Net uit: Het verborgene

Het verborgeneHet verborgene door Tobias Hill, vertaald door Wim Scherpenisse en Gerda Baardman en verschenen bij Ailantus (oorspronkelijke titel: The Hidden).

In veel recensies wordt The Hidden van Tobias Hill vergeleken met The Secret History van Donna Tartt, maar Hill is beslist meer dan de zoveelste Tartt-epigoon. Zijn roman staat stevig op eigen benen.

Hills hoofdpersoon is Ben Mercer, een jonge archeoloog uit Oxford. Hij is pas vijfentwintig, maar hij heeft al een huwelijk achter de rug en is vader van een dochtertje. Nog voordat de officiële scheiding erdoor was, is zijn vrouw met een van hun voormalige docenten gaan samenwonen, waardoor Ben zijn dochtertje nog maar af en toe kan zien. Hij is ontdaan, voelt zich vernederd en besluit een paar maanden verlof te nemen en naar Griekenland te gaan, in de hoop dat hij daar de rust vindt om verder te werken aan zijn proefschrift over het oude Sparta.

Hij gaat in een buitenwijk van Athene in een restaurant werken. Daar wandelt tot Bens stomme verbazing op een dag zijn voormalige studiegenoot Eberhard Sauer binnen. Eberhard blijkt betrokken te zijn bij een opgraving bij Sparta, waaraan Ben dolgraag zou willen meedoen, maar Eberhard zegt dat dat niet kan en wil verder nauwelijks iets over het werk loslaten. Geprikkeld door Eberhards geheimzinnigdoenerij reist Ben hem achterna en weet hij uiteindelijk toch door te dringen tot het gezelschap dat het archeologische werk doet. Hun afwisselend onverschillig-afstandelijke en dan weer agressieve opstelling intrigeert hem hevig, en hij probeert hun geheimen te ontraadselen. Ondertussen wordt hij gekweld door herinneringen aan zijn vrouw en dochter.

De vertaling
De vertaling bood een interessante uitdaging, aangezien het boek bestaat uit een afwisseling van archeologische en historische verhandelingen over het oude Griekenland (in de vorm van aantekeningen voor Bens proefschrift in wording) en hoofdstukken over Bens wederwaardigheden in het moderne Griekenland en bij de opgraving. Dat waren totaal verschillende registers, die uiteraard met de bijpassende toon in het Nederlands dienden te worden weergegeven. Ook moest het een en ander worden uitgezocht over de spelling van namen uit de oudheid; de vertaling is daarop nagekeken door een deskundige op dat gebied.

We geven twee voorbeelden. Eerst een fragment uit de aantekeningen voor Bens proefschrift:

Het geschreven woord is onzelfzuchtig. Het geeft zijn geheimen bereidwillig prijs en spreekt gelijkelijk tot vriend en vijand. Om die reden vertrouwden de Spartanen er maar weinig aan toe. Ze waren een terughoudend volk. Ze schreven weinig onverbloemd op, en zelfs van dat weinige is maar een klein deel overgeleverd. De Spartaanse geschriften die in onze tijd nog bekend zijn – Alcmans opgewekte meisjeskoren, Lysanders snoevende inscripties – zijn niet zozeer de ontbrekende stukjes van de puzzel als wel de enige bekende stukjes van een puzzel waarvan het grootste deel ontbreekt, zodat het wezen van de puzzel – het wezen van Sparta – zelf een raadsel is geworden.

En hier is een fragment uit de eigenlijke verhaalhandeling:

‘Je moet een beetje uitkijken met wie je omgaat.’
     ‘Hoezo, wat is er dan mis met ze?’
     ‘Dat hangt ervan af aan wie je het vraagt.’
     ‘En hij vroeg het niet aan jou,’ zei Natsuko, maar Jason overstemde haar en begon nadrukkelijk en ritmisch te declameren:
     ‘“Oud zijt gij, Paai Giorgios,” sprak een knaap bijdehand, “en uw baard wordt al helemaal wit. U deed mee aan een oorlog, maar aan welke kant? ’k Vraag me af of u daar niet mee zit?”’
     ‘Wat bedoel je daarmee?’
     ‘Niets,’ zei Eleschen kortaf. ‘Jason doet gewoon idioot, zoals gewoonlijk. Als je hem negeert, houdt hij vanzelf wel op.’ […]
     ‘Zo oud is hij trouwens niet,’ zei hij koppig in de stilte.
     ‘O nee?’
     ‘Op geen stukken na. Kom op zeg, hij is hoogstens vijftig. Hij was toen nog niet eens geboren.’

Geserreerd
De stijl van het boek is geserreerd en direct, de informatiedichtheid is hoog. Af en toe last Hill als een cineast freeze frames in waarin bepaalde betekenisvolle situaties tot in alle details worden uitgelicht. Lees wat er op een gegeven moment misgaat in de keuken van het restaurant in de buitenwijk:

Hij stond naar de inhoud van de beslagkom te kijken. Een flintertje bloed steeg naar de oppervlakte. Eerst was het maar een barstje in het geel, protserig als een lavalamp. Vervolgens werd het een blaasje dat openbrak en zich verspreidde. Meer bloed dan hij voor mogelijk had gehouden.
     Hij hoorde dat Nikos een kreet slaakte en terugdeinsde. In het kielzog van het bloed steeg nu ook de foetus op. Hij was groot, bijna rijp om geboren te worden, de huid al bedekt met bobbelige, natte veertjes. Hij was door de garde tot een prop rafelig vlees geslagen, alle symmetrie was eruit gebeukt. Het was een ding geworden zonder lijf, zonder kop, zonder onderscheidende kenmerken, protoplasmisch. Getransfigureerd

De plot van het verhaal drijft de arme Ben meedogenloos steeds meer in het nauw. Hij raakt steeds verder van zijn goede voornemens en zichzelf vervreemd, concentreert zich steeds verbetener op de groep en haar geheimen en begeeft zich op voor hem onbekend en gevaarlijk terrein. De parallellen tussen de archeologen en de wrede Spartaanse soldaten van weleer zijn huiveringwekkend. In zijn naïeve wens erbij te horen en voor vol te worden aangezien wordt Ben genadeloos gebruikt en uitgebuit, waarbij de archeologengroep geen middel schuwt. Aan het eind blijft de lezer even ontredderd achter als Ben zelf.

De zo vaak misbruikte term ‘literaire thriller’ is in dit geval nu eens zonder voorbehoud van toepassing.

De eerste 43 pagina’s van het boek zijn te lezen op de site van Ailantus. Klik hier.

Gepubliceerd door

Wim Scherpenisse en Gerda Baardman

Wim Scherpenisse en Gerda Baardman zijn literair vertaler. Ze vertaalden samen onder meer romans van A.M. Homes, Dave Eggers, Jonathan Trigell, Steve Galloway, Linda Grant en Tobias Hill.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*