Het is de laatste tijd schering en inslag: buitenlandse boeken moeten in sneltreinvaart in Nederlandse vertaling worden uitgebracht. Stel je voor dat een lezer niet kan wachten en het origineel koopt – dat zou voor de Nederlandse uitgever een grote financiële strop betekenen!
Dus wat doet de uitgever die het brood niet uit zijn mond gestoten wil zien? Hij zet een aantal vertalers op het boek. De een doet de eerste paar hoofdstukken, de volgende vertaalt ook een pluk, nummer drie, die weinig tijd heeft, neemt een hoofdstuk of twee voor zijn rekening en nummer vier en vijf verdelen de rest. Nummer drie, die op korte termijn met een andere vertaling moet beginnen, vangt onmiddellijk aan zijn deel te vertalen. Nee, tijd om de voorgaande gedeelten te lezen is er niet, dus heeft hij geen flauw benul van wat er voorheen is gebeurd, of welke personages een rol spelen en wat hen bezielt. Ondertussen is nummer een nog bezig met iets anders waar haast bij is, en begint pas aan de meermansvertaling wanneer nummer drie zijn portie allang klaar heeft.
Overleggen
Slim als de vertalers zijn, hebben ze een Yahoo-mailinglist geopend waarvan alleen zij lid zijn. Via de mail kunnen ze overleggen. Helaas gaat nummer drie al helemaal op in de volgende vertaling, vergeet nummer vier steeds op de mailinglist te kijken en werkt nummer vijf toch liever alleen. Dat heeft de nodige consequenties: in het ene gedeelte spreekt personage A persoon B aan met jij en jou en in een ander gedeelte met u. En dat is nog maar het geringste probleem.
Stijlverschillen
Ook qua stijl verschillen de vertalers. Nu hoeft dat geen probleem te zijn als alle vijf ruim de tijd krijgen om te overleggen, elkaars werk te corrigeren en er een eenheid van te maken. Maar de kwestie is dat het boek snel-snel-snel op de markt moet komen.
Op een gegeven moment wordt het geheel samengevoegd en verstuurd naar de uitgever, die het onmiddellijk doorstuurt naar een persklaarmaker die het allemaal zo gauw mogelijk moet doornemen. Tijd om er eens goed naar te kijken ontbreekt.
Wie zijn hier de dupe van? De vertalers, die waarschijnlijk een veeg uit de pan krijgen van een recensent, en geen krantenlezer weet wie welk stuk voor zijn rekening heeft genomen. Het standje geldt dus voor hen allen. En de auteur uiteraard, wiens boek door de mangel wordt gehaald. Maar het echte kind van de rekening is de lezer, die zich waarschijnlijk door een rijstebrijberg van stijlen moet worstelen en zal struikelen over de inconsequenties.
Tijdrovend
Het kan uiteraard ook goed gaan. Dat is het geval wanneer vertalers elkaar goed kennen, hun stijl aan elkaar kunnen aanpassen, respect voor elkaar hebben en elkaars kritiek serieus nemen. In zo’n geval kan een meermansvertaling juist meerwaarde krijgen omdat er extra kritisch naar wordt gekeken. Echter, een meermansvertaling kost meer tijd door al het overleg. Daar is in de beloning voor de vertalers meestal niets van terug te zien. Het tarief per woord blijft hetzelfde, hoewel de vertalers het geheel eigenlijk al grondig persklaar hebben gemaakt en meer tijd in het geheel hebben gestoken dan ze voor een eenmansvertaling zouden hebben gedaan, juist omdat ze elkaar controleerden.
Onderzoek?
Helaas worden veel meermansvertalingen uitgebracht omdat de uitgeverij vreest dat de geïnteresseerde lezer kiest voor het in een vreemde taal verschenen origineel. De vraag is of die vrees terecht is. Wij zijn er heel benieuwd naar of het later uitbrengen van de vertaling dan het origineel inderdaad consequenties heeft voor de verkoop van die vertaling. Is daar ooit onderzoek naar gedaan? Grijpen lezers die bijvoorbeeld het Engels voldoende beheersen niet a priori naar de originele versie? Kortom, zouden uitgeverijen zich niet moeten bezinnen voordat ze overgaan tot het op de markt brengen van haastwerk met alle nadelen die daaraan voor vertalers en lezers kleven? Verdient een iets later uitgebrachte vertaling waaraan zorg is besteed niet de voorkeur?
