Veel aspirant-boekvertalers kennen het fenomeen: je probeert een voet tussen de deur te krijgen bij het uitgeversgilde door redacteuren en uitgevers warm te maken voor een boek waarvan je al een heel leven vindt dat het moet worden uitgegeven. De lezer schreeuwt er gewoon om. Je schrijft een warm pleidooi in de vorm van een leesrapport, vertaalt een eerste hoofdstuk, laat dat voor de zekerheid door drie verschillende persklaarmakers en vier ervaren collega’s nalezen, overhandigt het resultaat persoonlijk aan de uitgever van het fonds waar jouw boek een hiaat opvult en hoopt er vervolgens maar het beste van.
Er zijn uitgevers die het taaie corvee van boekennieuws lezen, beurzen bezoeken, schrijvers inpalmen, agenten paaien, scouts uithoren en vertalingen uitzetten graag overlaten aan zo’n onbezoldigd acquirerend boekvertaler. De Association des traducteurs littéraires de France ATLF, de Franse evenknie van de Vereniging van Letterkundigen, tikte kort geleden de Parijse uitgever Autrement op de vingers, nadat die kennelijk het ledenbestand van de vereniging had geraadpleegd om boekvertalers een glossy folder te sturen met de vraag ‘hun ontdekkingen met hen te delen’.
In dezelfde folder beval Autrement zestien boeken in de aandacht van de lezer aan, compleet met een foto van het omslag, de titel, de schrijver, de prijs, de uitgever, ja, zelfs het ISBN. Alleen de namen van de vertalers schitterden door afwezigheid…
Bron: Pierre Assouline op zijn blog République des livres.