Een boekvertaling legt een lange weg af. Deels over de elektronische snelweg, maar deels ook nog over conventionele wegen. Ik vat ‘m even kort samen, die weg. De meeste, zo niet alle, boekvertalers werken met een tekstverwerker en mailen hun vertaling als bijlage naar de uitgever, die het bestand afdrukt en per post of koerier naar een persklaarmaker stuurt, die op papier correcties aanbrengt en het pak papier vervolgens naar de uitgever terugstuurt, die dat weer doorstuurt naar de vertaler, die de correcties en suggesties van de persklaarmaker overneemt (of niet, natuurlijk) en invoert in het digitale bestand (of niet, natuurlijk), en beide versies terugstuurt naar de uitgever (de een via elektronische post, de ander via slakkenpost), die het weer afdrukt en naar de corrector stuurt, die correcties aanbrengt en het pak papier weer naar de uitgever terugstuurt, die het doorstuurt naar een zetter, die er een drukproef van maakt en die terugstuurt naar de uitgever, die de zoveelste stapel papier weer per post naar de vertaler stuurt, die correcties invoert en beide versies weer terugstuurt naar de uitgever, die de gecorrigeerde drukproef weer afdrukt en ten slotte naar de drukker stuurt. Dat zijn dus elf pakken papier op de bus en vier uitdraaien. Pffff.
Nadelen
De nadelen zijn evident. Die papieren vertaalslag kost tijd en geld. Tijd omdat papieren correcties uiteindelijk toch moeten worden ingevoerd en omdat pakken papier moeten worden verstuurd en bezorgd. Geld omdat je in de tijd dat je papieren correcties digitaliseert geen woordjes vertaalt, je die pakken papier moet frankeren, en tenslotte omdat toner of inkt en papier nu eenmaal moeten worden afgerekend.
En dan zwijg ik nog over de kleine ramp die zich voltrekt als het pak papier met de correcties zoekraakt.
Voordelen?
Maar veel van mijn collega’s houden bij hoog en bij laag vol dat ze op papier meer fouten ontdekken, dat hun dan ‘andere dingen’ opvallen, en dat de voordelen van die papieren rompslomp de nadelen ruimschoots overtreffen. Ze zijn zelfs zo overtuigd van het nut van die controle op papier dat ze geheel uit eigen vrije wil, vlak voordat ze hun vertaling voor het eerst naar de uitgever sturen, nog een tijdrovende en geldverslindende papierfase invoegen – ook al recycleren de meesten daarbij oud papier door de printer de lege kantjes van vorige proeven te voeren. Nooit te beroerd eens iets nieuws – of moet ik zeggen: ouds? – te proberen, heb ik mijn vertaling ook eens afgedrukt en met een rood pennetje in de hand en het puntje van mijn tong tussen de lippen op papier gecorrigeerd.
Oef. Komma’s en dt’s krassen, zinnen met vierkante haken boven en onder de tekst verbouwen, woordjes doorstrepen, invoegen en nee, toch maar laten staan, omcirkeld curs, rom of kap tussen de regels frommelen en dan, als kers op de taart, al dat rood nog eens op scherm verwerken. Zinloos. Wat een verspilling. Geen extra fout ontdekt, geen ander ding opgevallen. Sterker nog, die vielen me later op scherm pas op.
Volgens mij is het een overblijfsel uit het papieren tijdperk, uit de tijd dat je van boter nog gewoon dik werd, dat ’s zomers de zon scheen en renners zelf onderweg hun band moesten plakken. Maar ik wil de lezers van het weblog graag in de gelegenheid stellen me van de dwaling mijner wegen te overtuigen en sluit daarom af met deze ietwat boude stelling: het voordeel van een papieren correctieronde zit tussen de oren.