Let de lezer er überhaupt op door welke uitgeverij een boek wordt uitgegeven? Zal een lezer zeggen, als uitgeverij X een buitenlande bestseller binnen de kortste keren in vertaling op de Nederlandse boekenplanken heeft gezet, dat dat toch maar een puike uitgeverij is? En let de Nederlandse lezer er eigenlijk op wie de boeken die hij leest, heeft vertaald?
Welnee.
Sinds ik boekvertaler ben, let ik op die dingen. Logisch. Maar ik neem aan de de meeste mensen bij het kiezen van een boek alleen maar kijken naar de titel en auteur, dat ze de rugtekst lezen, afgaan op aanbevelingen van kennissen, misschien hun keuze doen wegens een recensie in een krant of tijdschrift. Ze zullen boeken kiezen van favoriete auteurs en mogen dan hopen dat de vertaling van ieder nieuwe boek (om even bij ons onderwerp te blijven) net zo goed zal zijn als die van de boeken die ze al van die auteur hebben gelezen.
Als ik mijn eigen familieleden als voorbeeld mag nemen – mensen die stuk voor stuk een hogere beroepsopleiding hebben genoten: geen van hen leest voor zijn plezier boeken in een andere taal dan het Nederlands. Voor hun werk lezen ze Engels, Duits, Frans. Maar met een boek heerlijk ontspannen op de bank? Dan moet het toch echt Nederlands zijn. Ze zijn dan ook gaarne bereid in verwachtingsvolle spanning op de Nederlandse uitgave van het nieuwe boek van hun favoriete auteur te wachten.
Zoals ik al in ‘Een lekker warm jasje’ schreef, blijf ik het vreemd vinden dat er nooit systematisch onderzoek naar het koopgedrag van lezers is gedaan en dat uitgeverijen maar koppig blijven vasthouden aan het dogma ‘snel vertalen, anders kopen mensen het origineel’. Zie
http://www.wimscherpenisse.nl/eenlekke.htm
Ik ben dan ook blij dat deze kwestie nog eens aan de orde wordt gesteld, en ook dat dat ditmaal gebeurt vanuit de invalshoek van de (snelle) meermansvertalingen. Ook dat is een misstand waarvoor tot nu toe te weinig aandacht bestaat en die niet erg bekend is bij het lezerspubliek.
Ik neem aan dat de laatste zin een retorische vraag is.
Een ander argument waar uitgevers vaak naar verwijzen is publiciteit: als de vertaling te lang na het origineel verschijnt, is er al een recensie verschenen en kan de vertaling niet meer van die publiciteit profiteren. Een drogreden overigens, de meeste kranten recenseren een boek pas als de vertaling al verschenen is.
En waarom wachten uitgevers vaak tot het laatste moment om de vertaling “uit te zetten”?
Soms vraag ik me overigens af of de vertalers niet de hand in eigen boezem moeten steken: is het niet zo dat veel redacteuren denken dat vertalers met willekeurig wie kunnen samenwerken omdat vertalers altijd zo braaf hun best doen om er in haastduo’s en -trio’s toch maar het beste van te maken? Misschien moet er eens een voorlichtingsdag komen voor redacteuren om het verschil uit te leggen tussen vrijwillige meermansvertalingen, die een toegevoegde waarde hebben, en haastmeermansvertalingen.
Zoals onlangs is aangetoond kan protest in sommige gevallen helpen.
