Utrecht CS. De trein heeft vertraging. Nee, dat zeg ik verkeerd: dat woord komt in het vocabulaire van NS niet meer voor. Tegenwoordig wordt dat verschijnsel als volgt omgeroepen: ‘De trein van 10.05 van A naar B vertrekt vandaag om 10.20.’ Elk nadeel heeft zijn voordeel, want door dit oponthoud heb ik nog tijd om een tijdschriftenhal binnen te lopen. Een interessante vondst: in De Groene Amsterdammer van deze week staat een paginagrote recensie van een vertaling van me!
Het artikel heet ‘Onder de huid van geliefden’, met de vermelding: ‘Anne Enright, Taking Pictures (volgt uitgever enzovoort). In het Nederlands verschenen als Het weer van gisteren (volgt keurig de vertaler, de uitgever enzovoort).’
Gauw diagonaal lezen: geen opmerking over de vertaling, de mening over het boek lijkt positief. Zou de recensent – Joost de Vries – het origineel hebben gelezen of de vertaling? In de tweede kolom citeert hij: ‘Niet dat ze een hekel aan mannen had. Ze had twee volgroeide zonen thuis, dus ze was eraan gewend: hun vrolijkheid, hun onverschilligheid en de puinhoop.’ Ondanks de kou in de tochtige hal krijg ik het warm. Heb ik dat zo opgeschreven? Die ‘volgroeide zonen’, ‘hun vrolijkheid, hun onverschilligheid’ en dan ‘de puinhoop’?
Even later, inmiddels op een winderig perron, krijg ik het nog warmer, want in de derde kolom kom ik tegen: ‘Sommige nachten blijf ik bij hem thuis en sommige nachten ben ik in mijn huis. Al het heen en weer bewegen maakt ons ongeduldig, met de vermenigvuldigende tandenborstels en een permanente onderbroek, gedragen of ongedragen, onder in mijn handtas.’ Zou ik dat echt zo…?
Eenmaal in de niet-vertraagde maar op een ander tijdstip vertrokken trein weet ik bijna zeker dat de recensent de Engelse versie heeft gelezen en bovenstaande zinnetjes zelf heeft vertaald, want hij is kennelijk op iets gestuit waar hij niet goed raad mee wist. Opeens staat er namelijk (over een vrouw die in de woorden van de recensent ‘snakt van lichamelijke begeerte’): they stood with their arms slightly lifted from their sides, as though their fingers were dripping water.
Die twee vertaalde zinnetjes (vooral dat ‘heen en weer bewegen’, die ‘vermenigvuldigende tandenborstels’ – ik zíe ze rekenen –, die ‘permanente onderbroek’ en ‘… maakt ons ongeduldig, met…’) blijven me plagen, ook tijdens het gezellige samenzijn met collega’s, waarvoor de treinreis was ondernomen.
Thuis natuurlijk linea recta naar de boekenkast, bladeren… Een zucht van verlichting. Het eerste zinnetje luidt in de Nederlandse versie: ‘Niet dat ze een hekel had aan mannen. Ze had twee volwassen zoons thuis, dus ze was het gewend, de vrolijkheid, de onverschilligheid en de rommel.’ Gewoon ‘volwassen zoons’ dus, zoals je dat een vrouw hoort zeggen, en drie keer ‘de’, want het Engels had ook the, niet their.
Het tweede fragmentje: ‘Sommige nachten slaap ik bij hem, andere nachten slaap ik in mijn eigen huis. We worden ongedurig van dat telkens verkassen, van de aanjongende tandenborstels en het eeuwige slipje, al dan niet gedragen, onder in mijn tas.’ Het Engels luidde: Some nights I stay at his place and some nights I stay back at mine. All this moving around makes us impatient, with the multiplying toothbrushes and a permanent pair of knickers, clean or worn, at the bottom of my bag.
Voor mij is het bovenstaande niet alleen een sprekend voorbeeld van het verschil tussen woordjes overzetten en vertalen, maar ook bestaat er een gerede kans dat de lezers van deze recensie op grond van de voorbeelden besluiten het origineel te kopen in plaats van de vertaling. De recensent had me overigens gemakkelijk kunnen vinden, hetzij via de site van de Vereniging van Letterkundigen of via dit blog, dan had ik hem graag voorzien van de Nederlandse tekst.
Wat een hitchcockiaanse taferelen! Dat station, de trein die te laat vertrekt, de kiosk, en dan die hand naar de boekenkast, ik hóór het muziekje uit Psycho er al onder. Gelukkig is je wraak met dit stukje niet hitchcockiaans, maar even sjiek als zoet.
