De Hand van Fátima van Ildefonso Falcones, vertaald uit het Spaans door Marga Greuter en Joke Mayer, verschenen bij Luitingh-Sijthoff (oorspronkelijke titel: La mano de Fátima).
De hand van Fátima is het verhaal van de Spaanse morisken (onder dwang bekeerde Moren) vanaf de tweede opstand in 1568, toen ze door het katholieke koningspaar Fernando en Isabel verplicht werden zich christelijk te kleden en Spaans te spreken, tot 1609, het jaar van hun definitieve deportatie naar Noord-Afrika. Het is een verhaal over een periode van vreemdelingenhaat, onderdrukking en marginalisatie dat tot op zekere hoogte vergelijkbaar is met dat van de Spaanse joden, maar veel minder bekendheid heeft gekregen.
Cryptomoslims
De historische realiteit wordt verteld vanuit vier perspectieven: dat van het fictieve personage Hernando, oftewel Ibn Hamid, dat van zijn moeder (een door een priester verkrachte moriskenvrouw), dat van Hernando’s vrouwen Fátima en Rafaela, en tot slot dat van zijn wrede stiefvader, Brahim. Zij staan model voor de cryptomoslims: in het geheim overtuigde islamieten die naar buiten toe christen zijn
De groeiende repressie van de Cordobaanse moriskengemeenschap enerzijds en de overeenkomsten die Hernando ziet tussen christendom en islam anderzijds, zetten hem steeds vaker aan het denken over een manier om een brug tussen christenen en moslims te slaan. De figuur van de maagd Maria, Hernando’s vondst van het apocriefe, islamitische evangelie van Barnabas en de fabricatie van de ‘loden boeken’ (eigenlijk loden plaatjes, met Arabische en gedeeltelijk onontcijferbare teksten) spelen daarbij een belangrijke rol. Samen met twee Granadijnse cryptomoslims voert Hernando de eerste twee fasen uit van een ingenieus plan om de Granadijnse christenen te laten denken dat de loden boeken openbaringen waren van de eerste bisschop van Granada en de eerste apostelen die naar Spanje kwamen, waarmee de Arabische afkomst van die christenen bewezen was. Door een te subjectieve vertaling blijft het verwachte resultaat echter uit. De uitvoering van de laatste fase, de openbaring van het evangelie van Barnabas door een ‘koning der Arabieren’, wordt ingehaald door de definitieve uitwijzing van alle morisken naar Noord-Afrika.
Het vertaalproces: haken en ogen
Door de uitgebreide beschrijving van tijd- en cultuurgebonden gewoontes, beroepen, kerkelijke en seculiere functies, kleding, instanties en geldeenheden was het vertalen van dit boek interessant en leerzaam, maar zeer arbeidsintensief. De talloze lotgevallen, avonturen en levensfasen van Hernando – veel te veel naar onze mening – maakten het noodzakelijk ons op de ene pagina te verdiepen in het leerlooien of het gokken, op een volgende in de zijdeteelt of in schepen en kapers, waarna we vijf of tien bladzijden verder stuitten op allerlei paleisfuncties, de kleding van een Spaanse edelvrouw, bepaalde danspassen, of de architectuur van de grote moskee in Córdoba. We raadpleegden deskundigen op het gebied van de transcriptie van Arabische namen, vroegere kerkelijke functies, Andalusische paarden, islamitische namen en functies, zochten passages op uit de Koran en lazen boeken over de islam en de inquisitie.
Als deeltijdstudent religiewetenschappen werd ondergetekende het meest geboeid door wat anderen misschien als minder ‘vol vaart en met verve’ zullen ervaren, zoals de folder van de uitgever beloofde: de achtergronden van het apocriefe, islamitische evangelie van Barnabas en de loden boeken. Bij navraag bleek dat daar veel over is gepubliceerd door religiewetenschappers, in het bijzonder over de kwestie van de authenticiteit, en dat het onderzoek aan de loden boeken hervat is nu de bisschop van Granada toestemming heeft gegeven voor bestudering van het onontcijferbare deel, het zogeheten Stomme Boek. Wel wordt vermoed dat de auteurs – de vervalsers – van zowel het evangelie van Barnabas als de loden boeken zeer waarschijnlijk gezocht moeten worden onder de morisken. In De hand van Fátima heeft die vervalser en bedenker van de onontcijferbare tekens een naam gekregen: Hernando Ruiz ofwel Ibn Hamid.