Toch een paar kanttekeningen. Ik werk op dit moment met drie anderen aan een meerpersoonsvertaling. Als hoofdvertaler heb ik ook de eindverantwoordelijkheid voor de tekst, maar ik krijg wel betaald voor het “rechtbreien” van e.e.a.. Dus bij althans één uitgever (Luitingh-Sijthoff) is men zich er dus wel van bewust dat er tegenover dit extra werk ook een extra honorarium hoort te staan. En misschien zijn er meer zo.
Bovendien is de oorzaak dat we met z’n vieren aan één boek werken niet uitsluitend haast en een strakke deadline. De tweede vertaalster kwam erbij omdat ik het niet zag zitten in zeven maanden een boek van bijna 1200 pagina’s te vertalen; nummer drie en vier omdat de tweede vertaalster wegens ziekte na een aantal hoofdstukken moest afhaken.
In zijn algemeenheid hebben de schrijvers van dit stukje misschien wel gelijk, maar in het individuele geval ligt het dus soms net even anders.
In mijn wijde vriendenkring ben ik de enige die graag Engelse boeken leest. Daarbij is mijn belangrijkste reden heel prozaïsch, nl de prijs. Engelse boeken zijn vaak een stuk goedkoper en ik kan er vaak twee kopen voor de prijs van 1 Nederlands boek. Hoe oud het boek is? Daar let ik niet eens op. Ik lees een boek omdat het me mooi lijkt en ik tijd heb om te lezen, niet omdat iedereen het leest.
Wat Nederlandse boeken betreft: ik let absoluut niet op of het een vertaald boek is of niet. Een enkele keer als ik een vreemde uitdrukking zie kijk ik wat de oorspronkelijke taal is.
Zo las ik vandaag dat iemand omgekeerde ananastaart maakte. Aangezien het vertaald was uit het Engels moest het hier om “pineapple up side down cake” te gaan. Tja, je moet die uitdrukking maar net kennen om m te herkennen in een vertaling.
Maar als het gaat om vlug-vlug-vertalen: Ik denk dat ik liever iets langer wacht op een vertaling dan een slechte (lees: niet-consequente) vertaling te lezen.
Wat mij opvalt aan hoe hier over uitgevers wordt gesproken is dat er vrijwel zonder uitzondering aan wordt gerefereerd als geldbeluste types die alles in het werk stellen om het goede werk van vertalers zoveel mogelijk te dwarsbomen. Ik denk dat dit beeld althans enige nuancering behoeft. Er zijn meerdere partijen die geld verdienen aan en afhankelijk zijn van de verkoop van boeken. Schrijvers, vertalers, vormgevers, drukkerijen, correctoren en de uitgevers zelf. De auteur en vertaler krijgen vast hun percentage resp. honorarium plus royalty. De boekhandel krijgt vaak bijna de helft (40 tot 50%) van de opbrengst. Wat overblijft na aftrek van de productiekosten is voor de uitgever. Niet zelden is dat minder dan 10%, soms een negatief percentage.
Daarmee wil ik niet beweren dat uitgevers filantropen zijn, maar wel dat zij degenen zijn die het ondernemersrisico volledig dragen, en vanuit die positie beslissingen moeten nemen hoe en wanneer een boek in de markt te zetten. En daar hebben ze meer ervaring mee dan schrijvers of vertalers. Als zij van mening zijn dat het uitbrengen van een Nederlandse vertaling 2 jaar na verschijning van het origineel slechtere verkoopcijfers oplevert dan wanneer dit na 3 maanden gebeurt, dan baseren zij dat niet op wishful thinking maar op hun jarenlange ervaring. En ze zouden wel gek zijn als ze ervoor zouden kiezen om een roman uit te brengen op een tijdstip dat dat het meest ongunstig is voor de verkoop. Het is geen slecht of raar beginsel dat uitgevers veel boeken willen verkopen, het wordt ook van ze verwacht door de mensen die in de opbrengst meedelen. Uitgevers worden erop afgerekend als agenten de Nederlandse verkoopcijfers van hun auteur tegenvallend vinden: dan gaan ze rondkijken of er ergens anders een uitgever is die een beter promotieplan voor ze heeft of een hoger voorschot op tafel wil leggen.