Ik heb de proef weleens op de som genomen. Een tekst die naar mijn idee echt af was – is een tekst ooit af? – heb ik op het scherm nóg een keer doorgelezen en vervolgens uitgedraaid en op papier gelezen. Een eyeopener. Toen pas zag ik dat een bepaald woord op een bepaalde pagina te vaak voorkwam, dat ik sommige zinnen toch beter kon omdraaien, dat die ene woordspeling beter kon. Allemaal dingen die ik graag in eigen hand houd. (Spelling laat ik wel graag aan anderen over.)
Verder speelt er iets heel persoonlijks: mijn ogen worden gauw moe van op het scherm lezen, en bovendien mag ik graag met zo’n pak papier en een rood potloodje ergens gaan zitten waar me dat het beste uitkomt. Nu doe ik geen commerciële haastvertalingen, dat scheelt uiteraard ook: ik kan de tijd nemen.
Er is trouwens een fase in al dat heen-en- weergestuur die weleens wordt overgeslagen: ik krijg het persklaargemaakte pak papier soms rechtstreeks van de pkm terug.
Tot ik een A4-scherm heb dat verzonken in mijn bureaublad is aangebracht, ga ik zo door. Dan maar ouderwets 😉
Ik dwaal met je mee, meneer Kwakkel! Ik dwaal op papier namelijk eerder af dan op mijn scherm. Komt misschien ook wel omdat ik heel anders lees als ik iets van mezelf na moet lezen, dan wanneer ik een boek ter ontspanning zit te lezen.
Ik word ook helemaal niet goed van m’n eigen gepriegel als er inderdaad iets verbeterd moet worden, en tegen de tijd dat ik weer achter m’n scherm zit correcties in te voeren, ben ik al geheel gedemotiveerd. Doe mij maar gewoon mijn scherm! 😉
“Mijnheer, Vroeger deed ik een hoop op de kachel, nu moet ik alles op gas doen.”
Nou, ik doe tegenwoordig alles op de pc en vrijwel zonder papier.
😉
Ik ben het wel met je eens dat de hoeveelheid papier danig kan worden beperkt. Alles behalve misschien de laatste correctieronde – en zeker persklaarmaken – kan op scherm. Je kan proberen en herstellen, het wordt veel minder een rommeltje en is veel makkelijker te verwerken. Maar als ik zelf vertaal print ik het toch graag een keertje uit. Ook dingen als belangrijk brieven of cv’s. Daar sluipt zo gauw een typefout in – op het scherm kijk ik er honderd keer overheen, op papier heb ik hem zo te pakken!
Kijk … zo’n woord als belangrijkE.
Quod erat demonstrandum ….
@Maarten:
Je hebt hem toch zelf gevonden ;-)? Na welgeteld 1 minuut!
Ik heb nog niet zo lang geleden voor het eerst via mail een bestand ontvangen dat digitaal was gecorrigeerd door een externe redacteur, met behulp van de Word-functie ‘wijzigingen bijhouden’. Enkele kinderziektes daargelaten was het een verademing! Overzichtelijk, geen onduidelijke krabbels, ik was er zo doorheen… Meer van dat!
Sandra
Beste allemaal,
Toch zit ik met een papieren stapel in een veel natuurlijkere houding, zonder lichtbak voor mijn neus, en zonder zoemende pc, zonder afleidende e-mail. De voordelen van papier zijn naar mijn mening samen te vatten als: beter voor je armen, minder afleiding en rustiger voor je bij dit werk zo belangrijke ogen.
Werkze,
Lucas
Met die laatste reactie van Lucas kan ik het helemaal eens zijn. Als persklaarmaker/corrector werk ik altijd op papier. Mijn man heeft een ‘leesplank’ voor me gemaakt, waardoor ik geen last van mijn nek krijg. Een enkele keer heb ik (vanwege spoed) weleens een proef via het beeldscherm gecorrigeerd en het verschil in werken is echt groot. Het overzicht is minder en je ogen worden heel erg moe van uren aan een beeldscherm werken. Daar heb ik op papier veel minder last van. Dus los van alle andere argumenten: leve het papier en de rode pen!
Kortom: leve de persoonlijke voorkeuren!