boek te vertalen, erop had gestaan dat Elligers haar språkvasker zou worden. Ze had het project anders niet aangedurfd. Was Bakke dan zo’n slechte vertaler dat zij het niet zonder een goede corrector aandurfde? Dat is zeker niet het geval. Ik zou zelfs het omgekeerde willen beweren: Bakke is zo’n goede vertaler omdat ze weet dat ze fouten zal maken en zich bewust is van de talloze keuzemomenten waar je als vertaler voor komt te staan. Haar onzekerheid komt voort uit het besef dat er naast haar interpretatie van een tekst andere interpretaties mogelijk zijn die even goed of misschien zelfs beter zijn. Een tweede, neutrale blik helpt bij het maken van de beste keuzes.

Dat het inschakelen van een een språkvasker bij dit project zijn vruchten heeft afgeworpen, blijkt wel uit het succes dat Bakkes vertaling in Noorwegen heeft gehad. Haar vertaling was in het nynorsk, de taal die een aanzienlijke meerderheid van de Noren niet actief beheerst. Desondanks belandde haar vertaling in de top van de Noorse bestsellerlijst, wat voor een boek in het nynorsk een unicum mag worden genoemd. Er waren zelfs lezers die dankzij Bakkes vertaling het nynorsk herondekten. Bakkes uitgeverij mag zich gelukkig prijzen met zo’n goede vertaler, en het geld dat zij aan de intensieve samenwerking met een språkvasker hebben besteed, is dubbel en dwars terugverdiend.

Misschien geen gek idee om eens serieus te gaan nadenken over het invoeren van een taalwasser in onze Nederlandse vertaalpraktijk.

Gepubliceerd door

Lucy Pijttersen

Lucy Pijttersen heeft Noors gestudeerd in Groningen en is sinds 1982 actief als vertaler Noors en incidenteel Deens en Zweeds. Voornamelijk literair werk en non-fictie, maar ook af en toe een zakelijke vertaling om de pot te spekken in tijden van schaarste. Tevens werkt ze als freelance docent Noors.

5 gedachtes over “Taalwasser, een nieuw beroep?”

  1. Prachtig, die taalwasser, Lucy. Ik heb een – misschien totaal vervormde – herinnering aan de drukkerij van heel vroeger, waar tekst ‘gewassen’ werd. Het is al meer dan veertig jaar geleden dat ik voor het eerst een – nu ouderwetse, in niets meer terug te kennen – uitgeverij binnenstapte en door een redacteur werd meegenomen naar een – nu natuurlijk ook zeer ouderwetse – drukkerij. Misschien was het de redacteur zelf wel die het over gewassen tekst had… Ik schrijf het toch maar op, want wie weet loopt er nog ergens iemand rond die zich uit een vergane wereld herinnert dat die term hier ook werd gebezigd…? Maar het beroep ’taalwasser’ bestond in ieder geval niet. (De werkzaamheden doen wel aan die bij een mentoraat denken.)

  2. @Annelies: inderdaad, de werkzaamheden bij een mentoraat zijn vergelijkbaar. Alleen gaat het bij de taalwassers om de begeleiding van ervaren vertalers en niet om beginners. Maar ook die schieten nog wel eens een bok.
    @Judith: oei. Dat soort fouten haalt een taalwasser er uit. het mag duidelijk zijn, we kunnen niet zonder!

  3. Dit zou eigenlijk standaard moeten gebeuren met literaire vertalingen. Zelfs in vertaalde boeken waarvan het Nederlands door de bank genomen prima is, kom je wel eens missers tegen. Als die door een taalwasser worden onderschept, is dat alleen maar winst.
    Wel vroeg ik me af, wat voor honoraria Noorse vertalers krijgen, dat ze zich zo’n taalwasser uit eigen zak kunnen veroorloven…

  4. Het mag duidelijk zijn dat Noorse vertalers het niet voor 4 cent doen. Voor zover ik weet, gaat het altijd om het literaire tarief en in een aantal gevallen ook om projecten waar een werkbeurs voor is toegekend. Maar het werkt twee kanten op: de collega’s van wie ik af en toe de vertaling was, vraag ik in het omgekeerde geval om mijn teksten te wassen. Op die manier werk je toch min of meer met gesloten beurs, al dient de betaling natuurlijk wel als waarborg dat niet een van de twee/drie/vier er bekaaid vanaf komt. En het prettige is dat je op die manier ook kunt profiteren van de expertise van een collega op een bepaald terrein waar je zelf niet zo veel van af weet – en omgekeerd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*