Steeds weer vragen bezoekers van dit blog de redactie hoe je vertaler wordt, hoe je aan opdrachten komt, of je een boek in een andere taal zomaar mag vertalen, of hoe je een uitgever geïnteresseerd krijgt in jouw vertaling van het boek dat je zo na aan het hart ligt. En elke keer komt daar een antwoord op.
Misschien is een woord van waarschuwing langzamerhand wel eens op zijn plaats. Uiteraard zijn wij, vertalers, enthousiast over ons vak. We oefenen het graag uit. Maar aan dit vak kleven ook vele nadelen. Het wordt tijd dat die eens worden belicht.
Heel, heel hard werken
Ten eerste is daar de uitzonderlijk lage betaling. Wil je ervan kunnen leven, dan zul je heel, heel hard moeten werken. Zeven dagen per week. En dan heb ik het over lange dagen. Wie zo hard doorwerkt, kan met enige moeite een inkomen vergaren dat net beneden modaal ligt, mits de leenvergoeding van de LIRA een beetje meevalt. Bij een literaire vertaling tegen modelcontract kan er ook een werkbeurs bij komen, maar daar kan niet op worden gerekend. Het blijft sappelen, vanaf de eerste dag totdat je geen letter meer kunt tikken. Omdat je oud en krakkemikkig bent geworden. Het is echt werken totdat je erbij neervalt.
Geen sociale zekerheid
Hoe hard je ook hebt gewerkt aan je vertalingen, je zult niet kunnen genieten van een pensioen. Tenzij je helemaal zelf een pensioen hebt geregeld, en daar een groot deel van je ploeterend bij elkaar verdiende geld in hebt gestopt. Waardoor je tijdens je werkende leven minder te besteden hebt. Of je kunt spaargeld opzij leggen, voor later. Als je te oud bent geworden voor dit werk, ben je aangewezen op de AOW. En rondkomen van uitsluitend AOW is bepaald geen sinecure.
Er kunnen ook calamiteiten zijn. Je kunt ziek worden, een familielid kan ziek worden en veel zorg nodig hebben. De vertaler kan geen beroep doen op de ziektewet. Het enige sociale vangnet is de bijstand. En dat slechts nadat je je eventuele ‘voor later’ opzij gelegde spaargeld hebt opgegeten.
Afhankelijk
Verder is de vertaler afhankelijk van opdrachten van de uitgeverij. Gaat het niet goed met een uitgeverij, dan zal die minder opdrachten geven. Je moet dus altijd zorgen dat je voor meerdere uitgeverijen werkt. Je moet het risico spreiden.
Het kan ook voorkomen dat een uitgeverij je vraagt een boek te vertalen. Jij maakt daar tijd voor vrij. En dan krijg je te horen dat het manuscript er nog niet is en pas over een aantal weken zal komen. Een gapende leegte staart je aan, want zonder dat manuscript kun je niet werken, en zie maar eens in zo korte tijd een andere opdracht binnen te slepen. Het is een dreun voor je inkomen.
En dan zijn er de uitgeverijen die niet op tijd betalen. Je kunt aan de telefoon hangen totdat je een ons weegt, maar het bedrag komt maar niet op je bankrekening te staan. Terwijl je wel moet blijven betalen voor je gas en je licht, voor je internetverbinding. Dat wordt een hele poos macaroni en pannenkoeken eten… Totdat je eindelijk wordt betaald voor je volgende opdracht, bij een andere uitgever.
Spreiden
Zoals eerder opgemerkt, is het verstandig voor meerdere uitgeverijen te werken. Het is niet alleen verstandig, het móét ook van de Belastingdienst, wil je een VAR-verklaring van ze krijgen. Uitgeverijen willen ook een kopie van die VAR-verklaring, anders moeten ze je beschouwen als loonslaaf, met alle bijkomende inhoudingen van dien. Ze moeten je sociale lasten ophoesten, en dat kost ze geld, en dat willen ze niet. Het lijkt me zonder VAR-verklaring dan ook erg lastig om als beginnend vertaler aan de slag te raken, want voor die VAR-verklaring heb je meerdere opdrachtgevers nodig. Zie die maar eens te krijgen als beginneling; je zou al dolblij zijn met één!
De praktijk
Het komt vaak voor dat een aankomend vertaler is begeesterd door een bepaald boek of een bepaalde auteur. Dat boek, of die auteur, moet per se worden vertaald. Maar zo werkt het meestal niet. Er moeten rechten worden aangekocht, en daar is een hoop geld mee gemoeid. Vaak heeft iemand al een half boek vertaald voordat dit tot hem doordringt. Als de vertaler niet zo gefortuneerd is om de rechten te kunnen aankopen en de vertaling in eigen beheer uit te geven, is al dat werk voor niets geweest. Een uitgeverij is een onderneming met winstoogmerk, die zal een boek niet uitgeven als wordt vermoed dat er geen markt voor is.