Hoe vaak gebeurt het niet dat de naam van een vertaler niet wordt genoemd bij een recensie. Even vaak gebeurt het dat bij een bespreking van een boek in het origineel niet wordt vermeld dat er binnenkort een vertaling verschijnt, ook al is die aan de pers al gecommuniceerd in een catalogus. ‘Even vergeten!’ Of wat dan ook. Als de vertaling dan enkele maanden later verschijnt wordt daarvan vaak geen melding meer gemaakt. Het boek is immers al besproken. Dat zoiets een negatief gevolg heeft voor de verkoop merkt niet alleen de uitgever maar indirect ook de auteur, de vertaler en de boekhandel.
Ik ben zeker geen voorstander van haastwerk bij vertalingen, en al zeker niet van meermansvertalingen die daar onder lijden. Doen alsof de uitgever alleen maar zijn eigen brood zou willen eten is een simplificering van de zaken. Het gaat om een wisselwerking tussen de verschillende deelnemers in het literaire veld. Het is daar dringen geblazen, maar iedereen heeft elkaar daar nodig: uitgevers hebben de pers nodig, ze hebben vertalers nodig, de pers heeft boeken nodig, en ga zo maar door.
Het is dat ik mijn eigen broek toch al niet kon ophouden, anders was die nu toch afgezakt. U beperkt zich in uw reactie tot literatuur. Die zal zo’n 10% van de markt uitmaken. Een deel van de literair vertalers en het gros van hun anders-dan-literaire collega’s werken ondanks bikkelhard onderhandelen voor tarieven ver beneden dat literair minimum, kunnen over het algemeen naar royalty’s fluiten en wrijven alleen in de handen als eind december het LIRA-overzicht met leenrechten binnenkomt. Boeken vertalen is een vak. We spannen ons allemaal in voor de best mogelijke vertaling en ik vind dat daarbij een inkomen hoort waarmee we allemáál onze eigen broek kunnen ophouden.
Met alle respect, maar mij interesseert de calculatie van uitgevers geen moer. Dat is hún probleem. Waarom krijgen boekhandels een volle lepel uit de pot en moeten boekvertalers, persklaarmakers, correctoren en andere onderknuppels in het boekenvak het doen met de opgedroogde restanten die aan de rand van de pot blijven kleven? Dat zal ik u vertellen: omdat boekverkopers harder en beter onderhandelen dan wij – of de organisatorische kracht hebben hun poot ook daadwerkelijk stijf te houden. Boekvertalers zouden eens vaker en meer als ondernemer moeten denken en op belangrijke kruispunten van het bestaan de bordjes naar Saint-Abondance-sur-Argent volgen. Al te goed is uitgevers gek.
Uitgevers zijn niet zielig, en willen vermoedelijk ook helemaal niet zielig worden gevonden, maar kunnen het zich doodeenvoudig permitteren het leeuwendeel van de boekvertalers, persklaarmakers en correctoren af te schepen met een minder dan fatsoenlijk honorarium, dat bovendien al tientallen jaren niet of onvoldoende is aangepast aan de inflatie. Elk jaar moeten boekvertalers opnieuw de broekriem aanhalen. Het probleem is niet dat uitgevers ons niet meer kúnnen betalen, maar dat ze ons niet meer wíllen of hóéven betalen. Waarom anders ontvangt een literair vertaler nooit meer dan het als maximum en nu als ‘redelijk en gangbaar’ door het leven gaande minimumtarief? De leesgewoonten van de Nederlander worden gesubsidieerd door boekvertalers en hun eveneens zwaar onderbetaalde consorten, die van literair angehauchten via het Fonds door de belastingbetaler. De wurggreep waarin sommige deelnemers andere in het boekenveld houden, kan eenvoudig worden gelost door de boekenprijs te verhogen.
Ik wil graag reageren op een paar punten uit de reactie van de heer Schiferli:
U schrijft: De auteur en vertaler krijgen vast hun percentage resp. honorarium plus royalty’s.