Zoals gezegd hebben we veel van deze vertaalopdracht geleerd, niet alleen inhoudelijk – jammer dat de inhoud altijd zo snel weer wegzakt – maar ook over het (samen) vertalen van een dergelijke ‘encyclopedische’ roman, waarvoor consistentie en voortdurend overleg eerste vereisten zijn. Maar we hebben de schrijver ook vaak vervloekt om zijn wijdlopigheid, zijn herhalingen en zijn inconsequenties. Vaak haalde het zoveelste detail net de vaart uit een zin en leken veel zinnen in eerste instantie onbegrijpelijk, tot we ze analyseerden en zagen dat ze grammaticaal niet klopten. We hebben op allerlei manieren moeten ingrijpen om zonder vervlakken een goed lopende Nederlandse tekst te kunnen produceren, veralgemeniseren wat te specifiek was, specificeren wat anders onbegrijpelijk was, wegvertalen wat redundant was enzovoort. Om de consistentie te bewaken, werkten we met een gedeeld Exceldocument waarin we al onze vondsten en twijfels neerschreven. We werkten met tabbladen voor algemene dingen, beroepen en functies, geografische namen, munten en synoniemen van ‘zeggen’. Ieder schreef in een eigen kleur en alle definitieve oplossingen stonden in zwart.
Pleidooi voor tolerantie
De gemiddelde lezer van een vertaling heeft meestal geen idee van de tijd en inspanningen die het brainstormen over een bepaalde oplossing heeft gekost. Zo kwamen we er maar niet uit of we de verspaanste Arabische namen nu moesten laten staan of aanpassen aan de hedendaagse transcriptie van Arabische namen, zoals onder andere in de Don Quichot is gebeurd en door Arabisten wordt toegepast. Moest het Al-Andalus of Al-Andaloes worden, Umayyaden of Oemajjaden of zelfs Omajjaden, Aluch Ali of Aloesj Ali? Na veel heen en weer schrijven en praten hebben we ze uiteindelijk laten staan, ten eerste omdat we de transcriptie van u naar oe lelijk vonden, zeker in ‘Al-Andaloes’, en de transcriptie van yy naar jj qua uitspraak geen verandering opleverde. Ten tweede omdat de Arabische namen al getranscribeerd waren naar het Spaans en het logischer leek om waar mogelijk de namen te gebruiken zoals ze daar werden uitgesproken, en ze niet, zoals we met Spaanse namen ook nooit doen, te vernederlandsen. Ten slotte hebben we elkaars teksten kritisch doorgenomen en uitgebreid van commentaar voorzien. En dat resulteerde weer in lijstjes met registerverschillen, verschillende lidwoorden bij hetzelfde zelfstandig naamwoord et cetera waarover we het eens moesten zien te worden. Het resultaat is naar mijn mening meer dan alleen een boeiend en actueel verhaal: het is een tijdsdocument, een pleidooi voor tolerantie, een boek voor zekere politici die het mankeert aan historisch tijdsbesef.
Dit boek kreeg ik cadeau; ik had het zelf niet zo gauw uitgezocht en begon eraan met het idee ‘maar eens zien hoever ik kom’. Al vrij gauw werd ik door het verhaal meegesleept en kreeg weer dezelfde sensatie die ik me herinner uit de puberteit: spanning en avontuur, schurken en helden.
Het verhaal is enerzijds vrij gestileerd (sommige karakters zijn nogal ‘flat’, verwikkelingen net wat te onwaarschijnlijk, situties wel erg larmoyant) maar anderzijds heb je al gauw door dat de auteur echt iets te melden heeft en over een grote historische kennis beschikt. In die setting krijgt de romantische stilering betekenis. De op historische bronnen gebaseerde reconstructie van de onderdrukking van de morisken door met name de katholieke kerk is hartverscheurend. Inderdaad zou je dit Geert Wilders willen laten lezen.
Ik deel de mening niet dat het boek te uitgebreid zou zijn, al geloof ik direct dat de vertaling een enorm werk was. Doordat het verhaal het grootste deel van het leven van de hoofdpersoon omvat krijgt het een extra dimensie: aan de hand daarvan worden de historische ontwikkelingen geschetst, maar ook het karakter maakt in die ongeveer vijfenveertig jaar min of meer terloops een levensechte ontwikkeling door.
De vertaling vond ik erg goed, bijna onberispelijk. Helder, tijdloos Nederlands. Alle moeite die jullie je getroost hebben om details tegen de achtergrond te begrijpen is er zeker aan af te lezen, er staan geen vaagheden in. En de lezer moet dan af en toe, nieuwsgierig geworden, in het woordenboek nog even nazoeken wat een haakbus of een galjoot precies is, maar dat deed zij met plezier.
