Op de website Publishing Perspectives schrijft Siobhan O’Leary over de financiële kant van het boekvertalen (Translators say, ‘Show Me the Monnaie’). In het bijzonder gaat ze in op de gevolgen van de uitspraak van het Duitse Bundesgerichtshof dat boekvertalers recht hebben op royalty’s (lees het eerdere bericht hierover op dit weblog).
O’Leary laat enkele Duitse vertalers aan het woord, onder meer Karsten Kredel, de vertaler van Twilight (Bis(s) zum Morgengrauen) van Stephenie Meyer. Zijn mening mag saillant genoemd worden omdat hij tegelijkertijd bij Eichborn Verlag het literatuurfonds bestiert. Kredel gelooft dat door de rechterlijke uitspraak de betaling van vertalers erop vooruit zal gaan. Niet iedereen is zo optimistisch: Kathrin Harlaß, die de vertaalde literatuur behartigt bij het Bundesverband der Dolmetscher und Übersetzer (BDÜ), sluit niet uit dat uitgevers de verplichte hogere royaltyafdrachten op een andere manier op vertalers zullen weten te verhalen. Opmerkelijk is de oplossing van Bastei-Lübbe. De Duitse uitgever van Dan Brown heeft sinds 2007 boekvertalers in dienst. Klaus Kluge, commercieel directeur bij Lübbe, ziet in zo’n vaste arbeidsrelatie voordelen voor zowel vertaler als uitgever. Lees het (al wat oudere) interview met hem op de site van Buchreport.
The Dutch Model
Aan haar schets van de situatie in Duitsland plakt O’Leary enkele alinea’s over ‘het Nederlandse model’ vast. In Nederland krijgen literair vertalers al royalty’s, schrijft ze, maar sommige vertalers
actually choose to forgo royalties in favor of translating more commercial projects (which tend to be negotiated on a flat rate per word basis).
Ze vraagt zich af hoe dat kan, en lijkt tevreden gesteld door het antwoord van Frederika van Traa van uitgeverij Unieboek. Nederlandse vertalers, zegt Van Traa
‘often like doing commercial books. They’re usually quicker to translate and, very important, there’s more income from the libraries.’
O’Leary noteert toch nog een reden voor vertalers om liever literaire werken te vertalen. Die tekent ze op uit de mond van een literair agent, Caroline van Gelderen:
‘[commercial] translators hand over all rights to the publisher’ while ‘literary translators are the copyright holder of the actual translation.’.
Voor dit belangrijke verschil vroeg dit weblog eerder aandacht.
Kijk vooral ook bij de reacties op de site van Publishing Perspectives. Martin de Haan en Richard Kwakkel leveren daar enige correcties op het beeld van ‘het Nederlandse model’ dat uit het artikel van O’Leary zou kunnen oprijzen.
Ik dank de verwijzing naar Publishing Perspectives aan the Literary Saloon – MB.
Ook bij de weergave van de Duitse situatie vallen vraagtekens te plaatsen, zie daarvoor deze reactie van CEATL-vice-voorzitter Holger Fock (helaas bij het verkeerde artikel geplaatst). Verder: ook op vertalingen van “commerciële” boeken berust copyright, de vertaler kan wel alle exploitatierechten overdragen maar niet zijn auteurschap als zodanig (de zgn. persoonlijkheidsrechten zijn onoverdraagbaar). Dus die uitspraak van Caroline van Gelderen moet met een korreltje zout worden genomen.