Dat is het geval bij sommige uitgevers die het zogenaamde modelcontract hanteren, maar het gros van de uitgevers doet dat niet, ook al zijn ze aangesloten bij de GAU en zouden ze dat dus wel moeten doen. Er wordt meestal voor veel en veel minder vertaald, persklaargemaakt en gecorrigeerd. En royalty’s betalen deze uitgeverijen al helemaal niet. Bovendien zijn de tarieven in kwestie al zeker tien jaar niet aangepast aan de inflatie. Zegt u: onderhandel dan voor betere voorwaarden? Meneer Schiferli, vertalers zijn niet in loondienst, en bij gebrek aan een stakingskas kunnen zij een staking niet als pressiemiddel toepassen. Als een vertaler te ver dooronderhandelt, gaat de opdracht naar een ander. Of hij krijgt één keer een opdracht tegen betere voorwaarden, om vervolgens nooit meer iets van de uitgever te horen. En dat kan de vertaler zich niet permitteren, en dat weten uitgevers heel goed.
U schrijft: Als zij van mening zijn dat het uitbrengen van een Nederlandse vertaling 2 jaar na verschijning van het origineel slechtere verkoopcijfers oplevert dan wanneer dit na 3 maanden gebeurt, dan baseren zij dat niet op wishful thinking maar op hun jarenlange ervaring.
Het gaat echt niet om het verschil tussen 3 maanden en 2 jaar, en ik weet dat u dat ook donders goed weet, meneer Schiferli. Dit zo stellen is puur demagogisch. Het gaat hier om vertalingen die tegelijkertijd met (en soms nog eerder dan) het origineel worden uitgebracht. Wij zijn trouwens heel nieuwsgierig naar de exacte verschillen in de betreffende verkoopcijfers.
En is het u bekend dat sommige uitgevers hun titels na verloop van tijd uitbrengen bij een andere imprint? Of de vertaling doorverkopen aan een andere uitgever? Dacht u dat de hard ploeterende vertaler daar nog iets voor krijgt? Nee, geen rooie cent. De vertaling blijft nog jarenlang goed verkopen en de vertaler heeft het nakijken.
U schrijft: Hoe vaak gebeurt het niet dat de naam van een vertaler niet wordt genoemd bij een recensie.
Dat vinden boekvertalers ook heel treurig.
U schrijft: Even vaak gebeurt het dat bij een bespreking van een boek in het origineel niet wordt vermeld dat er binnenkort een vertaling verschijnt, ook al is die aan de pers al gecommuniceerd in een catalogus. ‘Even vergeten!’ Of wat dan ook. Als de vertaling dan enkele maanden later verschijnt wordt daarvan vaak geen melding meer gemaakt. Het boek is immers al besproken.
Dat is iets waarop de uitgever de recensent moet aanspreken.
Ik heb het gevoel dat u redeneert vanuit een ivoren toren. Vanuit een literaire toren. Het zou u verbazen hoe het er in andere segmenten van de uitgeverijwereld aan toe gaat.
Voor de goede orde, ik heb nergens gezegd dat ik vind dat uitgevers zielig zijn. Ik vind dat vertalers, net als correctoren en persklaarmakers, te weinig worden gewaardeerd, in financiële zin en ook inhoudelijk weinig worden ondersteund. En ik had het inderdaad alleen over de situatie bij literaire vertalingen met modelcontract – dat zijn toch ook de boeken die hier steeds ter sprake komen?
Het ging mij om de toon waarop hier op dit forum over uitgevers wordt gepraat: alsof zij de Darth Vader van de boekenindustrie zijn, schurken die alles in het werk stellen om het vertalers zo moeilijk mogelijk te maken. Ik heb zelf jarenlang bij een ivoren toren, eh… literaire uitgeverij gewerkt weet ik dat er in elk geval van zulke strategieën geen sprake is. Een boek dat in zijn geheel geen recensies krijgt, of zijn recensies al lang geleden heeft gekregen voordat het in het Nederlands verscheen, zal het nu eenmaal moeilijk hebben in de verkoop. Daar helpt geen moedertje lief aan. Ga het navragen bij een goede boekhandel, als je het woord van uitgevers niet vertrouwt.