Ga er als aankomend vertaler ook niet vanuit dat je alleen boeken krijgt aangeboden die je aanspreken. Velen zijn begonnen met boeken waar ze totaal niets mee hebben. Romantische niemendalletjes, sekshandleidingen, zelfhulpboeken, slecht geschreven thrillers waar het bloed vanaf spat. Ik doe maar een greep. Uiteraard zijn er gelukkig vertalers die hier wel plezier in hebben, en zij zijn degenen die met kennis van zaken een goede vertaling afleveren. Maar bedenk voor je aan zoiets begint of je eindeloos naar de juiste termen wilt zoeken bij een handleiding voor het zelf in elkaar zetten van een modeltrein, of je je echt wilt verdiepen in het leven van een vorst uit vroeger tijden, of de aardrijkskundige eigenaardigheden van een land dat heel ver weg ligt.
Waarschuwende woorden
Dit is dus een waarschuwing aan aankomende vertalers. Van la joie de se voir imprimé kun je niet eten. Met noest doorwerken kun je op een bepaald moment een inkomen genereren dat boven het minimuminkomen en net beneden modaal ligt. Meer niet. Denk er ook aan dat er ontzettend veel concurrentie is. Vertalers staan zich te verdringen voor de poorten van de uitgeverijen. En zolang dat zo blijft, zolang vertalers geen schaars goed zijn, zullen de vertaaltarieven niet noemenswaard stijgen. De tarieven gaan zelfs niet mee met de inflatie. Naar sociale zekerheid kan de vertaler fluiten. De keuze om vertaler te worden is over het algemeen een keuze voor een stap in het ongewisse.
Zie ook: Marktpositie boekvertalers: de enquête en Wanneer wordt een boek vertaald?
‘Zorg’ er bovendien voor dat je een ‘winst uit onderneming’ (VAR-wuo) van de Belastingdienst krijgt — of een VAR-dga, als je je vertalige activiteiten in een vennootschap hebt ondergebracht. En bedenk dat de LIRA meetelt als klant.
Die eerste VAR lijkt me niet zo’n probleem, want er wordt gevraagd hoeveel klanten je in het komende jaar verwacht. Een beginnende freelancer mag dat best optimistisch inschatten 😉
Ik ben trouwens een commerciële vertaler die literatuurwetenschap heeft gestudeerd. Ik denk er niet over om boeken te vertalen, want ik kan nauwelijks rondkomen van een woordtarief dat twee keer zo hoog ligt.
Het lijkt alsof deze tekst vooral tot doel heeft anderen af te raden te doen wat je zelf zo graag doet. ‘zolang vertalers geen schaars goed zijn’ klinkt als een oproep om zo weinig mogelijk vertalers op te leiden of aan het werk te zetten. Een elite te creëren? Zijn jullie zo bang voor concurrentie? Ik geloof heel erg in kwaliteit. Als je een goede literaire vertaler bent, zal je heus wel een uitgeverij vinden die beroep wil doen op jouw diensten.
Dat de vergoeding die je krijgt erbarmelijk is voor het werk, dat klopt. Dat is net zoals in de journalistieke sector. En ik ben ook voorstander om de vertaler met tijdelijke contracten aan te nemen in plaats hem per woord te betalen. Maar zo lang een vertaler niet in dienstverband werkt, moet hij zijn positie misschien eerder vergelijken met die van de auteur. Het is ook slechts een aalmoes dat die krijgt als je bedenkt hoeveel werk er niet alleen in het schrijven, maar ook in het bedénken van zo’n boek kruipt. Maar laat die het daarom? Nee, omdat die houdt van zijn werk. Net als een literair vertaler. Om vertaler te willen zijn, moet je ook een beetje een idealist willen zijn. Of creatief met jobs.
Uiteraard houden boekvertalers van hun werk. Dat wil niet wegnemen dat een woord van waarschuwing op zijn plaats is. Het is slecht betaald werk, er is geen enkel sociaal vangnet, afgezien van de bijstand en later de AOW. Er is geen zekerheid dat na de ene vertaling de andere volgt.
Het is waanzinnig moeilijk voor een aankomend boekvertaler om aan een opdracht te komen. Elke redactie wordt overstelpt met open sollicitaties. Het is ondoenlijk al die sollicitanten een proefvertaling te laten maken. Wie moet die allemaal nakijken? De toch al overwerkte redactie?
Het komt erop neer dat er te weinig boeken zijn om uit te zetten.
