Woorden hebben niet alleen een betekenis, er zit veel meer aan vast; een bepaald beeld of een bepaalde sfeer bijvoorbeeld, die bij de spreker van de taal bekend is. Meestal zal een romanschrijver die beelden bewust willen oproepen bij de lezer. Maar wat gebeurt er met die beelden wanneer het woord vertaald wordt? Roept het vertaalde woord dezelfde beelden op, of helemaal niet? En als de beelden verloren dreigen te gaan, moet de vertaler daar dan iets aan doen? Verhelderen, uitleggen, een noot toevoegen?
Garnalen
Onlangs was Camilla Läckberg in Noordwijk om – op een heel onderhoudende en humoristische manier – te vertellen over haar boeken en haar schrijverschap. Toen het over haar beschrijving van een plattelandsgemeenschap ging, vertelde ze dat gasten daar bijvoorbeeld avocado’s met garnalen voorgezet krijgen. Iemand uit Stockholm zou zijn neus ervoor ophalen, die is al een paar modieuze gerechten verder, maar op het platteland vinden ze het nog iets bijzonders. Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat wij een dergelijk beeld van avocado met garnalen (leuk voor op een dorp, maar in de grote stad hoef je er niet mee aan te komen) in Nederland niet hebben. Zou je dan als vertaler moeten uitleggen dat de schrijfster niet zomaar voor dit gerecht heeft gekozen? Als personages in een Japans of Chinees boek iets zouden eten wat typisch is voor hun woonplaats of hun maatschappelijke klasse (of juist niet), zou de vertaler daar vast iets over zeggen in een noot. Bij boeken uit een vergelijkbare cultuur is dat veel minder gebruikelijk, ook al weet je bij lange na niet alles van elkaars gewoonten.
Hoe zou het andersom met Nederlandse gerechten in buitenlandse boeken gaan? Stel dat een Nederlandse auteur zijn personages bloemkool en spruitjes laat eten, of het over een spruitjeslucht heeft, zou een buitenlandse vertaler daar dan een toelichting bij geven, of moet de lezer zich er zelf maar een beeld bij vormen?
Is dit niet vergelijkbaar met de neergang van de garnalencocktail in de laatse twee decennia? Ook zo’n muffig voorgerecht dat pas de laatste jaren weer salonfähig is geworden.
Het lijkt me te ver gaan om uitleg te geven. Hooguit een half zinnetje in de tekst gesmokkeld als het om iets volslagen onbekends of onbegrijpelijks gaat. Verder mag je het aan de fantasie van de lezer overlaten om bij het betreffende gerecht of de geur ervan te zien en denken wat hij wil. Of het op te zoeken, als hij zich die moeite wil getroosten. En uit het verhaal zal moeten blijken wat de culturele achtergrond is voor de keuze van juist dat gerecht.
Als de lezer helemaal in het verhaal zit, zal hij een gerecht ook niet snel projecteren op zijn eigen leven of de gewoonten van zijn eigen land. En als die lezer ooit nog eens het betreffende land bezoekt en daar dat gerecht tegenkomt waarover hij heeft gelezen, zal hij misschien denken: Hé, dat stond in dat boek!
🙂
Mag je er niet vanuit gaan dat als de vertaler de bedoelde sfeer van de schrijver weet op te pikken uit de oorspronkelijke tekst, dat de lezer dat zal doen uit de vertaalde tekst?
Anders zou ik inderdaad een paar woorden toevoegen, maar geen voetnoot erbij zetten.
Beste mevr. Edith Sybesma,
Henning Mankell heeft in een van zijn boeken (niet Wallanders) een prachtige omschrijving gegeven van wat “tijd” is.
Ik kan niet vinden in welk boek dat was.
Kunt u me daarmee helpen aub, ik zou u daar zeer erkentelijk voor zijn.
Met vriendelijke groet,
Gerard Pont
Mankell / Sybesma liefhebber