Zoals ik al zei, dat rechtvaardigt geen gehaaste meermansvertaling, maar het verschijnsel is geen hersenschim. Het is een aspect van de boekenmarkt en hoe je daar mee omgaat. Of het ‘eenvoudig’ ophogen van de verkoopprijs een oplossing is, zoals Rik voorstelt, betwijfel ik. Het is een oude methode die bij veel boeken wordt toegepast: de calculatie komt slecht uit, laten we er een paar euro bij doen, en kijken of het er dan wel goed uitziet. Een paar euro haalt echter weinig uit om vertalers, persklaarmakers een substantieel beter loon te geven. Bij een paperback van 40 euro zou dat beter kunnen, maar wie betaalt dat? Misschien wordt het dan zoiets als biologisch vlees: mensen die tegen de veestapels zijn laten het in de supermarkt liggen omdat ze het te duur vinden.
Dit blog is er voor boekvertalers van alle pluimage, niet alleen voor literair vertalers. Vanzelfsprekend is er op het blog aandacht voor literatuur en aanverwante zaken, maar ook voor non-fictie, thrillers, ‘pulp’, kortom, boeken die duidelijk buiten het strikt literaire domein vallen. Onder de koppeling ‘Over de boekvertalers’ hierboven wordt het waarom en voor wie van het blog overigens toegelicht.
Ik ben al vanaf het prille begin bij dit blog betrokken en kan geen bijdragen vinden die uw conclusie rechtvaardigen dat hier over uitgevers gedacht en gesproken wordt als Darth Vaders. U baseert deze conclusie kennelijk op het artikel waarop u heeft gereageerd en waarin een kritische noot wordt gekraakt over de rol van uitgevers bij meermansvertalingen waarbij snelheid een belangrijker argument was dan kwaliteit. Voor mij zijn uitgevers geen Darth Vaders, maar ondernemers. Ondernemers die in een moeilijke markt opereren, een scherp oog voor marges hebben en niet meer uitgeven dan strikt noodzakelijk is. Aan boekvertalers de schone taak hun duidelijk te maken dat die marges in ieder geval aan hun kant moeten worden opgerekt. Het is niet aan ons – en op dat punt ben ik het in zeker opzicht met Rik eens, al moet ik zeggen dat het mij, en met mij waarschijnlijk talloze collega’s, wel degelijk een moer interesseert – te bepalen hóé de uitgever dat doet. Kort gezegd: daar ga ik niet over.
Ging ik daar wél over, zou ik Riks optie van een verhoging van de boekenprijs zeker niet op voorhand willen uitsluiten. Uw ‘been there, done that, got the T-shirt’-reactie overtuigt niet. Uw vooronderstelling dat alleen paperbacks van 40 euro een prijsverhoging kunnen dragen, onderschrijf ik niet. Een ‘eenvoudige’ rekensom leert dat een – voor boekvertalers – gevoelige verhoging van de woordprijs, bij een schappelijk geprijsd boek en een alleszins normale oplage een beperkt effect op de winkelprijs heeft, zelfs al zou de uitgever besluiten de extra kosten volledig door te berekenen aan de eindklant. Maar ik heb een hoofd voor woordjes, en niet voor cijfers, dus ik nodig u graag uit voor te rekenen waarom het anders is.
U laat in uw reactie – ‘maar wie betaalt dat?’ – eigenlijk geen andere mogelijkheid open voor uitgevers en boekvertalers dan door te ploeteren op de ingeslagen weg. Dat vind ik onaanvaardbaar. Wat stelt u voor, meneer Schiferli? Wilt u, om binnen de grenzen van uw biologisch-vleesmetafoor te blijven, vertalersflats binnen de grachtengordel neerzetten?
