‘American in Paris’ Lauren Elkin interviewt op haar blog Charlotte Mandell, die Les bienveillantes van Jonathan Littell* in het Engels vertaalde en nu werkt aan Zone van Mathias Énard. Over dat laatste werk schrijft François Busnel in L’Express: ‘Een van de beste boeken van het jaar. Ambitieuzer en veeleisender dan alle andere. Een absolute must.’ Het werd eind 2008 bekroond met de Prix décembre, de laatste in een jaarlijkse reeks literaire prijzen die begint met de prestigieuze Goncourt en die door de gewaagde keuzes van de jury ook wel liefkozend de anti-Goncourt wordt genoemd.
Zone is een ‘hedendaagse Ilias‘, één lange zin van ruim 500 pagina’s, opgedeeld in 24 hoofdstukken, de gedachtestroom van een treinreiziger die vecht tegen de slaap en zijn leven overdenkt, een geschiedenis van twintig jaar oorlog in het Middellandse Zeegebied, een erudiete zoektocht naar de oorsprong van het terrorisme, een thriller ingehaald door de werkelijkheid, en een uitdaging voor elke vertaler. Mandell gaat in het interview in op de moeilijkheden waarvoor Zone, maar ook boeken van Littell en Proust, haar plaatsten en geeft op haar eigen website een proeve van bekwaamheid met haar vertalingen van gedichten van onder anderen Guillaume Apollinaire en Robert Kelly.
In Hungarian Literature Online ‘praat’ Gabriella Györe met dichter-vertaler George Szirtes, van wie in 2007 Sándor Márai’s The Rebels en in 2008 Esther’s Inheritance uitkwamen en die nu werkt aan Az igazi, dat in Nederland in de vertaling van Henry Kammer als Kentering van een huwelijk werd uitgebracht.** Szirtes gaat in het interview uitgebreid in op zijn werk, zijn vertaalopvattingen en de moeilijkheden om verschillen tussen talen en culturen te overbruggen: ’translations inhabit the air between two cultures’.
*) De Nederlandse vertaling, De welwillenden, van Jeanne Holierhoek en Janneke van der Meulen verscheen bij De Arbeiderspers.
**) Kammer vertaalde ook De opstandigen. Mari Alföldi verzorgde de Nederlandse vertaling van De erfenis van Eszter.