Dat zijn gewoon de feiten. Daar is met idealisme niets aan te veranderen.
@ Aline en anderen die twijfelen aan deze welgemeende waarschuwingen:
Het is toch echt zo. Positief denken helpt er geen zier aan.
Twee andere oplossingen zijn om 1) er technisch/juridisch/whatever vertaalwerk naast te doen, hetgeen een iets minder armoedig bestaan is, maar nog altijd geen vetpot en geen ziektekosten of pensioen, of 2) je zorgt dat je niet het hoofdinkomen in huis hoeft binnen te brengen (rijk introuwen dus).
Persoonlijk probeer ik na 16 jaar technisch vertaalwerk een poot tussen de deur te krijgen bij een aantal uitgevers, maar zelfs het feit dat ik een aantal grote, zeer lastige vertalingen voor ze gedaan heb waarover ze enthousiast deden, heeft er vervolgens niet toe geleid dat ik nu van het ene boek naar het andere rol. In het gunstigste geval zit er maar een half jaar tussen. Da’s erg lang voor pannenkoeken en macaroni.
En vergeet niet wat er gebeurt als je door ziekte of andere ellende een tijdje niet in staat bent te werken. Geen werk, geen inkomsten en zie daarna maar weer eens aan de bak te komen. Tuurlijk, er zijn gunstige uitzonderingen, maar in deze wereld is het toch al heel snel `opgestaan, plaats vergaan’. Toch is het een feit dat de huidige ervaren vertalers ooit ook jong en vol goede moed zijn begonnen. Er zullen altijd mensen afhaken/afvallen, misschien wel meer dan in een ander vrij beroep, maar als vertalen echt je passie is en je bent een volhouder, dan moet je ervoor gaan, zo simpel is het.
@Aline: ha. “Als je echt een goed vertaler bent” gaat niet op als niemand wéét dat je dat bent. En dus zul je eerst vertalingen moeten maken. Maar dat kan dus niet omdat alle uitgevers hartstikke blij zijn met de vertalers die ze al hebben.
Er wordt overal geschreeuwd dat de vergrijzing moet worden tegengegaan, dat er nood is aan een nieuwe generatie, maar die generatie krijgt nauwelijks een kans, en zonder kruiwagen kom je (bijna) nergens.
Literaire uitgevers willen ervaren vertalers. Jonge vertalers kunnen dus alleen ervaring opdoen bij niet-literaire uitgevers, die vervolgens weer geen modelcontract bieden, waardoor onze jonge vertalers eigenlijk weer niet voor die uitgevers horen te werken, want dat verpest de markt, waardoor ze geen ervaring opdoen, etc.
ik werk ook als journalist en eindredacteur. zo kom ik rond… van alleen boeken vertalen lukt dat niet nee…
In een reactie op dit stuk worden de Boekvertalers beticht van angst voor concurrentie, en van de wens een elite te creëren. Een elite van hard ploeterende, in onzekerheid levende en onderbetaalde lieden? Als je dat een elite kunt noemen…
En dan de angst voor concurrentie. Veel boekvertalers hebben aankomende collega’s begeleid op hun eerste schreden in dit vak, als mentor of als kritische meelezer. Er is vanuit de vertalers een opleiding gestart. Op dit blog zijn tips te vinden hoe men aan een opdracht kan komen. Dat klinkt niet erg als de deuren naar Vertalië barricaderen, toch?
De laatste tijd horen we echter steeds meer verhalen van redacties die worden overstelpt met open sollicitaties. We horen van collega’s dat die zonder nieuwe opdracht zitten. En we zien het aan de zoekopdrachten waarmee bezoekers op deze site terechtkomen. ‘Vertaalopdracht’, ‘boek vertalen’, ‘uitgeverij vertalen’, ‘vertaler worden’, en allerlei andere varianten.
Op de Yahoo-mailinglijst van de Boekvertalers is het opvallend dat veel aankomend vertalers zich aanmelden. Vaak hopen ze op die manier aan een opdracht te komen. Er worden op deze lijst echter vrijwel nooit opdrachten aangeboden, het is een vraagbaak en een klankbord.
Blijkbaar heeft er de laatste jaren een verandering plaatsgevonden. Was het jaren geleden geen onoverkomelijk probleem om aan een vertaalcarrière te beginnen, nu lijkt dat ontzettend moeilijk te zijn. Dat is wat dit stuk onder andere heeft willen signaleren. Het boekvertaler zijn of willen worden is een sprong in het ongewisse, en een vangnet ontbreekt. Het kan geen kwaad zich daar eens op te bezinnen.