Ik ben blij te horen dat u ook vindt dat vertalers, persklaarmakers en correctoren te weinig worden ondersteund. Dat valt ook nauwelijks te ontkennen. Zowel Rik als ik hebben onafhankelijk van elkaar gemeld dat het honorarium al in tientallen jaren niet is aangepast aan de inflatie. Goed, in het modelcontract — deze term wil ik voor het gemak toch maar gebruiken — wordt het woordtarief jaarlijks met een tiende cent of zoiets verhoogd. Maar de andere tarieven, voor de thrillers, de chicklit en andere goed verkopende boeken, worden nooit verhoogd, al jaren en jaren niet.
U geeft aan dat u meent dat dit blog over literaire producties gaat. Dan heeft u ons blog niet goed gelezen. Uiteraard komt de Hogere Literatuur ter sprake, maar veel bijdragen gaan juist over de onderkant van dit vak. U hoeft er mijn bijdragen maar op na te slaan. Dit blog is een mogelijkheid voor ALLE boekvertalers om zich te uiten.
Misschien verbaast het u dat we incidenteel van leer trekken tegen de uitgevers. Zou u zich niet gepiepeld voelen als bij de overgang naar de euro uw tarief bij het omrekenen naar beneden werd bijgesteld? Want ja, dat is gebeurd. Bij uitgevers die zijn aangesloten bij de GAU, de organisatie waarmee de VvL onderhandelt over de tarieven, maar die zich daar geen moer van aantrekken. Er wordt een herenakoord gesloten. Wij kunnen alleen maar aannemen dat niet alle uitgevers heren zijn. Want nogmaals, en ik kan dat niet genoeg benadrukken, het gros van de vertalers krijgt aanzienlijk minder uitbetaald dan het redelijke en gangbare tarief. Dit zijn de vertalers van de goed verkopende thrillers, de chicklit, de dieetboeken en andere bestsellers waarvoor ze geen cent aan royalty’s krijgen. Dit is de praktijk in de landerijen om de ivoren torens heen.
Een veelgehoorde ergernis van uitgeverskant is het feit dat boekverkopers hun niet-verkochte exemplaren straffeloos, want ten koste van de uitgever, mogen terugsturen. Dit, opgeteld bij de notie dat de boekverkoper 40-50% van de verkoopprijs van een boek opstrijkt, maakt dat ik in stil respect mijn pet afneem en het hoofd buig voor de duizelingwekkende onderhandelingsvaardigheid van de boekverkopers – of moeten het boeketaleurs heten? – die met een minimum aan verkoopinspanning belegd brood op de plank brengen.
Me dunkt dat er aan de overzijde van deze beroepsgroep ruimte bestaat voor de bedinging van andere, eerlijker verdeelde voorwaarden.
Voor de goede orde Richard Kwakkel, ik vergeleek geen vertalers met biologisch vlees, maar vertalingen – dus boeken. (Overigens ken ik een uitgever die ooit de gedenkwaardige woorden sprak: ‘Ik begrijp niet waarom ze schrijvers uitnodigen op de Buchmesse. Je geeft een koe toch ook geen rondleiding in het abattoir?’ Dat klinkt wel weer een beetje Darth Vader…)
Ik ben het eens met wat Ine Willems zegt, en heb mij altijd verbaasd over die grote marges van de boekhandel: de een schrijft het boek en krijgt één euro, de ander rekent het af bij de kassa en krijgt een tientje. Je mag het ook nog terugsturen als het niet lukt – dan heb je een stuk minder risico dan als je het boek uitgeeft en alle kosten moet betalen, vaak nog tot aan de advertenties in boekhandelskrantjes en de etalages aan toe. En de marges willen ze nog groter maken door meer boeken van een titel te bestellen. Waar houdt dat op?
Onderhandelen over betere voorwaarden, daar kan ik het alleen mee eens zijn. Maar om een andere vergelijking te maken, zelfs als je de Nederlandse politiebond bent heb je er kennelijk nog een zware dobber aan om mensen een aanvaardbaar salaris te geven. Ik weet niet een oplossing voor deze zaak, maar dat is wat anders dan dat ik het eens ben met de situatie.