Het zàl toch niet… was het eerste wat ik dacht toen ik fragment 1 las.
Ik hoop niet dat dit een gangbare praktijk wordt, ons opgedrongen door de jachtige geest van de moderne tijd.
Want jemig, vertalers staan al onder grote druk om snel (en goedkoop) kwaliteit te leveren. Als je daar dan ook nog een haastige en slordige recensent bijvoegt, raakt het geheel in een vrije val. Of ben ik dan te somber?
Geweldig stuk. Ik begrijp nu ook beter waarom zoveel recensenten niet geïnteresseerd zijn in de vertaler van een boek: vertalen is toch dóódsimpel, dat doen ze zelf wel even. En met wat voor resultaat! Je hebt de vinger op de zere plek gelegd, Marijke. Hulde.
Hulde inderdaad! Gerda Baardman en ik hebben precies ditzelfde eens gehad bij een bespreking van een door ons vertaald boek van Dave Eggers in NRC. De recensente had toen ook even snel een paar stukjes vertaald. Na enige correspondentie heeft NRC excuses aangeboden en de betreffende fragmenten uit onze vertaling op hun boekenblog gepubliceerd. Het zou chic zijn als De Groene ook zo’n gebaar maakte.
Ik kan me je reactie (het steeds warmer krijgen) goed voorstellen… Het zou eigenlijk plaatsvervangende schaamte voor de recensent moeten zijn, maar je gaat aan jezelf twijfelen, hoewel je best weet dat jij dit nooit zo vertaald zou hebben!
Heb je de recensent geschreven? Ik hoop eigenlijk op een vervolg op het blog! Onder het motto: ‘alles sal reg kom’, hoop ik dan maar 🙂
Gelukkig, eindelijk wat hoop in bange dagen. Ja, vertalers zijn onderbetaald en Ja! we staan voortdurend onder druk, mogen niet ziek zijn, worden altijd verondersteld kwaliteit tegen een slavenloon te leveren! Niet voor niets zijn de scriptwriters in USA de straat op gegaan om te ageren tegen hun zielig loon tegenover de acteurs en de producers.
Wat verdient een uitgever sowieso al over de rug van de vertaler? Wat verdient een “stichting” als LIRA al niet over ons schamelijke inkomen?
Helaas mag daar niet over gesproken worden, want dan raken we alles kwijt.
Ons kent ons in het wereldje, en wie zijn mond zou durven openen word doodgezwegen!
En word moet met dt, foutje
@ Roos:
Ho ho, even nuanceren.
Ten eerste gaat het artikel waarop je reageert niet over de onderbetaling van vertalers, maar over iets heel anders.
Ten tweede is LIRA geen “stichting”, maar gewoon een keurige, nuttige stichting zonder aanhalingstekens die ervoor zorgt dat wij vertalers en schrijvers het geld krijgen waar we recht op hebben. LIRA verdient daar zelf niets aan. De mensen die jaar in jaar uit de nodige gegevens verzamelen en verwerken zodat je leenrechtvergoeding in december altijd weer op je rekening staat, moeten natuurlijk een salaris krijgen. Je verwacht hopelijk niet dat zij voor niets werken.
Ten derde: over alles mag gesproken worden. Als jij twijfels hebt over de integriteit van een persoon of instelling, dan staat het je vrij daarin te duiken. Al moet me van het hart dat de vage, ononderbouwde verdachtmakingen die je hier ventileert een ietwat merkwaardige indruk maken.
Gerda
(vertaler, en erg blij dat de Stichting LIRA bestaat)
@ Gerda, je hebt gelijk dat ik mijn gram even spuide en dat het niet echt sloeg op het artikel in kwestie.
Verder dacht ik toch echt dat de LIRA, waarmee ik overigens ook erg blij ben, als stichting was begonnen.
Maar goed. Het was niet mijn bedoeling om ongenuanceerd in de wind te blazen.
Excuses.
Roos (broodvertaler)
@ Roos:
De LIRA is nog steeds een stichting, daar heb je helemaal gelijk in. Waar ik over struikelde, waren de aanhalingstekens waarvan je het bewuste woord voorzag, alsof het volgens jou een instelling betrof die zich ten onrechte als stichting presenteerde. Maar dat bedoelde je gelukkig niet. Sans rancune dus!
Een recensent die in grote onnadenkendheid met zijn broddelwerk andermans/vrouws blazoen besmeurt (en een gezellige avond verziekt). Wat een nachtmerrie. Je hebt dit fraaie verslag toch zeker ook naar de Groene gestuurd?
Kenmerkend ook voor de bescheiden vertaler dat je als eerste reactie aan eigen blinde vlekken dacht.
