Een van de knelpunten bij vertalen uit het Engels is het eenvoudige woordje ‘You’. De Engelstalige auteur gebruikt het klakkeloos voor alle betrekkingen tussen zijn romanfiguren, de vertaler slaat aan het piekeren of die figuren elkaar moeten vousvoyeren of mogen tutoyeren.
Tussen ouders en kinderen is vaak je eigen opvoeding van invloed. Ben je gewend je ouders met jij en jou aan te spreken, dan zet je dat al snel ook in je vertaling. Maar wat doe je wanneer in een thriller iemand wordt opgepakt en verhoord? Zegt de rechercheur dan meteen ‘jij en jou’ tegen de verdachte? Dat moet haast wel, anders komt het barse verhoor niet goed over. Maar als de persoon uiteindelijk onschuldig blijkt te zijn, wordt vrijgelaten en weer Mr. Brown wordt genoemd? Dan is hij weer ‘u’…
En wat doe je met leeftijdsverschillen tussen de romanfiguren? Neem een verzorgster in een pleegtehuis die haar patiënte aanspreekt met ‘Grace’. Zegt die dan ‘u’ of ‘jij’? Tutoyeren van een bejaarde dame lijkt zo oneerbiedig. Maar ja, ze noemt haar wel bij haar voornaam…
Bruggetje
Wanneer twee mensen in een roman elkaar leren kennen, zeggen ze meestal u tegen elkaar en moet de vertaler zelf bepalen dat ze overgaan tot tutoyeren wanneer duidelijk wordt dat de relatie minder formeel aan het worden is. Dan moet hij ergens in het verhaal de knoop doorhakken en tot tutoyeren overgaan, maar dat kan natuurlijk niet zomaar. Een bruggetje daar naartoe is wenselijk, een ingevoegd zinnetje waarvan de inhoud moet aansluiten op de relatie tussen de personen in kwestie, die geliefden kunnen zijn, maar ook collega’s, of reizigers in een vliegtuig.
Een paar voorbeelden zijn: ‘Zullen we nu maar eens ophouden elkaar zo netjes meneer en mevrouw te noemen?’ Of ‘Het is zeker wel goed dat we elkaar tutoyeren?’ Of : ‘Zeg maar gewoon jij, hoor.’
Wat een hoofdbrekens kan zo’n eenvoudig woordje ons bezorgen!