Zichtbare en onzichtbare vertalers

‘Schaduwkunstenaars’, dat is de geuzennaam die Martin de Haan voor literair vertalers heeft verzonnen. In een gloedvol betoog (de Volkskrant, 2 februari) pleit hij voor een grotere zichtbaarheid van vertalers. Om beter te begrijpen wat hij daarmee bedoelt, hoef je de pagina van de Volkskrant maar om te slaan. Je oog valt dan op een stuk van Michaël Zeeman naar aanleiding van het boek Reporter van David Remnick, kort geleden in Nederlandse vertaling uitgekomen. Een halve krantenpagina, maar ruimte om de vertalers van het boek te vermelden was er blijkbaar niet.

Het boek Reporter – De beste stukken uit The New Yorker van David Remnick verscheen bij De Bezige Bij en werd vertaald door Gerda Baardman, Edo Marinus, Wim Scherpenisse, Joris Vermeulen en Albert Witteveen. Deze namen zijn zelfs op de website van uitgeverij De Bezige Bij niet te vinden.

Waarom is het zo belangrijk dat namen van vertalers wél vermeld worden? Martin de Haan wijst erop dat de vertaler een ‘auteur’ is in de zin van de auteurswet, en hij vervolgt:

„De mate van zichtbaarheid van de vertaler als ‘auteur’ is rechtstreeks bepalend voor de culturele en financiële waardering die hij voor zijn werk krijgt, die zelf weer bepalend is voor de kwaliteit die hij kan leveren.�?

Gelukkig is Michaël Zeeman heel enthousiast over Reporter van David Remnick. Felix Rottenberg, die zich door Zeeman heeft laten inspireren voor zijn column in Het Parool, trouwens ook. Dat stuk kun je op het weblog Sargasso nalezen. Jammer genoeg zonder vertalersnamen.

Met dank aan Josephine Ruitenberg en Gerda Baardman

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*