Door Emmy van Beest
Maanden heb je naar dit moment toegewerkt. Nog even de inhoudsopgave en alles samenvoegen, een laatste controle op de extra spaties die er zelfs aan het eind nog inkruipen. Dan de verlossende druk op de knop waarmee het document de ruimte in zoeft, op weg naar de uitgever. Deze keer komt er ook nog het pure handwerk bij van het uitprinten en het verpakken als postpakket.
Daarna het loopje naar het postkantoor, een plaatselijk filiaaltje, waar altijd een meterslange rij staat. Vanwege het hoge bejaardengehalte van mijn woonplaats vraagt of eist elke klant veel tijd. Het kan me niet deren. Het pakket is klaar. De zon schijnt. Ik heb alle tijd.
Ja, ik heb alle tijd, en nu? Ik kan zomaar op een terrasje gaan zitten of vrienden en kennissen bellen dat ik weer aanspreekbaar ben. Ik kan lekker lezen. En toch, wat ik eigenlijk zou willen is naar de werkkamer lopen om plaats te nemen achter de computer en te vertalen. Ik mis mijn boek. Het boek dat na maanden intensieve samenwerking is gegroeid, hoofdstuk voor hoofdstuk, van de allereerste ruwe versie tot de laatste puntjes op de i. Over een maand komt het terug. Maar het zal niet meer hetzelfde zijn. Het heeft zich van me losgemaakt als een nestvliedend kind dat op kamers is gaan wonen.
Dit stadium van ontreddering, het gapende gat, dat in niets lijkt op de euforie die ik me had voorgesteld, duurt gelukkig nooit lang. Toch vraag ik me af of meer vertalers zoiets hebben. Een dag later besef ik wat het nadeel is van vrijheid, van deze korte vakantie voordat de volgende opdracht roept. Alle dingen die ik maanden heb uitgesteld, liggen breed grijnzend op me te wachten. Het verslonsde huishouden. De administratie en de opgave voor de belastingen. Een afspraak met de dokter voor een irritant kwaaltje. Bovendien mis ik nu een goed excuus om onder het type verjaardag uit te komen waarbij de bezoekers kringsgewijs in een te kleine huiskamer worden gepropt. De afgelopen weken hoefde ik alleen de magische formule te mompelen: ‘Sorry, maar deadline’. Nu moet ik weer sociaal worden.
Gelukkig ligt er een nieuw boek op me te wachten.
Ja, Emmy, dat herken ik heel goed. Het overvalt me elke keer weer. het is alsof je leven opeens structuur mist. En vertalen is ook verslavend. Een Schotse vriendin vertelde me dat Noord-Amerikaanse indianen maar een aantal uren per dag mogen weven, omdat ze anders worden bevangen door weaving-madness en niet meer kunnen ophouden. Misschien moeten we een voorbeeld aan hen nemen en toch af en toe een verjaarsvisitetje ‘doen’. Sterkte met het volgende boek.
Josee->
Ja, heel herkenbaar! Vooral al die vervelende karweitjes die blijven liggen, omdat ik er geen tijd voor heb omdat er vertaald moet worden. Zo moet al tijden mijn bureau opgeruimd worden en dan denk ik… als ik het boek af heb… Gelukkig dat het een cilinderbureau is! Dan kan snel elke keer de rolklep weer dichtgedaan worden 🙂
O hilarisch. Het punt is dat ik de laatste jaren steeds bezig ben aan Dikke Pillen. Tegen de tijd dat ik mijn ogen open voor het drama dat zich mijn huishouden noemt, laat de drang om subiet rechtsomkeert te maken naar werkkamer zich niet meer verklaren door werkverslaving. Het is escapisme op alle fronten :-).