Dank voor uw compliment en positieve reactie. Goed te horen dat u het niet te uitgebreid vond, want ik hoor daarover uiteenlopende berichten. Wat het nazoeken betreft, kan ik u zeggen we bij het opnemen van vreemde of verouderde woorden de van Dale als leidraad hebben aangehouden. De algemene betekenis van die woorden blijkt ook al vaak uit de context maar de specieke betekenis kan op die manier altijd worden nagezocht. De schrijver legt zelf ook al veel uit. Daarom, en ook om de flow van het lezen en het opgaan in de andere wereld niet te verstoren, hebben we het aantal verklarende noten tot een minimum beperkt.
Vriendelijke groet en veel leesplezier!
Goed gedaan!!
zelf woon ik al 22 jaar in spanje en kon me echt in het verhaal inleven.
het is een potje die de spanjaarden niet graag openen blijkbaar, want mn kids
hadden er niets over gehoord op school . . . toch nog iets te gevoelig voor de katolieke spanjaardjes blijkbaar.
een idee zou kunnen zijn om “De val van de vredeborch” van Thea Beckman naar het spaans te vertalen. dan weet mn ook wat ze op hetzelfde moment in het noorden aan het uitspoken waren . . .
Geachte mevrouw,
Kunt u mij misschien helpen? Ik ben bezig met Spaans literatuur en ik kan bepaalde dingen niet vinden? Heeft Fatima nog een andere naam of bijnaam? Wat is de titelverklaring? Ik hoef het boek niet te lezen maar kan bepaalde dingen niet vinden op het internet! Ik heb komende vrijdag tentamen!!!!
ALvast bedankt voor Uw moeite!
Met dank en vriendelijke groet.
Beste Carla,
Ik zie je vraag nu pas. Nee, Fatima heeft geen andere naam.
De hand van Fatima staat symbool voor de vijf zuilen van de islam: zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Vijf_zuilen_van_de_islam. Zie ook http://en.wikipedia.org/wiki/Hamsa. Veel succes!
Hallo mevr Greuter,
Leuk om te lezen hoe iemand nu een boek vertaald. Dat vroeg ik me altijd al af.
Er staan wel woorden in die zelfs het woordenboek van de E-reader niet kent helaas.
Wat het boek betreft schommelt het van boeiend, spannend naar weer onnodig uitgebreid waardoor de vaart eruit gaat. Dan weer leest het een lange tijd erg prettig en interessant om weer te switchen naar onnodige en overdreven toestanden.
Ik kom echter wel achter steeds meer fouten in de historische context. Zo lees ik bv dat eind augustus 1604 Elisabeth 1 stierf terwijl dit in maart 1603 was. Als ik bepaalde zaken aan mijn Marokkaanse collega vraag over de Islam heeft hij andere verklaringen.
Alles bij elkaar vind ik het boek wel lang maar en had het verhaal beter in 500 pagina’s verteld kunnen worden maar het is zeker een prettig te lezen boek. Zijn eerste boek was vlammender en sneller omdat het niet zo onnodig uitgebreid was.
mvg Patrick van der Ven
Dag Patrick,
Ik heb dit boek niet alleen vertaald, maar samen met Joke Mayer. Gelukkig kun je dan veel overleggen. Zo hebben we afgesproken dat we vreemde woorden laten staan als ze in de context duidelijk (gemaakt kunnen) worden of als ze in de Dikke van Dale voorkomen. Wat betreft de dood van Elizabeth I heb je wel een punt. ‘Eind augustus’ sloeg op het vredesverdrag dat toen tussen Engeland en Spanje werd getekend, maar het kan inderdaad zo gelezen worden dat het op Elizabeth I slaat. Ik weet niet wat je bedoelt met ‘fouten in de historische context’ en ‘andere verklaringen’, maar het is natuurlijk wel zo dat we op inhoudelijk niveau de tekst van de auteur moeten volgen en niet op eigen houtje aan het verbeteren mogen slaan. En ja, wij vonden het boek ook veel te uitgebreid en wijdlopig. We hebben dan ook op zinsniveau veel ingekort en/of wegvertaald. Toch was dat ook heel vaak lastig, omdat de auteur de hoofdpersoon veel herinneringen laat ophalen en hij daarbij bepaalde passages letterlijk herhaalt.
Hartelijke groet, mede namens Joke.