Het was een landerige boel en dat was het. Veel inhoudelijks heeft Michaël Zeeman niet te melden over de Europese conferentie over literair vertalen die op 20 april 2009 in Brussel is gehouden. In zijn opiniestuk in de Volkskrant van 25 april 2009 grijpt hij het evenement voornamelijk aan om lucht te geven aan zijn ontgoocheling over wat er over is van de Europese gedachte.
Zeker, hij wijdt hooggestemde woorden aan het belang van vertaling:
Als het idee van Europa toekomst wil hebben, dan zul je er voor moeten zorgen dat in alle individuele culturen goed en energiek vertaald wordt. Om elkaar enigszins te leren kennen en te begrijpen.
Hij oppert zelfs ideeën om voor dat belang op te komen:
Te denken valt aan voorzieningen voor individuele vertalers om in contact te komen met de levendige talen van waaruit zij vertalen, te denken valt aan het uitwisselen van opvattingen over en instrumenten voor kwaliteitsbewaking.
Maar over de hoofdzaak krijgen we niets te lezen: wat deed Michaël Zeeman daar in Brussel? Was hij er op persoonlijke titel of namens een van de organisaties die in het Nederlandse taalgebied het vertaalbeleid behartigen? Wie waren er nog meer voor Nederland? Wat was eigenlijk het doel van die conferentie en wat had Michaël Zeeman zich voorgenomen om te bereiken?
Praten om het praten, meer stelde het niet voor. Die indruk krijg je althans als je het verslag van Zeeman leest. En die Europese politici doen al dat praten maar slaapverwekkend, zo begrijpen we, en niet meeslepend, opzwepend en groots, zoals Zeeman het graag zou zien.
Maar misschien is Zeeman toch iets ontgaan. Het feit dat deze bijeenkomst over literair vertalen geopend werd door de voorzitter van de Europese Commissie, Barroso, en dat eurocommissaris Orban eraan deelnam (deze namen zoek je overigens vergeefs bij Zeeman; iets meer over de conferentie is te lezen op deze Commissiepagina), lijkt mij voer voor EU-watchers. Als politici op dat niveau hun naam aan een conferentie verbinden, komt er iets op een of andere politieke agenda. Die aanname is niet al te gewaagd.
En er staat wel degelijk wat op het spel voor vertalers. Zou Michaël Zeeman het vertaalpleidooi hebben gelezen, Overigens schitterend vertaald, voor het behoud van een bloeiende vertaalcultuur (zie ons bericht van 19 mei 2008 daarover)? Je zou het haast denken, want net als de auteurs van dit pleidooi, citeert hij Umberto Eco:
De taal van Europa heet vertalen.
Maar dat hij iets van de inzet begrepen heeft, laat hij niet blijken.
Vertaalpleidooi
Dat vertaalpleidooi heeft verschillende geadresseerden, niet alleen de Nederlandse Taalunie en de letterenfondsen in Nederland en Vlaanderen, maar ook de Europese Unie. De Taalunie heeft onlangs aangekondigd over de brug te komen met geld voor vertaalopleidingen en voor onderzoek naar een masterprogramma literair vertalen (zie het persbericht). De oproep voor meer armslag voor vertaalbeleid bij de fondsen lijkt ook niet aan dovemansoren gericht, want de Raad voor Cultuur gaat in zijn advies voor de periode 2009-2012 expliciet in op de in het vertaalpleidooi geformuleerde noden. Dus nu alleen Europa nog.
En dat is iets van lange adem, zeker. De lange weg door de instituties.
De opstellers van het vertaalpleidooi willen dat het literair vertalen in het Europese Cultuurplan 2014-2021 een aparte status krijgt. In het huidige cultuurplan, zo betogen zij, is er geen apart literatuurbudget en moeten alle kunstvormen met elkaar concurreren bij het aanvragen van een subsidie. In het bijzonder de vertalershuizen in de verschillende lidstaten dreigen daarvan de dupe te worden. Voor deze uiterst nuttige voorziening voor contact met de vreemde taal en cultuur en uitwisseling van opvattingen, breekt het vertaalpleidooi een lans.
Dus het gaat echt ergens over, daar in Europa. Hoorde de conferentie bij de weliswaar vaak saaie en plichtmatige maar o zo noodzakelijke voorbereidende stappen om alle Europese neuzen dezelfde kant op te krijgen? Daar had ik nou graag wat meer over gelezen.
Sneer
Zeeman laat het bij verongelijkt monkelen. Nadat de hotemetoten weg waren, was de bijeenkomst volgens hem niet meer dan
een uitwisseling van standpunten tussen vakbondsleiders en employées [sic] van andere belangenorganisaties enerzijds – en bureaucraten anderzijds. Van ambities blijft dan niets over.
