Rob Kuitenbrouwer, Monique Eggermont en Jan Mellema presenteren deze week de boeken die zij vertaalden en die recent zijn uitgebracht.
Mark McNay, Vers, in een vertaling van Rob Kuitenbrouwer verschenen bij uitgeverij Podium.
Vers, de debuutroman van de jonge Schotse schrijver Mark McNay, beschrijft een koude januaridag in het leven van Sean O’Grady. Sean werkt op de afdeling ‘Vers’ van een kippenslachterij aan de rand van Glasgow – met zijn oom, zijn neefje en zo ongeveer iedereen die hij kent. Sean doet zijn uiterste best een fatsoenlijk bestaan op te bouwen aan de onderkant van de maatschappij; zijn oudere broer Archie zag daar al vroeg het nut niet van in en is rechtstreeks de wereld van drugs en misdaad in geschoten. Archie zit in de gevangenis, maar heeft Sean voor hij werd opgepakt duizend pond in bewaring gegeven. Sean heeft een groot deel ervan uitgegeven aan vrouw en kind en aan de bookmaker, denkend dat hij het wel kan aanvullen voor juli, als Archies straf erop zit.
’s Ochtends op het werk hoort Sean dat zijn broer diezelfde dag nog vervroegd vrij komt. Archie is een gewetenloze maniak, dus Sean moet voor diens thuiskomst zevenhonderd pond bijeen zien te sprokkelen, hetgeen maar gedeeltelijk lukt. Dus moet hij voor zijn broer een ‘klus’ doen, dus brengt hij vrouw en kind in gevaar, dus besluit hij zijn broer aan te geven, dus komt het tot een gewelddadige confrontatie…
Het is allemaal heel voorspelbaar, toch zat ik al de eerste honderd bladzijden, waarin eigenlijk niets gebeurt, met het zweet in m’n handen te lezen – en later te vertalen! Een continue dreiging van verval en geweld, maar niet zoals bij Kelman of Welsh, want er is ook liefde (en veel flauwe humor) bij deze kleine mannetjes die zich op de rand van de afgrond staande proberen te houden.
Het grote probleem in de vertaling van dit boek was de straattaal waarin McNay schrijft. Hele korte zinnen, zo goed als geen leestekens, geen aanhalingstekens, veel herhalingen. En dan in drie varianten, want er zijn drie ‘vertellers’ aan het woord: de schrijver, de volwassen Sean met zijn gedachten en fantasieën, en de jonge Sean waaraan hij terugdenkt. Je kunt een grote stad als Glasgow niet gelijkstellen aan Amsterdam of Rotterdam (dan zou ik eerder denken aan Heerlen of zo), bovendien is het lang geleden dat ik in een kippenslachterij heb gewerkt, dus je bent continu aan het zoeken hoe je die mensen een ‘natuurlijke’ manier van praten kunt meegeven. Daarbij was er een continue discussie met de redactrice en persklaarmaker over McNays schrijftrant, omdat ik die zoveel mogelijk wilde overnemen.
Ik vrees dat het eindresultaat iets vlakker is geworden dan het origineel, maar je moet het de Nederlandse lezer ook niet al te moeilijk maken.
Curtis Sittenfeld, De man van mijn dromen, in een vertaling van Monique Eggermont verschenen bij uitgeverij Cargo.
Het boek gaat over een meisje dat moeite heeft met volwassen worden. Onzeker als ze is geworden door haar driftige, zelfzuchtige vader, zoekt ze steeds de verkeerde man. De manier waarop ze zich uiteindelijk aan haar jeugd weet te ontworstelen maakt indruk. Ik vond het een puur, oprecht verhaal waarin niets mooier wordt voorgesteld dan het is. Levensecht.
Het omslag, een Limoges-kikker met een kroontje, is gelukkig overgenomen van het origineel.
James Patterson (samensteller), Thriller, door 17 vertalers vertaalde thrillerbundel, verschenen bij uitgeverij Luitingh-Sijthoff.
‘Verhalen die je uit je slaap houden’, dertig stuks, waarvan Jan Mellema er drie heeft vertaald. Vooral Konrath vond hij leuk om te vertalen, door de mooi gedoseerde opbouw, de mix van harde actie en onderkoelde humor. Plusje: suggesties voor de titels zijn overgenomen. Minnetje: de lezer mag raden wie welke verhalen heeft vertaald, maar dat zal de uitgever en de lezer worst wezen.
De andere vertalers zijn Peter Barnaart, Carla Benink, Marja Borg, Fanneke Cnossen, Frans van Delft, Pieter Janssens, Hugo Kuipers, Yolande Ligterink, Herman van der Ploeg, Ellis Post Uiterweer, Jan Pott, Jan Smit, Mariëlla Snel, Marjolein van Velzen, Renée Vink en Gerda Wolfswinkel.