In deel 1 heb ik beschreven wat ik meeneem op reis, namelijk mijn opleiding en mijn eerste boekvertaling. Ik vergat nog een stuk bagage: creativiteit, en daar wil ik meer over kwijt.
In ‘Weer zwanger’ kon u lezen dat ik aan mijn tweede boekvertaling mocht beginnen. Het is een boek geworden uit een genre waarover ons aller Roswitha Pennewip elders in dit blog al smakelijke stukjes heeft geschreven. En precies zoals Roswitha in ‘Vergeten vertalers’ al schreef, moet ook mijn damesproza worden ingekort.
Codes
Nu is dat inkorten eigenlijk het derde probleem waar ik in mijn tweede boek tegenaan loop, want ik moest eerst nog twee andere barrières overwinnen. In commerciële vertalingen of bij het ondertitelen kan ik een tekst namelijk ‘gewoon’ in Word c.q. een ondertitelprogramma vertalen en inleveren. In mijn pulpje moet ik echter codes gebruiken om een alinea of directe rede aan te geven, en moet ik erop letten dat er per alinea maar één personage aan het woord is, en zo zijn er nog wat regels waar ik mij aan moet houden. Maar na twintig pagina’s vertalen is het gebruik van # als alinea-aanduiding en vishaken voor directe rede alweer gewoon geworden. Nu moet ik er alleen voor zorgen dat ik geen codes gebruik als ik met een commerciële vertaling bezig ben.
Citaatverlevendiging
Mijn tweede probleem leidt momenteel tot lichte vertwijfeling en frustratie, en heet citaatverlevendiging. Althans, zo noemt Renkema het in zijn Schrijfwijzer. Dus niet “‘Kom bij me,’ glimlachte hij”, maar “‘Kom bij me,’ zei hij met een glimlach.” Als gevolg daarvan struikel ik nu over zaken als ‘she continued’, ‘he interrupted’ of ‘she protested’. Want mag gesproken tekst vervolgd, onderbroken of tegengeworpen worden? Nu ik dit zo teruglees, denk ik ‘ja, uiteraard’, maar ja, mijn creatieve proces gaat gepaard met grote twijfel en een wegkwijnend zelfvertrouwen.
Inkorten
Dat tanende zelfvertrouwen heeft ook wel met het inkorten te maken. Mijn honderdvijfentachtig pagina’s tellende damesproza moet worden teruggebracht tot honderdvijftig pagina’s. Bij ondertitelen ben ik het gewend om zaken in te korten door te spelen met synoniemen en kortere formuleringen, maar vijfendertig pagina’s wegvertalen is andere koek. Het is aan mij om te bepalen hoe dat inkorten tot stand komt, zolang het verhaal maar prettig leesbaar en logisch blijft. Aan het eind van hoofdstuk 1 heb ik zowaar een halve pagina wegvertaald…
Ik heb nog een lange weg te gaan. Door allerlei onvoorziene omstandigheden heb ik na drie weken nog maar een hoofdstuk af, en twijfel ik ongeveer om de andere zin of iets nou wel of niet erg vertaald klinkt, of dat de vertaling nu niet erg kort door de bocht gaat als ik het omslachtige Engels korter verwoord. Soms word ik echt hoorndol van mezelf.
Dit traject loopt tot 28 juni 2007. Pas daarna weet ik of deze reis nog een vervolg krijgt. Ik hoop het, dus ik ga met goede moed door, want anders moeten we een andere route naar Boekvertalersland nemen!
Dit is deel 2 van een serie. Deel 1 vindt u hier.
O, heet dat citaatverlevendiging! Ik vind “glimlachte hij” en dergelijke juist een enorme verrijking, omdat je dan eindelijk af bent van dat eeuwige ge-hij-zei-zij-zei. Fantasyschrijfster Juliet E. McKenna mocht ik tot driemaal toe vertalen, bóórdevol met dergelijke verrijking – het is alweer een tijdje geleden, maar ik meen me te herinneren dat er in totaal niet meer dan een handvol keren een kaal “zei” in voorkwam.
Succes, Mart. En vergeet niet:
het gaat om de route, niet alleen het einddoel. Je komt er vast wel!
Oi, Mart, ik leef (en doe) met je mee. Hier 298 pagina’s waar er maximaal 255 van over mogen blijven…
Citaatverlevendiging vind ik een prachtige term voor iets heel moeilijks. Ik los het vaak op door alleen de directe rede te laten staan. ’t Is vaak toch al duidelijk wie wat zegt, zeker bij één-op-één-gesprekken (hij zei, zij zei). En dan tussendoor af en toe, ter verlevendiging inderdaad, “Hij fronste zijn wenkbrauwen.” “Ze zuchtte diep.”
Nee, alle gekheid op een stokje, het is zwaar werk! Maar wel leerzaam. Niet opgeven!
Ik moest eens een thriller inkorten. Maak dan je borst maar nat! Ik kon niet hele alineas wegwerken en moest verschrikkelijk oppassen dat ik geen details schrapte die later belangrijk bleken te zijn voor de plot. En ik had geen zin om eerst het hele boek te lezen, want ik hou van vertalen wanneer de spanning er nog in zit.
Wat heb ik uiteindelijk gedaan? Losse zinnen of zelfs zinsdelen geschrapt! Ja, ja. En alles nauwkeurig bijgehouden met de paginanummers en regelnummers in het boek en de tekst, voor het geval ik later alsnog iets moest terugdraaien. En maar tellen: 37 regels op een boekpagina, tot ik het gewenste aantal pagina’s had geschrapt.
Leuk om te lezen Mart.
Het lijkt met vreselijk moeilijk en tijdrovend en zou ook niet aan mij zijn besteed, maar anderzijds kan ik me voorstellen dat het wel erg leuk om te doen is.
Verandering van spijs…
De eerste keer is dat inkorten verschrikkelijk. Ik bleef maar schrappen (zo zijn heel wat briljante vertaalvondsten voor het nageslacht verloren gegaan) en tot mijn grote frustratie bleef de tekst vijf pagina’s te lang. Het eindigde ermee dat ik jankend van drift aan de keukentafel zat en mijn veertienjarige dochter kalmpjes haar rekenmachine uit haar schooltas haalde en de boel nog eens voor me narekende. Bleek de tekst precies 155 pagina’s lang te zijn.
Nu bij de derde kan ik veel beter inschatten hoeveel tekst ik kan gebruiken. Hou vol Mart, denk aan je doelgroep: jouw prachtige romance kan een vrouwenleven voor altijd veranderen!