Helaas moeten resultaten nu eenmaal in zulk taai overleg worden bereikt. Soms is dat belangrijker dan visionaire taal.
En of Zeeman zelf de meest geschikte ambassadeur zou zijn om doelen voor vertalers dichterbij te brengen, lijkt mij twijfelachtig. Polyglot Zeeman kon in zijn opiniestuk een sneer naar vertalers toch weer niet onderdrukken:
Want het merkwaardige verschijnsel doet zich voor, dat naarmate meer mensen vaker met vreemde talen te maken hebben, de kwaliteit van vertalingen afneemt. Iedereen die met enige regelmaat een literair boek in recente Nederlandse vertaling leest, weet waar ik het over heb.
Hoe anders dan als een gratuite uithaal is deze onbewijsbare stelling te begrijpen?
Gebrekkige informatie
Des te spijtiger vind ik het dat de informatie uit andere bronnen over deze Europese conferentie zo mager is. Ik heb zelfs geen aankondiging gelezen op de websites van de opdrachtgevers van het vertaalpleidooi, de Nederlandse Taalunie, het Nederlandse Fonds voor de Letteren, het Vlaams Fonds voor de Letteren of het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. Het Expertisecentrum Literair Vertalen, dat onder meer voor het versterken van de informatiefunctie over literair vertalen extra subsidie van de Taalunie heeft gekregen (zie de taken in de aanbestedingstekst), meldt er niets over. Maar ook sites van andere belanghebbenden, zoals de Vereniging van Schrijvers en Vertalers, RECIT (het netwerk van vertalershuizen in Europa) of CEATL (het Europese platform van vertalersverenigingen) maken er geen gewag van.
Zo’n conferentie is een aanleiding om de positie van de vertaler weer eens onder de aandacht te brengen. Die ‘zichtbaarheid’ van vertalers hebben alle bovengenoemde organisaties hoog in het vaandel. Maar er is nog een breder belang, vind ik. Als zelfs belangenbehartigers als de bovengenoemde het niet de moeite waard vinden om hun direct betrokken doelgroepen te informeren over wat er in het kader van de Europese Unie gebeurt – zaken die hoe dan ook van rechtstreekse en ingrijpende invloed zullen zijn voor diezelfde doelgroepen – hoe willen we dan dat Europa ooit gaat leven bij de kiezer?
Interessante observaties, Matthijs.
N.a.v. je blogpost ben ik even naar het artikel van Zeeman gegaan. Het viel me op dat het degenen die online reacties onder zijn artikel hebben toegevoegd lijkt te zijn ontgaan wat het onderwerp van de besproken conferentie was. Niemand van de reageerders heeft het over vertalen, laat staan over literair vertalen.
En Zeemans inderdaad gratuite uithaal naar vertalers… Eigenaardig. Ik snap niet waar hij het over heeft, terwijl ik toch met enige regelmaat een literaire vertaling lees. Ik heb juist het idee dat de kwaliteit van literaire vertalingen over het geheel genomen beter is dan vroeger.
Dag Matthijs, inmiddels staat er al veel meer informatie over die conferentie op de site van de Europese Commissie; vooral de slotreden van commissaris Orban is het lezen waard. De CEATL (waarvan ik sinds kort voorzitter ben) heeft er intern uiteraard ook over bericht via de e-maillijst, maar wij zijn (nog) geen portaalsite voor informatie over literair vertalen in Europees verband. (Dat is een kwestie van geld en tijd: van vrijwilligers die toch al nauwelijks kunnen rondkomen van hun vertaalwerk, kun je niet verwachten dat ze een professionele informatiesite draaiende houden. Vandaar dat er nu subsidies worden aangevraagd.)
Het belangrijkste winstpunt van de conferentie was dat de Europese Commissie nu onderscheid maakt tussen vertalingen en vertalers (dat was tot voor kort niet het geval, zie http://www.ceatl.eu/docs/policy-uk.pdf). Behalve lobbywerk van de CEATL en RECIT heeft ook het Nederlandse vertaalpleidooi daarin een rol gespeeld, getuige het feit dat er diverse verkapte citaten uit dat pleidooi opdoken in de openingsrede van Barroso… Inmiddels zijn er verschillende zeer concrete EU-initiatieven gaande om de positie van de vertaler te verbeteren.
Bedankt voor de aanvulling, Martin. Wie geïnteresseerd is in deze conferentie, doet er goed aan om de Commissiepagina nog eens te bezoeken, want daar is inderdaad meer te vinden dan toen ik het stukje schreef. Richard Kwakkel heeft trouwens in de tussentijd al voor een update gezorgd. Ook de geactualiseerde website van CEATL is een bezoekje waard.
Ja, de nieuwe CEATL-website wordt geleidelijk uitgebreid, dat gaat helaas heel traag…