Ochèrme, Marijke! Een klassieke boekvertalersnachtmerrie waar je ook nog eens door toedoen van derden in geduveld wordt, alsof we zelf al niet sterk zijn in het bedenken van nachtmerriescenario’s (of het nu bescheidenheid is of het simpele besef dat perfectie een streven blijft – met de vraag hoe ver je er dan dit keer vanaf zit). En het had zo simpel kunnen wezen: meneer De Vries mailt een mailtje en ontvangt de verlangde vertaling per ommegaande terug.
Wat een verhaal, dit! Ik zie wel dat dit allemaal ergens in begin 2009 heeft plaatsgevonden, maar toch wil ik hier een slordige 4 jaar later toch even mijn zegje over doen.
Wat mij als niet-literair vertaler zo verbaast is dat de schrijfster van dit artikel niet na lijkt te denken over reputatieschade: een recensent die zonder dit te melden zelf gaat zitten vertalen terwijl – zeker in het betrekkelijk kleine uitgeverswereldje – iedereen weet of na kan zoeken wie het boek vertaald heeft, dat kan toch niet zonder gevolgen blijven als er weer een vertaler voor een soortgelijk boek gezocht moet worden.
Ik zou sowieso eisen dat e.e.a. gerectificeerd wordt én ik zou een leuke claim indienen bij zowel de recensent als het tijdschrift dat de recensie heeft gepubliceerd: door de naam van de vertaling, de vertaler en de uitgever van de vertaling in de recensie te melden is de sterke indruk gewekt dat de aangehaalde teksten door de vertaler zijn geschreven. Ook zou ik eisen dat de recensent in de toekomst duidelijk in zijn recensies aangeeft of hij/zij die vertalingen zélf heeft verzonnen of dat hij/zij de vertaling erbij heeft gepakt.
@Ine: In het ideale geval was het zo gegaan, had makkelijk gekund. Maar wat ik eigenlijk het ergste vind: dat er zulk onzin-Nederlands wordt opgeschreven (vermenigvuldigende tandenborstels, volgroeide zonen en permanente onderbroek), ook al heeft de recensent haast (dat is me later ter ore gekomen).
@Theo: Wat eigenlijk nóg erger is dan ik hierboven schreef: ik vrees dat het de overgrote meerderheid van de lezers niet zal opvallen dat er onzin staat.
Indertijd heeft – o ironie – de uitgever wel excuses ontvangen, de vertaalster niet. Een rectificatie zat er niet in.
En een vertaalster die iets ‘eist’, of een claim indient? Anderhalf jaar later deed zich een soortgelijk geval voor, zelfde recensent, zelfde vertaalster: Michael Cunningham, By Nightfall/Bij het vallen van de avond. Boven aan de recensie de Engelse gegevens, onder aan de recensie de Nederlandse informatie. Er staan enkele citaten uit de brontekst in het artikel, maar ook een dialoog in het Nederlands – niet vertaald door mij maar door de recensent (ik distantieer me graag van frases en woorden als ‘rond enen’ en ‘plekken’ – een akelige vertaling voor ‘places’ als restaurants worden bedoeld. Ook was ‘dus veel plekken vallen af’ nogal kort door de bocht voor there’s a lot of places we won’t be able to get into).
Het verweer van de recensent – die zich, eerlijk is eerlijk, lovend uitliet over mijn vertaling – was dat het voor de lezer overduidelijk om een parafrase gaat, en dat de vertrouwde Groene-lezer wel begrijpt dat hij de Engelse uitgave besprak en niet de vertaling, want dan had dat bóven aan het artikel gestaan.
@Marijke: in- en intriest, ik kan er niets anders van maken. Drogredenering natuurlijk, als die recensent zich zo lovend over je uitlaat moet hij dat niet ontkrachten met zo’n eersteklas broddelwerk van zichzelf. En haastige spoed is zelden goed, al helemaal niet als het om zoiets essentieels gaat als een vertaling die wegens tijdnood maar even geparafraseerd wordt.Hij maakt gewoon goede sier voor jouw naam, die hij vervolgens met het grootste gemak door de modder sleurt met zijn topkwaliteit gepruts.
Ik neem voor het gemak even aan dat het jouw eigen ervaring is, laat me dus eens vragen: heb je als gevolg hiervan ooit een opdracht misgelopen? Want dan heb je wat te claimen ☺ .
Voor zover dat na te gaan is: nee, ik geloof niet dat ik er een opdracht door ben misgelopen. In elk geval heb ik het te druk met vertalen om iets te gaan claimen ☺.