Ik heb deze discussie met groeiende aandacht gevolgd, maar toch ben ik nog steeds benieuwd naar een met cijfers onderbouwde argumentatie waarom het zo nadelig is om een vertaling iets later op de markt te brengen dan het origineel. Zijn daar dan geen harde cijfers over beschikbaar? Ik, en met mij vele anderen, zouden die cijfers graag willen zien.
Dus als ik het goed begrijp, zuchten wij allemaal – vertalers, persklaarmakers, correctoren, redacteuren én uitgevers – onder de tirannie van de boekhandelaren (de goeden onder hen natuurlijk niet te na gesproken)? Moeten we dan niet eens gezamenlijk proberen hén tot rede te brengen?
Nou nee, het ligt niet alleen aan de boekhandel, maar het is een samenspel van factoren waarbij boekhandel, uitgeverij en economische afwegingen de dienst uitmaken. Dat probeer ik duidelijk te maken. Wat honorarium betreft: overal ter wereld zijn de percentages van de verdeling van de opbrengst van een boek ongeveer gelijk. Hoe komt dat nu, en hoe veranderen we dat ten gunste van degene die nu het minst verdienen? Ik las een interessant stuk op de website van de PEN, waarvan ik hier met instemming een stuk citeer:
“Translators and publishers alike want their translations to sell strongly. Some books may seem to have little chance of selling but are published anyway. Some of these succeed nonetheless. The translator will have to negotiate contracts on a book-by-book basis, speculating on what sort of agreement would be most advantageous. A sense of cooperation and frankness from publishers and editors about how they expect a book to do in the marketplace will help translators evaluate their real financial prospects for each project.”
(http://www.pen.org/page.php/prmID/320)
Een cijfermatige onderbouwing van de theorie dat een boek lijdt onder veel latere verschijning dan het origineel (en dat geldt eigenlijk alleen voor Engelse boeken, andere talen lijden daar veel minder onder) is moeilijk te geven omdat elk geval verschillend is. In elk geval zou je in zijn algemeenheid kunnen zeggen dat als er geen publiciteit is (doordat het boek al te lang geleden is verschenen), het publiek er minder goed van op de hoogte raakt dat het boek in de winkel ligt, wat een negatief gevolg heeft op de verkoop. Wat individuele gevallen betreft: Harry Potter verscheen de afgelopen jaren steeds ongeveer een halfjaar na het origineel, en had niet te lijden onder mindere verkoop, ook al omdat het boek bedoeld is voor kinderen. Maar naarmate de kinderen ouder werden steeg de in Nederland verkochte oplage van de Engelse editie. Non-fictieboeken moeten het vaak van de actualiteit hebben, dus als je nu nog een dik boek aankoopt over bv. de oorlog in Irak en daar pas na een jaar de vertaling van hebt is de kans groot dat je dan met een boek zit waar men niet meer op zit te wachten.
Een roman van een internationaal befaamde schrijver – Roth, Auster, Coetzee – zal in de regel meteen in de krant worden besproken, en het helpt bij deze genoemde auteurs dat ze onmiddellijk of soms al eerder dan het origineel in de winkel liggen. Is zoiets een publiciteitsstunt? Misschien wel. Is het verderfelijk? Het helpt de verkoop, dus ook de inkomsten van de vertalers, en in de steeds dichter wordende boekenmarkt moet je creatief zijn om boeken onder de aandacht te brengen. Voor elk boek dat een bestseller wordt, verdwijnen er honderden in de mist.
@ Victor Schiferli:
Zeker bij een boek van een internationaal befaamde auteur zal er door recensenten en lezers op de kwaliteit van de vertaling worden gelet. En het lukt ook regelmatig om een goede vertaling gelijktijdig met, of zelfs vóór, het verschijnen van het origineel in de winkel te hebben, met maar één vertaler. Hoe dat kan? Gewoon, goed overleg met de auteur en diens agent en uitgever, zodat de opdracht tijdig kan worden ondergebracht. Grote romans komen niet uit de lucht vallen, doorgaans is ruim van tevoren bekend wanneer de tekst ongeveer klaar is.