Ik herken me niet in het geromantiseerde beeld dat Aline oproept van de literair vertaler als kunstenaar die vanuit bevlogenheid en idealisme een levenlang ploeteren in armoede accepteert. Boeken vertalen is een vak. Dat geldt voor literatuur en voor doorwrochte non-fictie, voor kinderboeken en thrillers, voor breiboeken en reisgidsen, en bij dat vak hoort een fatsoenlijke beloning. Dat je als boekvertaler ‘creatief met jobs’ moet zijn, is geen oplossing voor een probleem, maar een probleem waarvoor een oplossing moet worden gezocht.
Als boekvertaler herken ik helaas maar al te veel in deze klaagzang. Vandaag sprak ik toevallig iemand die net begonnen is als zelfstandig consultant in de zorgwereld (net afgestudeerd drs.). Zijn uurtarief lag maar liefst vier keer hoger dan dat van mij (en ik heb inmiddels bijna tien jaar werkervaring). Misschien moeten boekvertalers zich voortaan ook presenteren als translation consultants. Iets meer van die vreselijke newspeak management-termen gebruiken en dan gaat dat vertaaltarief (net iets meer dan minimumloon) vanzelf omhoog. Typisch gevalletje van ‘dream on’, vrees ik. Maar het is een mooi vak, dat wel, translation consultant 🙂
Beste Vertalers,
Ik vraag me af hoeveel woorden jullie als fulltime vertalers gemiddeld per maand mogen vertalen? Met twee volle A4-tjes per dag (zeg 1000 woorden) vergaar je al een modaal inkomen.
Mijn tweede vraag is eigenlijk hoevelen van jullie native speaker of ‘near’ native speaker zijn van de vreemde taal die jullie vertalen? Is vertalen zo ‘zwaar’?
Mijn laatste vraag is ook een verzoek: stop met jammeren. Ik krijg het beeld van een door RSI en stress geplaagde club mensen die een verkeerd beroep hebben gekozen.
Gegroet
@ D. Y. Kraak-Aslan. Was het maar waar, dan verdiende ik twee keer modaal. Reken even mee. Met 1.000 woorden per dag zou ik een modaal inkomen moeten kunnen vergaren, schrijft u. Het “redelijke en gangbare tarief” voor boekvertalingen bedroeg in 2010 (het jaar waarin het stukje werd gepubliceerd waarop u reageert) als ik me goed herinner € 0,061. Een gemiddeld arbeidsjaar telt ongeveer 200 werkdagen. Met 1.000 keer € 0,061 verdien ik € 61 per dag, € 1.016 per maand, of € 12.200 per fulltime arbeidsjaar. Bruto. Daar moeten kosten en belasting nog af. Het Centraal Planbureau stelde het modaal inkomen in 2010 vast op € 32.500. Volgens Wikipedia blijft daar € 1.811 netto per maand van over. Wat er overblijft voor de gemíddelde boekvertaler, die tussen de 4 en 5 cent per woord verdient, kunt u dan zelf uitrekenen.
Een vertaler vertaalt in zijn moedertaal. Dat heet het moedertaalprincipe. Alleen in je moederstaal beheers je de nuances die je nodig hebt om een tekst goed te kunnen overzetten in een andere taal en cultuur. De meeste boekvertalers die ik ken, hebben een (academische) opleiding in hun brontaal. Daarnaast is het een kwestie van veel lezen, lezen en niet te vergeten lezen. Zowel in de brontaal als in de doeltaal. Je moet je als (boek)vertaler blijven onderdompelen in twee culturen. Is vertalen daarom “zwaar”? Nee, het is leuk. Soms is het lastig, soms is het hondsmoeilijk. Soms ben je uren zo niet dagen op zoek naar die ene juiste zinswending, die prachige metafoor, het woordje dat maar niet van het puntje van je tong wil komen.
Daar hoort u mij niet over klagen. Waar u mij óók niet over hoort klagen, of “jammeren”, als u die term prefereert, is de schandelijk lage vergoeding die wij voor dat leuke, soms lastige, soms hondsmoeilijke werk krijgen. Dat is geen klagen of jammeren, dat is verzet. En ik zal me blijven verzetten tot die vergoeding redelijk, billijk, fatsoenlijk, of misschien zelfs modaal is.
@Richard: Hear, hear! (weer 10 cent verdiend!)
Beste D.Y.,
Had je ergens een komma verkeerd staan of zo?
Die rekensom van Richard klopt helaas: zo droevig is het dus inderdaad gesteld…
Hallo allemaal,
Ik moest helemaal glimlachen van herkenning. Ik woon in Australiё en ben journalist/researcher/fotograaf/tuinier en vertaler. En ik maak fleece nekwarmers. Hier eet ik 2-minute noodles en wat er in de boomgaard/groententuin rijpt. Pannenkoeken: wat een goed idee voor de afwisseling!