Lezing door Piet Schrijvers: Lucretius in Nederland. Van Vondel tot Cees Nooteboom
Dinsdag 16 december 20 uur
Boekhandel Schreurs en De Groot
Weteringschans 173, 1017 XD Amsterdam
020-3208412
Winkel open: 19.30
Toegang: €5,-
De Romeinse dichter Lucretius (circa 99-55 vC), die zo hartstochtelijk het voortleven na de dood ontkende, leeft nog steeds voort door zijn geesteskind: het leerdicht De rerum natura, dat onlangs in een nieuwe vertaling van Piet Schrijvers als De natuur van de dingen verscheen. Een leerdicht loopt het risico voor een dichter te droog en voor een geleerde te frivool te zijn, maar als het slaagt dan valt het zowel bij dichters, denkers als geleerden in de smaak. Lucretius heeft met De rerum natura deze grote hoogte bereikt.
De natuur der dingen
De natuur van de dingen (6 boeken, ca. 7400 versregels) is door schrijvers en dichters geroemd om zijn meeslepende stijl en rake beschrijvingskunst. Geleerden zijn tot op heden getroffen door de rijkdom en de verscheidenheid aan onderwerpen: van atomisme tot magnetisme, van ontstaan tot vergaan van de aarde en de mens. Filosofen treffen een uitdagende spanningsboog aan die reikt van levenskunst tot stervenskunst, van Epicurus tot Einstein. Het in sublieme stijl geschreven boek voert de bètacanon aan als een van de inspirerendste beschrijvingen van de zichtbare werkelijkheid.
Het leerdicht van Lucretius heeft ook in Nederland tot de meest uitlopende reacties geleid. Het werd bekritiseerd en verketterd door christelijke lezers, bejubeld door dichters, vrijdenkers en marxisten, en geanalyseerd door psychiaters. Lucretius’ leerdicht kent een vertaalgeschiedenis vanaf het begin van de 17e eeuw tot heden. Op beide aspecten van deze Nederlandse Lucretiusreceptie zal in de lezing worden ingegaan.
Piet Schrijvers
Piet Schrijvers (1939) is emeritus hoogleraar Latijn aan de Universiteit Leiden. Hij publiceerde over Lucretius (dissertatie 1970: Over de poetica en poëzie van Lucretius, 1999: Lucrèce et les sciences de la vie) en was tevens de uitgever van de Lucretiusvertalingen van A. Rutgers van der Loeff (1966) en Aeg. Timmerman (1984). Zelf publiceerde hij onder meer vertalingen van Vergilius’ Aeneis (1966, 2000), Georgica (2004) en van de Opera Omnia van de dichter Horatius (2003).